Het CDA krabbelt op - Hoofdinhoud
Een halve eeuw geleden schreef ik samen met Henk Molleman i een boek over de Nederlandse politiek.1) Wij beweerden dat het CDA misschien wel tot stand zou komen, maar dat het ‘sterven in elkaars armen’ zou worden. De eerste decennia daarna leken deze overmoedige voorspelling te logenstraffen: het CDA hield haar aanhang immers vast onder Dries van Agt i (1977–1982) en onder het leiderschap van Ruud Lubbers i (1982–1994) werd het zelfs ruimschoots de grootste partij. Maar, vanaf 1994 begon de neergang. Die werd door Jan Peter Balkenende i in 2002 tijdelijk onderbroken. Totdat het tien jaar later opnieuw mis ging en bleef misgaan tot en met 2023, toen het CDA nog maar vijf Kamerzetels overhield. In slow motion leek de 50 jaar oude profetie alsnog werkelijkheid te worden.
Henri Bontenbal i werd de nieuwe leider van het CDA. Niet alleen moest hij tegen de hoge golf van Wilders’ populisme optornen, maar zijn partij werd ook nog eens beconcurreerd door twee pseudo-CDA’s, de BBB en het NSC. Het leek zelfs een bijna onmogelijk karwei te worden, omdat het CDA in de oppositie terecht kwam. In de jaren negentig was het CDA ook al oppositiepartij geweest en dat was haar slecht bekomen. Het lukte destijds maar niet om de goede toon te vinden voor christendemocratische oppositie.
Het CDA van Bontenbal heeft niet meer dan opiniepeilingen om zich aan vast te houden, maar alles wijst erop dat zijn partij weer begint op te krabbelen. Het ooit voorspelde ‘sterfproces’ is weer even uitgesteld, zo lijkt het.
De door Bontenbal op 3 april uitgesproken Kerdijklezing2) laat eigenlijk goed zien waarom het CDA bezig is zich te herstellen. Het is een verhaal waar idealen en aspiraties weer de kans krijgen en niet meer worden overwoekerd door technocratische functionarissentaal. Het is ook een eerlijk verhaal, waarbij Bontenbal de fouten uit het verleden niet verdonkeremaant. Het levert ten slotte de scherpe taal van de politieke oppositie waar dat nodig is.
Sprekend over het populisme in ons land staat er bijvoorbeeld: "Populistische politici zijn niet zozeer het gevaar; het gevaar zit bij gematigde politici die bereid blijken om antidemocratische en antirechtstatelijke partijen aan de macht te helpen". Verderop staat er: "Het is zorgwekkend en verbijsterend dat partijen als VVD en NSC zo makkelijk toestaan dat hun coalitiepartner PVV en de bewindspersonen van de PVV een loopje nemen met de rechtsstaat". Bontenbals spreken in de oppositie is constructief maar zeker niet van de zoetsappige soort.
De zelfkritiek ontbreekt evenmin. "In eigen land heeft de overheid haar kerntaken verwaarloosd" en daaraan, zo blijkt uit het betoog, is het CDA mede schuldig naast de andere traditionele partijen. Het is te veel een zaak geworden van de burger die nog slechts de keuze had tussen staat en markt. "Wat ontbreekt is het veel rijkere verhaal over de verantwoordelijke samenleving, waarin er meer is dan alleen overheid, markt en het individu. Dat is het verhaal over burgers die samen verantwoordelijkheid nemen om hun gezamenlijke toekomst vorm te geven (...)".
Bontenbal keert hier terug naar de vertrouwde maar verwaarloosde kernboodschap van de christendemocratie. Maar, daar roept zijn betoog vragen op. Ook Balkenende wilde immers terug naar de verantwoordelijke samenleving toen hij in 2002 aantrad als minister-president. Maar, de verantwoordelijke maatschappij bleek nauwelijks meer te bestaan: al die vertrouwde instellingen en organisaties, zoals scholen en corporaties, omroepen en vakverenigingen waren hun eigen weg gegaan. Zij hadden hun schaal van werken enorm vergroot en waren geprofessionaliseerd. Allemaal voor zichzelf, zonder veel besef deel te zijn van het grotere geheel.
Balkenende en de zijnen werden daardoor de maatschappelijke leegte ingezogen en eindigden uitgerekend op een soort van markt waar concurrentie het won van samenwerking. Waar anderen niet meer ‘nabij waren’ en ‘waarin omzien naar elkaar’ niet langer gewoon was; alleen het verlangen ernaar was gebleven. Als Henri Bontenbal het maatschappelijke middenveld, de verantwoordelijke maatschappij, weer centraal wil stellen, zullen hij en zijn partij aan de renovatie en modernisering daarvan moeten werken, willen zij niet in dezelfde valkuil eindigen als Balkenendes generatie. Dat wordt nog een heel karwei, maar er is niets dat Bontenbal en zijn CDA belet eraan te gaan werken, liefst met verwante partijen en organisaties.
Dat ‘sterven in elkaars armen’ moet nog maar even wachten.
-
1)J.Th.J. van den Berg en H.A.A. Molleman, Crisis in de Nederlandse politiek, Alphen aan den Rijn: Samsom 1974.
-
2)De tekst van de Kerdijklezing, evenals die van de een dag later gehouden Bob Goudzwaardlezing, is te vinden op de website van het CDA.