Amendement Flach over het wettelijk verankeren van zeer lage temperatuur warmte- en koude-uitwisselingsnetten - Hoofdinhoud
Dit amendement i is onder nr. 9 toegevoegd aan wetsvoorstel 36576 - Wet collectieve warmte.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Amendement van het lid Flach over het wettelijk verankeren van zeer lage temperatuur warmte- en koude-uitwisselingsnetten |
---|---|
Documentdatum | 25-04-2025 |
Publicatiedatum | 25-04-2025 |
Kenmerk | 36576, nr. 9 |
Externe link | origineel bericht |
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL
2
Vergaderjaar 2024-2025
36 576
Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)
Nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID FLACH
Ontvangen 25 april 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 1.1 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.In de definitie van producent wordt “onderneming” vervangen door “natuurlijk persoon, rechtspersoon of personenvennootschap”.
-
2.In de definitie van warmtenet wordt telkens na “transport van warmte” ingevoegd “of eventueel koude, indien de levering van koude noodzakelijk is voor een efficiënte werking van een collectief warmtesysteem,”.
II
Aan artikel 2.12, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel p door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
-
q.het warmtenet als geheel in balans te houden en te waarborgen dat onbalans tussen warmte of koude, indien de levering van koude noodzakelijk is voor een efficiënte werking van de collectieve warmtevoorziening, op een efficiënte wijze wordt gecorrigeerd of voorkomen.
III
Aan artikel 3.6, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel p door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
-
q.het warmtenet als geheel in balans te houden en te waarborgen dat onbalans tussen warmte of koude, indien de levering van koude noodzakelijk is voor een efficiënte werking van het klein collectief warmtesysteem, op een efficiënte wijze wordt gecorrigeerd of voorkomen.
Toelichting
De indiener stelt voor om de positie van lage temperatuur warmte- en koude (uitwisselings)netten duidelijker te verankeren in het voorliggende wetsvoorstel, zodat het wetgevingskader voor warmtenetten voldoende ruimte biedt voor eventuele uitrol van deze nieuwe generatie warmtenetten.
Sinds het eerste warmtenet in Nederland (1923) heeft de technologie voor warmtenetten zich ontwikkeld, waardoor onderscheid kan worden gemaakt in verschillende ‘generaties’ warmtenetten. De nieuwste ontwikkelingen rondom warmtenetten omvatten vijfde generatienetten, ofwel zeer lage temperatuur warmte- en koude (uitwisselings)netten (ZLT-netten). Dit zijn slimme thermische netwerken op zeer lage temperatuur (onder 30⁰ C) waar warmte en koude uitgewisseld kunnen worden tussen producenten, verbruikers en (seizoens)opslagsystemen. Afnemers op ZLT-netten kunnen zowel producent als verbruiker van warmte zijn. Dit betekent dat ze niet alleen warmte verbruiken, maar ook warmte (of koude) kunnen terugleveren aan het netwerk. Hierdoor ontstaat een efficiënte en duurzame manier van energiebeheer, waarbij lokale bronnen optimaal worden benut. Deze uitwisseling is uniek voor de vijfde generatie warmte- en koudenetten en onderscheidt zich daarmee van eerdere generaties, die deze flexibiliteit en efficiëntie niet bieden. ZLT-netten maken gebruik van lokale, duurzame warmtebronnen en warmtebuffers op lage of zeer lage temperatuur, zoals aquathermie, zonthermie en bodemenergie (warmte- en koudeopslag). ZLT-netten beschikken over leidingen met warm water (lage temperatuur) en koud water, waardoor ook efficiënt koeling geleverd kan worden. Zo dicht mogelijk bij de eindverbruiker wordt de temperatuur met warmtepompen naar het gewenste niveau gebracht. Door de lage temperatuur in ZLT-netten zijn warmteverliezen in het leidingnet beperkt en daardoor zeer efficiënt. Voor een optimale werking dienen ZLT-netten in balans te zijn, wat betekent dat de warmte- en koudevraag over de seizoenen gelijk aan elkaar moeten zijn. In de praktijk is dit vaak niet het geval, waardoor er onbalans in het systeem ontstaat, en er (meer) inzet van lokale warmtebronnen nodig is. Juist door uitwisseling van warmte en koude tussen producenten en verbruikers, en verbruikers onderling kan onbalans in het systeem worden verminderd. Een systeem waarin warmte en koude beter in balans zijn kan kostenvoordelen met zich meebrengen doordat er minder geïnvesteerd behoeft te worden in herstel van de balans in de warmte- en koudeopslag en ‘externe energie’. Hiermee wordt het bereik van duurzame (ZLT) warmtebronnen vergroot en kunnen meer woningen bediend worden met dezelfde bron.
ZLT-warmtenetten zijn al op enkele plekken aanwezig als warmtevoorziening en kunnen in de toekomst vaker worden gekozen als een duurzame warmteoplossing. Uit een eerste inventarisatie van adviesbureau CE Delft (2018) blijkt dat ZLT-netten een geschikte oplossing kunnen zijn voor minimaal een kwart van de woonwijken1. Welk type warmtenet een geschikte optie is voor een gebied hangt onder andere af van de aanwezige warmtebronnen en het aanwezige dan wel mogelijke isolatieniveau van de gebouwen.
Het doet recht aan het specifieke karakter van deze zeer lage temperatuur warmte- en koude (uitwisselings)netten wanneer de karakteristieken hiervan beter tot uitdrukking worden gebracht in het wetsvoorstel. Technisch wijken deze op een aantal punten, zoals aangegeven, af van eerdere generaties warmtenetten, maar tegelijkertijd zijn de taken voor het warmtebedrijf die verbonden zijn aan warmtelevering vergelijkbaar. Daarmee zijn de verplichtingen uit de Wet collectieve warmte ook van toepassing op deze ZLT-netten.
Het balanceren van vraag en aanbod kan bij een zeer lage temperatuur warmte- en koude (uitwisselings)net ingewikkelder zijn doordat er meer aanbieders zijn van warmte of koude, en opslag, en de interactie met het elektriciteitsnet een belangrijke rol kan spelen. Het is de taak van het warmtebedrijf om in het kader van de leveringszekerheid en duurzaamheid van het warmtenet met de inzet van bronnen, maar ook door het stimuleren van uitwisseling, te streven naar een optimale netbalans. Gelet op het voorgaande wordt voorgesteld aan artikel 2.12, eerste lid, en 3.6, eerste lid, een onderdeel toe te voegen waardoor het warmtebedrijf als taak heeft het warmtenet in balans te houden en onbalans van warmte of koude op een efficiënte wijze te corrigeren of te voorkomen. Hiermee wordt het balancerende karakter van zeer lage temperatuur warmte- en koude (uitwisselings)netten belicht. Ook door de wijzigingen van de definitie van producent en warmtenet in artikel 1 komt beter tot uitdrukking dat zeer lage temperatuur warmte- en koude (uitwisselings)netten onder de Wet collectieve warmte vallen.
Flach
1 Schepers et al (CE Delft, 2018). ‘Weg van gas: Kansen voor de nieuwe concepten LageTemperatuur Aardwarmte en Mijnwater’