Brief van de minister van SZW over lagere regelgeving bij de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten - Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten) - Hoofdinhoud

Deze brief is onder nr. C toegevoegd aan wetsvoorstel 36446 - Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten i.

Officiële titel	Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten); Brief van de minister van SZW over lagere regelgeving bij de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten
Document­datum	18-04-2025
Publicatie­datum	18-04-2025
Nummer	KST1192254
Kenmerk	36446, nr. C
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2024-2025

36 446             Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door

intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten)

C                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 april 2025

Op 15 april jl. heeft de Tweede Kamer ingestemd met het voorstel voor de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta) om misstanden in de uitzendsector aan te pakken. Het wetsvoorstel is inmiddels doorgeleid naar uw Kamer. Ik hoop dat uw Kamer de behandeling van dit belangrijke wetsvoorstel snel ter hand zal nemen.

Een aantal onderwerpen van het wetsvoorstel zijn nader uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur (AMvB) en een ministeriële regeling.

De AMvB bevat onder andere de ontheffingsregeling en de uitwerking van de financiële zekerheidsstelling. Ook regelt de AMvB de verdere uitwerking van gegevensuitwisseling tussen de verschillende ketenpartners die nodig is voor het effectief functioneren van het toelatingsstelsel. In de ministeriële regeling zijn onder andere het normenkader en het inspectieschema opgenomen. Het normenkader bevat de eisen waaraan uitleners moeten voldoen om toelating te verkrijgen en te behouden. Uitleners worden hier periodiek op gecontroleerd door private inspectie-instellingen. Het inspectieschema bevat de eisen waaraan inspectie-instellingen moeten voldoen bij het uitvoeren van controles bij uitleners op de naleving van het normenkader.

Bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer heb ik toegezegd de Kamer te informeren over de inhoud van de (ontwerp)AMvB.¹ Dat geldt uiteraard ook voor de Eerste Kamer. Met deze brief bied ik u dan ook de concept-AMvB en concept-ministeriële regeling aan, zodat uw Kamer er kennis van kan nemen bij de behandeling van het wetsvoorstel. Ik stel voor deze brief te beschouwen als voorhang. Na afronding van de wetsbehandeling zal ik de AMvB zo spoedig mogelijk voorleggen aan de Afdeling advisering van de Raad van State.

Op een aantal punten leidt de wetsbehandeling in de Tweede Kamer (mogelijk) tot aanvulling van de lagere regelgeving. Naar aanleiding van amendement nr. 85 van de leden Ceder en Patijn zal het normenkader op een nader te bepalen moment worden aangevuld met de zorgplicht voor registratie in de Basisregistratie Personen (BRP). Naar aanleiding van de motie-Saris c.s. (nr. 87) zal het normenkader mogelijk worden aangevuld met een verplichting ten aanzien van de g-rekening. Daarnaast kunnen naar aanleiding van amendement nr. 83 van het lid Aartsen nadere regels gesteld worden over de leges.

Deze (mogelijke) aanvullingen zullen nog niet zijn verwerkt in de versie van de AMvB die na de afronding van de wetsbehandeling in uw Kamer aan de Afdeling advisering van de Raad van State wordt voorgelegd. Zij zullen te zijner tijd aan beide Kamers worden voorgelegd via een voorhangprocedure die de Tweede Kamer aan het wetsvoorstel heeft toegevoegd.

Ten slotte zal de (concept)-ministeriële regeling mogelijk nog worden gewijzigd, naar aanleiding van het debat in de Tweede Kamer. Het inspectieschema wordt mogelijk aangevuld met een termijn waarbinnen inspectie-instellingen het concept-inspectierapport aan uitleners moeten verstrekken.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Y.J. van Hijum

2

¹

Kamerstukken II 2023/24, 36 446, nr. 8, blz. 3, en Kamerstukken II 2024/25, 36 446, nr. 15.