Artikelen bij COM(2002)483 - Tussentijdse resultaten van de meerjarige oriëntatieprogramma's voor de vissersvloten op 30 juni 2002

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Samenvatting

Inleiding

Vaststelling van de tussentijdse doelstellingen

Hermeting van de tonnage

Vlootregister

Globale resultaten

Resultaten per lidstaat

België

Duitsland

Denemarken

Spanje

Finland

Frankrijk

Verenigd Koninkrijk

Griekenland

Ierland

Italië

Nederland

Portugal

Zweden

Conclusie

Samenvatting

Deze verslag heeft tot doel informatie te verstrekken inzake de situatie op 30 juni 2002 van de verschillende vlootsegmenten van de lidstaten die onder de meerjarige oriëntatieprogramma's van de vierde generatie (MOP IV) vallen, en een vergelijking te maken met de tussentijdse doelstellingen die op diezelfde datum voor die segmenten zijn vastgesteld.

Overeenkomstig de artikelen 6bis en 6ter van Beschikking 2002/652/EG (PB L 215 van 10.08.2002, blz.23) waarbij de meerjarige oriëntatieprogramma's van de 4e generatie met één jaar worden verlengd tot en met 31 december 2002.

Met deze informatie kunnen de regelingen voor openbare steun voor de vloot correct en transparant worden uitgevoerd. Sinds 1 juli 2002 mag geen steun voor de bouw van visserijschepen meer worden verstrekt in de segmenten van MOP IV waarvoor op dat moment niet aan de doelstellingen was voldaan.

In deze verslag legt de Commissie dus uit hoe de tussentijdse doelstellingen op 30 juni 2002 per vlootsegment zijn berekend, en hoe deze zijn vergeleken met de situatie van dezelfde segmenten op dezelfde datum, zoals opgenomen in het communautaire gegevensbestand inzake vissersvaartuigen ("het vlootregister"). Deze berekeningen zijn slechts toegepast op de doelstellingen die zijn uitgedrukt in termen van capaciteit (GT en kW), aangezien de als hoeveelheden visserij-inspanning (GT x aantal dagen en kW x aantal dagen) uitgedrukte doelstellingen alleen per vol jaar kunnen worden berekend, als gevolg van het seizoensgebonden karakter van de visserijactiviteit.

De resultaten zijn als volgt:

* Alle landen hebben op 30 juni 2002 hun algemene tussentijdse doelstelling in kW bereikt.

De effecten van de maatregelen van MOP IV in GT kunnen moeilijk worden beoordeeld zolang de hermeting van de vloot, die in 2003 klaar zou moeten zijn, nog niet voltooid is. Daarom kan alleen aan kW worden gerefereerd.

* Daarvan hebben alleen België, Denemarken, Spanje, Portugal, Ierland en Finland voor alle segmenten van hun vloot het gestelde doel in kW gerealiseerd.

Als gevolg daarvan moesten België, Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Griekenland, Italië, Nederland en Zweden met ingang van 1 juli 2002 voor een of meerdere van hun vlootsegmenten de steunregelingen voor de bouw of de modernisering schorsen.

Inleiding

Voor elke lidstaat van de Gemeenschap is een meerjarig oriëntatieprogramma (MOP) uitgewerkt waarin de doelstellingen voor de inkrimping van de vissersvloot zijn vastgesteld om de visserij-inspanning in overeenstemming te brengen met de beschikbare visbestanden. De MOP's van de vierde generatie (MOP IV) zijn in december 1997 goedgekeurd met doelstellingen voor de periode 1997-2001. Deze periode is bij beschikking van de Raad tot eind 2002 verlengd.

Beschikkingen 98/119/EG tot en met 98/131/EG van de Commissie (PB L 39 van 12.2.1998, blz. 1-84).

PB L 31 van 01.02.2002, blz. 77.

Vaststelling van de tussentijdse doelstellingen

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Artikel 6bis van Beschikking 2002/652/EG van de Commissie , waarbij de MOP's tot en met 31 december 2002 worden verlengd, luidt als volgt: 'Op basis van de gegevens over de stand van zaken op 30 juni 2002 in het communautaire gegevensbestand van vissersvaartuigen stelt de Commissie een document op waarin voor elk vlootsegment van elke lidstaat de verschillen zijn vermeld tussen enerzijds de capaciteiten in GT-tonnage en kW op die datum, en anderzijds de tussentijdse doelstellingen, die per segment worden berekend door het rekenkundig gemiddelde te bepalen van de doelstellingen voor het vijfde en het zesde jaar van het programma'. Aan de hand van de volgende figuur wordt geïllustreerd hoe deze berekening voor elk vlootsegment afzonderlijk en voor de algemene doelstelling is uitgevoerd:

PB L 215 van 10.08.2002, blz.23.

Overeenkomstig artikel 6ter van Beschikking 2002/652/EG van de Commissie wordt in dit geval voor het vergelijken van de situaties en de doelstellingen van de vloten alleen naar de capaciteit gekeken.

In het kader van het MOP is de capaciteit van een vaartuig gedefinieerd als de tonnage in brutoton (GT) en het voortstuwingsvermogen in kW.

Hermeting van de tonnage

De tonnagedoelstellingen van MOP III (1992-1996) waren uitgedrukt in brutoregisterton (BRT), hoewel in vrijwel alle lidstaten voor de capaciteitsmeting diverse tonnage-eenheden werden gebruikt: sommige vaartuigen werden gemeten in BRT, andere in GT en nog andere in nationale tonnage-eenheden.

Om de tonnagemetingen te harmoniseren zijn Verordening (EG) nr. 3259/94 van de Raad en Beschikking 95/84/EG van de Commissie vastgesteld. Daarin is bepaald dat de tonnage van alle vissersvaartuigen in brutoton (GT) moet worden uitgedrukt, waarbij voor vaartuigen van minder dan 15 m over alles de bepaling van GT is vereenvoudigd en verder formules zijn vastgesteld om, in afwachting van volledige hermeting, de GT-tonnage van vaartuigen met een lengte tussen 15 en 24 m te ramen.

PB L 339 van 29.12.1994, blz. 11.

PB L 67 van 25.3.1995, blz. 33.

Zoals met de lidstaten was overeengekomen, zijn bij de vaststelling van MOP IV de tonnagedoelstellingen in GT-eenheden omgerekend. Op het ogenblik van de vaststelling hadden sommige lidstaten echter weinig vorderingen gemaakt met het hermeten van hun vloot, zodat de doelstellingen - hoewel nominaal in GT-eenheden uitgedrukt - nog steeds uit een mix van GT, GT-ramingen, BRT en nationale eenheden bestonden.

De lidstaten hebben tot eind 2003 de tijd om de hermeting van hun vloot in GT te voltooien. Naarmate deze hermeting vordert, komen in het vlootregister werkelijke waarden in de plaats van de GT-ramingen. Dit heeft onvermijdelijk negatieve gevolgen voor de vergelijkbaarheid van de situaties en van de doelstellingen inzake tonnage. Strikt genomen zouden de tonnagedoelstellingen opnieuw moeten worden berekend telkens als er een vaartuig wordt hermeten. Om praktische redenen evenwel, worden de doelstellingen slechts periodiek herzien. In de tussentijd blijft de toetsing van de vlootsituatie aan de tonnagedoelstellingen onbetrouwbaar.

Voor België en Finland is in dit verslag voor alle segmenten reeds definitief rekening gehouden met het effect van de hermeting.


Vlootregister

De uitvoering van de meerjarige oriëntatieprogramma's wordt gemonitord aan de hand van de mededelingen die voor het communautaire gegevensbestand inzake vissersvaartuigen ("het vlootregister") worden gedaan. Het bestand bevat gegevens over de fysieke kenmerken van bijna alle van de ongeveer 100 000 zeevisserijvaartuigen van de Europese vloten, en ook informatie over het MOP-segment waartoe elk vaartuig behoort. Het is de bedoeling dat het de gegevens over de vloot levert voor alle aspecten van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

In de voorgaande verslagen over de resultaten van het MOP werden soms grote verschillen geconstateerd tussen de gegevens van het vlootregister en de door de lidstaten in hun jaarlijkse nationale verslagen verstrekte gegevens. Een van de redenen voor deze verschillen was dat de door de lidstaten meegedeelde gegevens werden gecontroleerd op fouten voordat de gegevens in de database werden opgenomen. Een geweigerd of verdacht gegeven werd voor correctie of controle aan de lidstaat teruggezonden. Met deze procedure wilde men de betrouwbaarheid van het vlootregister verbeteren, maar in de praktijk leidde dit er vaak toe dat gegevens in de nationale registers en die in het vlootregister van de Gemeenschap niet met elkaar overeenstemden.

De procedure is thans gewijzigd. De lidstaten hebben via de internetapplicatie FRONT (Fleet Register on the Net) voortaan rechtstreeks toegang tot hun eigen gegevens in het communautaire vlootregister. Dit betekent dat de nationale autoriteiten onmiddellijk correcties kunnen aanbrengen zodra de gegevens in het communautaire register beginnen af te wijken van die in de nationale database. In het licht hiervan is voor de in dit verslag gebezigde capaciteitscijfers gebruikgemaakt van de informatie in het communautaire vlootregister. Desondanks vertoont het vlootregister nog steeds een aantal tekortkomingen. De belangrijkste daarvan betreft het feit dat er voor sommige vaartuigen geen geschikte MOP-segmentcode bestaat. In de hierna volgende tabellen zijn deze vaartuigen onder de vermelding 'Nergens ondergebracht' opgenomen. De diensten van de Commissie werken samen met de betrokken lidstaten aan een oplossing.

Globale resultaten

De tabel Vergelijking per lidstaat tussen de bestaande situatie en de algemene tussentijdse doelstelling op 30/06/2002 geeft de ontwikkeling in percentage van het tonnage en het motorvermogen tussen 1 januari 1997 en 30 juni 2002.

De asterisk na de tonnage (GT*) betekent dat de daarna vermelde totaalcijfers bestaan uit een mix van GT- en brt-waarden. Voor het verkrijgen van het totaalcijfer worden in eerste instantie de GT-waarden genomen, ongeacht of deze het resultaat zijn van meting of van schatting. Wanneer geen GT-waarde beschikbaar is, wordt de brt-waarde gebruikt.

Realisatie van de capaciteitsdoelstellingen

In de onderstaande tabel wordt aan de hand van de gegevens van het communautaire gegevensbestand van vissersvaartuigen de ontwikkeling van de hele communautaire vloot sinds het begin van MOP IV samengevat. De gegevens van de lidstaten die op 30 juni 2002 hun doelstellingen nog niet hadden bereikt hebben een gearceerde achtergrond.

Sinds 1 januari 1997 is de vloot ingekrompen met ongeveer 7,6% in motorvermogen. In tonnage bedraagt deze inkrimping volgens de tabel 3,5%, maar deze waarde blijft onzeker zolang de hermeting van de vloot niet is voltooid.

Vergelijking per lidstaat tussen de bestaande situatie en de algemene tussentijdse doelstelling op 30/06/2002

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn, behalve voor België en Finland, voor welke landen definitief rekening wordt gehouden met de hermeting.

De landen met een gearceerde achtergrond hebben hun doelstellingen niet bereikt.

(*) In de gegevens betreffende de situatie in Frankrijk op 1 januari 1997 zijn de vaartuigen met thuishaven in de Franse overzeese departementen (circa 17000 GT en 100 000 kW) niet opgenomen, aangezien daarover geen exacte gegevens bestaan.

Segmenten waarvoor de tussentijdse doelstellingen op 30/06/2002 zijn bereikt

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Resultaten per lidstaat

In de volgende tabellen worden de resultaten van MOP IV op 30 juni 2002 voor elk van de lidstaten samengevat.

In deze tabellen worden de capaciteitsdoelstellingen op 30 juni 2002 vergeleken met de situatie van de vloot volgens het communautaire gegevensbestand inzake vissersvaartuigen op die datum.


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd.

De doelstellingen in tonnage, uitgedrukt als GT voor de segmenten 4A1 et 4A2, zijn definitief. Er worden later geen aanpassingen gedaan om rekening te houden met de hermeting van de vloot.


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

Voor de segmenten 4C4, 4C6 en 4C7 zijn de doelstellingen in tonnage, uitgedrukt als GT, definitief. Er worden later geen aanpassingen gedaan om rekening te houden met de hermeting van de vloot.


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

De doelstelling in tonnage, uitgedrukt als GT voor het segment 4B4, is definitief. Er worden later geen aanpassingen gedaan om rekening te houden met de hermeting van de vloot.


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

Voor het segment 4E4 is de doelstelling in tonnage, uitgedrukt als GT, definitief. Er worden later geen aanpassingen gedaan om rekening te houden met de hermeting van de vloot.


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


Voor de segmenten 4L1, 4L2, 4L3 en 4L4 zijn de doelstellingen in tonnage, uitgedrukt als GT, definitief. Er worden later geen aanpassingen gedaan om rekening te houden met de hermeting van de vloot.


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

Voor de segmenten 4F5 en 4F6 zijn de doelstellingen in tonnage, uitgedrukt als GT, definitief. Er worden later geen aanpassingen gedaan om rekening te houden met de hermeting van de vloot.


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

Voor het segment 4N8 is de doelstelling in tonnage, uitgedrukt als GT, definitief. Er worden later geen aanpassingen gedaan om rekening te houden met de hermeting van de vloot.


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

De doelstelling in tonnage, uitgedrukt als GT voor het segment 4D4, is definitief. Er worden later geen aanpassingen gedaan om rekening te houden met de hermeting van de vloot.


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

Voor de segmenten 4J2, 4J3 en 4J4 zijn de doelstellingen in tonnage, uitgedrukt als GT, definitief. Er worden later geen aanpassingen gedaan om rekening te houden met de hermeting van de vloot.


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

Conclusie

In de periode van 1 januari 1997 tot en met 30 juni 2002 is de communautaire vloot ingekrompen met 71.141 GT en 599.634 kW, hetgeen overeenkomt met een inkrimping van de vlootcapaciteit met ongeveer 3,5% aan tonnage en met 7,6% aan vermogen. De meting van de tonnage is onnauwkeurig aangezien de hermeting van de vloot nog loopt. Op 30 juni 2002 had de communautaire vloot meer gerealiseerd dan de doelstellingen, namelijk 19% en 13% meer dan de einddoelstellingen van MOP IV uitgedrukt in tonnage respectievelijk motorvermogen.

Veel lidstaten hebben nog niet in alle segmenten hun doelstellingen bereikt.

Dit verslag heeft tot doel de lidstaten ertoe te bewegen maatregelen te nemen om de situatie te corrigeren wanneer dat vereist is en om de regelingen voor openbare steun te schorsen voor segmenten die de doelstellingen niet naleven, namelijk overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 9 en 10 van Verordening (EG) nr. 2792/99 en in artikel 6ter van de Beschikking 2002/652/EG van de Commissie waarbij de looptijd van de meerjarige oriëntatieprogramma's van de 4e generatie met één jaar wordt verlengd tot en met 31 december 2002.

PB L 337 van 30.12.1999, blz. 14.

PB L 215 van 10.08.2002, blz.23