Artikelen bij COM(1998)660 - Wijziging van richtlijn 77/388/EEG met betrekking tot de bepaling van degene die tot voldoening van de btw gehouden is

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

Richtlijn 77/388/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste alinea van artikel 10, lid 2, wordt na de tweede zin de volgende zin ingevoegd:

"Bij gebrek aan van tevoren opgestelde, opeenvolgende afrekeningen en betalingen, wordt de belasting in ieder geval minstens een maal per jaar verschuldigd."

2. In artikel 28 quater, E, lid 3, vijfde streepje, wordt de zinsnede 'artikel 21, punt 1, onder a)' vervangen door: 'artikel 21, punt 1, onder c)'.

3. In artikel 28 octies komt artikel 21 als volgt te luiden:

"Artikel 21 - Tegenover de Schatkist tot voldoening van de belasting gehouden persoon

De belasting over de toegevoegde waarde is verschuldigd:

1. in het binnenlandse verkeer:

a) door de belastingplichtige die een belastbare levering van goederen of een belastbare dienst verricht, met uitzondering van de onder b) en c) bedoelde gevallen;

b) door de ontvanger van een in artikel 9, lid 2, onder e), bedoelde dienst of door de voor BTW-doeleinden in het binnenland geïdentificeerde ontvanger van een in artikel 28 ter, C, D, E en F, bedoelde dienst wanneer de dienst door een niet in het binnenland gevestigde belastingplichtige wordt verricht;

c) door degene voor wie de belastbare levering van goederen is bestemd wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

- de belastbare handeling is een levering van goederen die onder de voorwaarden van artikel 28 quater, E, lid 3, wordt verricht,

- degene voor wie deze levering is bestemd, is een andere belastingplichtige of een niet-belastingplichtige rechtspersoon die voor BTW-doeleinden in het binnenland is geïdentificeerd,

- de door de niet in het binnenland gevestigde belastingplichtige uitgereikte factuur is in overeenstemming met artikel 22, lid 3;

d) door ieder die de belasting over de toegevoegde waarde vermeldt op een factuur of een als zodanig dienstdoend document;

e) door de persoon die een belastbare intracommunautaire verwerving van goederen verricht.

Indien de tot voldoening van de belasting gehouden persoon een gemachtigde heeft aangewezen voor de vervulling van de verplichtingen van artikel 22, moet hij de naam van deze gemachtigde aan de belastingadministratie doorgeven. De tot voldoening van de belasting gehouden persoon kan door de administratie aansprakelijk worden gesteld voor alle handelingen die zijn gemachtigde namens hem verricht.

Wanneer de belastbare levering van goederen of de belastbare dienst wordt verricht door een niet in het binnenland gevestigde belastingplichtige en er met het land van vestiging van deze belastingplichtige geen rechtsinstrument is overeengekomen waarbij de wederzijdse bijstand is geregeld zoals bij de Richtlijnen 76/308/EEG en 77/799/EEG is voorzien, kunnen de lidstaten bepalen dat een door deze belastingplichtige aangewezen fiscaal vertegenwoordiger tot voldoening van de belasting wordt gehouden. Aanwijzing van een fiscaal vertegenwoordiger als de tot voldoening van de belasting gehouden persoon, is evenwel uitgesloten wanneer de niet in het binnenland gevestigde belastingplichtige slechts leveringen van goederen of diensten verricht die overeenkomstig de artikelen 13 en 15 van deze richtlijn zijn vrijgesteld.

De lidstaten kunnen bepalen dat een andere persoon dan degene die tot voldoening van de belasting is gehouden, hoofdelijk verplicht is de belasting te voldoen op voorwaarde dat deze mogelijkheid wordt toegepast zonder discriminatie van niet in het binnenland gevestigde belastingplichtigen.

2. Bij invoer: door degene(n) die als zodanig door de lidstaat van invoer wordt (worden) aangewezen of erkend."

4. In artikel 28 nonies wordt artikel 22 als volgt gewijzigd:

a) In lid 1, onder c), komt het eerste streepje als volgt te luiden:

"- iedere belastingplichtige, uitgezonderd die bedoeld in artikel 28 bis, lid 4, die in het binnenland leveringen van goederen of diensten verricht die recht op aftrek doen ontstaan, andere dan dienstverrichtingen waarvoor uitsluitend de ontvanger, of degene voor wie de leveringen van goederen of diensten bestemd zijn, belasting verschuldigd is overeenkomstig artikel 21, lid 1, onder b) en c). Het staat de lidstaten evenwel vrij bepaalde in artikel 4, lid 3, bedoelde belastingplichtigen niet te identificeren;"

b) Lid 7 komt als volgt te luiden:

"7. De lidstaten treffen de nodige maatregelen om te verzekeren dat de fiscale vertegenwoordigers die, overeenkomstig artikel 21, lid 1, worden geacht tot voldoening van de belasting te zijn gehouden in plaats van de belastingplichtige, de in dit artikel bedoelde verplichtingen inzake aangifte en betaling nakomen; zij treffen voorts de nodige maatregelen om te verzekeren dat de personen die, overeenkomstig artikel 21, lid 1, worden geacht hoofdelijk verplicht te zijn de belasting te voldoen, de in dit artikel bedoelde verplichtingen inzake betaling nakomen."

Artikel 2

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 2000 aan het bepaalde in deze richtlijn te voldoen en stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen, alsmede een concordantietabel voor de bepalingen van deze richtlijn en de ter uitvoering ervan vastgestelde bepalingen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.


(1) PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1.

(2) PB L 281 van 17.10.1998, blz. 31.

(3) PB L 73 van 19.3.1976, blz. 18.

(4) PB L 336 van 27.12.1977, blz. 15.

(5) COM(94) 471 def. van 3.11.1994.