Amendement Bushoff/Slagt-Tichelman over de kwaliteit van leven als voorwaarde stellen, het betrekken van mantelzorgers of vertegenwoordigers en een evaluatiebepaling - Hoofdinhoud

Dit amendement i is onder nr. 8 toegevoegd aan wetsvoorstel 36486 - Uitbreiding en verdere uitwerking van de bekostigingsmogelijkheden met middelen vanuit het Fonds langdurige zorg.

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

2

Vergaderjaar 2024-2025

36 486

Wijziging van de Wet langdurige zorg, de Wet financiering sociale verzekeringen, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Algemene wet bestuursrecht, in verband met de uitbreiding en verdere uitwerking van de bekostigingsmogelijkheden met middelen vanuit het Fonds langdurige zorg

Nr. 8

AMENDEMENT VAN de leden Bushoff en Slagt-Tichelman

Ontvangen 5 februari 2025

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, onder 2, wordt het voorgestelde zesde lid als volgt gewijzigd:

• a. 

  Na “uitstel van de behoefte aan zorg” wordt ingevoegd “in combinatie met verbetering van de kwaliteit van leven van verzekerden”.

• b. 

  Er wordt een zin toegevoegd, luidende:

Daarbij worden vertegenwoordigers of mantelzorgers van verzekerden betrokken.

II

Na artikel V wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL Va

Onze Minister zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van artikel I, onderdeel B, onder 2, van deze wet.

Toelichting

De eerste wijziging zoals voorgesteld in dit amendement zorgt ervoor dat de kwaliteit van leven van verzekerden als voorwaarde wordt gesteld bij het preventiebeleid in de zorg. Het voorgestelde amendement verrijkt zodoende de wet en voorkomt dat de wetswijziging enkel als financieel effect heeft dat de zorg op grond van de Wet langdurige zorg wordt teruggedrongen, uiteraard is dat een belangrijk doel dat overeind blijft, maar hand in hand zou moeten gaan met het bevorderen van de kwaliteit van leven. Het amendement beoogd daarmee in samenhang met de voorliggende wetswijzigingen zorgkantoren de ruimte en kaders te geven om de zorg anders te organiseren samen met, indien mogelijk, vertegenwoordigers of mantelzorgers van verzekerden en in samenhang met zorg thuis. Dit wordt door dit amendement eveneens verankerd en de wet daarmee verrijkt. Dat leidt tot preventieve zorg met focus op de lange termijn; kwalitatieve, duurzame oplossingen en niet incidenteel pleisters plakken.

De tweede wijziging beoogt een evaluatiebepaling op te nemen die ingaat op de doeltreffendheid en effecten van de mogelijkheid die zorgkantoren samen met één of meer gemeenten, zorgverzekeraars of de Minister voor Rechtsbescherming wordt geboden om preventieve maatregelen te nemen. In de door de regering voorgestelde wetswijzigingen krijgen zorgkantoren de vrijblijvende mogelijkheid om preventieve maatregelen te nemen. Het in artikel 1, onderdeel B, onder 2, toegevoegd zesde lid bevat expliciet een ‘kan-bepaling’, dat wil zeggen zorgkantoren kunnen, maar hoeven niet (verplicht) preventieve maatregelen te nemen. De evaluatie, zoals met dit amendement wordt beoogd, dient specifiek ook in te gaan op de vraag of deze zogenoemde ‘kan-bepaling’ een meer verplichtend karakter dient te krijgen waarbij zorgkantoren expliciet de opdracht krijgen om te zorgen voor preventieve maatregelen. De met dit amendement voorgestelde evaluatiebepaling voorziet in een evaluatie van het hiervoor genoemde binnen drie jaar.

Bushoff

Slagt-Tichelman