Toelichting bij COM(1998)99 - Verplichte opneming in de etikettering van bepaalde met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen van andere gegevens dan die waarin Richtlijn 79/112/EEG voorziet - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(1998)99 - Verplichte opneming in de etikettering van bepaalde met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen van ... |
---|---|
bron | COM(1998)99 ![]() ![]() |
datum | 25-02-1998 |
2. Deze verordening van de Commissie is van toepassing op de etikettering van met genetisch gemodificeerde sojabonen en mai's geproduceerde levensmiddelen en voedselingredienten waarvoor toestemming was verleend krachtens Richtlijn 90/220/EEG voor de inwerkingtreding van de verordening nieuwe voedingsmiddelen. Zij werd gepubliceerd in het Publicatieblad van 20.09.1997 en trad in werking op 1 november 1997.
3. Verordening (EG) nr. 1813/97 is vastgesteld op grond van artikel 4, lid 2, van Richtlijn 79/112/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake etikettering en presentatie van levensmiddelen bestemd voor de eindverbruiker alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame.
4. Met het oog op de bescherming van de consument, teneinde te zorgen voor eerlijke concurrentievoorwaarden binnen de interne markt en gezien de noodzaak een samenhangend communautair beleid te ontwikkelen voor met behulp van biotechnologie geproduceerde levensmiddelen, werd het noodzakelijk geacht op dezelfde principes gebaseerde voorschriften inzake de ter informatie van de eindverbruiker bedoelde etikettering te hanteren voor met genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) geproduceerde levensmiddelen en voedselingredienten die voor de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 258/97 met een overeenkomstig Richtlijn 90/220/EEG verleende machtiging, respectievelijk daarna op de markt zijn gebracht.
5. De eerste stap naar het bereiken van dit doel, die werd gezet met bovcngenoemde Verordening (EG) nr. 1813/97, bestond in de eis dezelfde bepalingen als die welke zijn vastgesteld bij artikel 8 van Verordening (EG) nr. 258/97 toe te passen voor met onder Beschikking 96/281/EG vallende genetisch gemodificeerde sojabonen en met onder Beschikking 97/98/EG vallende genetisch gemodificeerde mai's geproduceerde levensmiddelen en voedselingredienten.
6. Algemene etiketteringsvoorschriften voor bovengenoemde producten volstaan echter niet om duidelijk te maken welke soja- en mai'sproducten moeten worden geetiketteerd en op welke wijze. Als tweede stap moeten ook, overeenkomstig de in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 258/97 gehanteerde benadering, nadere uniforme communautaire regels worden vastgesteld.
In artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1813/97 zelf was al bepaald dat “nadere uniforme communautaire regels voor de etikettering van de in artikel 1 bedoelde levensmiddelen zo spoedig mogelijk zullen worden vastgesteld.”
Inhoudsopgave
7. De in bijgaande voorstel voor een verordening vervatte maatregelen vormen de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1813/97 aangekondigde nadere uniforme communautaire regels
Voorstcl voor ecn
Verordening (EG) nr...../98 van de Raad
van ...
betreffende de verplichte opneming in de etikettering van bepaalde met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen van andere gegevens dan die waarin Richtlijn 79/112/EEG voorziet
(Voor de EER relevante tekst)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Euro peso Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 79/112/EEG van de Raad van 18 december 1978 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake etikettering en presentatie van levensmiddelen bestemd voor de eindverbruiker alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame1, als laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/4/EG van het Europees Parlement en de Raad2, inzonderheid op artikel 4, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie,
1. Overwegende dat overeenkomstig de voorschriften van deel C van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad van 23 april 1990 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu3 toestemmingen zijn verleend tot het in de handel brengen van bepaalde genetisch gemodificeerde produeten bij Bcschikking 96/281/EG van de Commissie van 3 april 1996 inzake het overeenkomstig Richtlijn 90/220/EEG van de Raad in de handel brengen van genetisch gemodificeerde sojabonen (Glycine max L.) met verhoogde tolerantie voor het herbicide glyfosaat4 , en bij Beschikking 97/98/EG van de Commissie van 23 januari 1997 betreffende het overeenkomstig Richtlijn 90/220/EEG van de Raad in de handel brengen van genetisch gemodificeerde mats (Zea mays L.) met de gecombineerde modilicatie voor insectendodende eigenschappen door het Bt-endotoxinegen en voor verhoogde tolerantie voor het herbicide glufosinaatammonium5;
2. Overwegende dat overeenkomstig Richtlijn 90/220/EEG geen veiligheidsrisico’s zijn aangetoond op grond waarvan in de etikettering van genetisch gemodificeerde sojabonen {Glycine max L.) of van genetisch gemodificeerde mais {Zea mays L.) de vermelding moet worden opgenomen dat ze door genetische modificatietechnieken zijn verkregen;
PB nr. L 33 van 8.2.1979, biz. 1.
PB nr. 1.43 van 14.2.1997, biz. 21. PB nr. L I 17 van 8.5.1990, biz.. 15. PB nr. L 107 van 30.4.1996, biz. 10. PB nr L 31 van 1.2.1997, biz.. 69.
3. Overwegende dat Richtlijn 90/220/EEG niet van toepassing is op niet-levensvatbare producten die van genetisch gemodificeerde organismen (hiema “GGO’s” te noemen) zijn afgeleid;
4. Overwegende dat bepaalde lidstaten maatregelen in verband met de etikettering van met de betrokken producten geproduceerde voedingsmiddelen en voedselingredienten hebben genomen; dat verschillen tussen deze maatregelen het vrije verkeer van deze voedingsmiddelen en voedselingredienten kunnen belemmeren en daardoor de werking van de interne markt nadelig kunnen beinvloeden; dat derhalve uniforme communautaire etiketteringsvoorschriften voor de betrokken producten moeten worden vastgesteld;
5. Overwegende dat Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingredienten6 in artikel 8 aanvullende specifieke etiketteringseisen stelt met het oog op een goede voorlichting van de eindverbruiker; dat die aanvullende specifieke etiketteringseisen niet van toepassing zijn op voedingsmiddelen en voedselingredienten die in de Gemeenschap in significante mate voor menselijke voeding zijn gebruikt voor de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 258/97 en derhalve niet als nieuw worden aangemerkt;
6. Overwegende dat, om concurrentiedistorsie te voorkomen, op dezelfde beginselen gebaseerde etiketteringsvoorschriften voor de voorlichting van de eindverbruiker van toepassing moeten zijn op uit GGO’s bestaande of van GGO’s afgeleide voedingsmiddelen en voedselingredienten die krachtens een toestemming overeenkomstig Richtlijn 90/220/EEG voor de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 258/97 in de handel zijn gebracht en op voedingsmiddelen en voedselingredienten die daama in de handel worden gebracht;
7. Overwegende dat derhalve bij Verordening (EG) nr. 1813/97 van de Commissie betreffende de verplichte opneming in de etikettering van bepaalde met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen van andere gegevens dan die waarin Richtlijn 79/112/EEG voorziet7, algemene etiketteringsvoorschriften voor bovenvermelde producten zijn vastgesteld;
8. Overwegende dat nu dringend nadere uniforme communautaire voorschriften moeten worden aangenomen voor de etikettering van de onder Verordening (EG) nr. 1813/97 vallende levensmiddelen;
9. Overwegende dat er met name, overeenkomstig de in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 258/97 gehanteerde benadering, voor moet worden gezorgd dat de eindverbruiker wordt ingelicht omtrent alle kenmerken of eigenschappen van het voedingsmiddel zoals de samenstelling, de voedingswaarde of het nutritieve effect, dan wel het beoogde gebruik ervan, waardoor het voedingsmiddel of voedselingredient niet langer gelijkwaardig is aan een bestaand voedingsmiddel of voedselingredient; dat daartoe voor voedingsmiddelen en voedselingredienten geproduceerd met genetisch gemodificeerde sojabonen of genetisch
PB nr. L 43 van 14.2.1997, biz. 1. PB nr. L 257 van 20.9.1997, biz. 7.
gemodificeerde mais die niet gelijkwaardig zijn aan vergelijkbare conventionele producten, etiketteringsvoorschriften moeten gelden;
10. Overwegende dat, overeenkomstig de in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 258/97 gehanteerde benadering, etiketteringsvoorschriften gebaseerd moeten zijn op wetenschappelijk onderzoek;
11. Overwegende dat voor bovenvermelde producten duidelijke etiketteringsvoorschriften moeten worden vastgesteld waarop betrouwbare, gemakkelijk herhaalbare en praktisch uitvoerbare officiele eontroles kunnen worden gebaseerd; dat gemeenschappelijke wetenschappelijk gevalideerde testmethodes moeten worden ontwikkeld;
12. Overwegende dat er ook voor moet worden gezorgd dat de eliketteringseisen niet omslachtiger zijn dan nodig, maar wel voldoende gedetailleerd om te garanderen dat de consument de informatie krijgt die hij nodig heeft;
13. Overwegende dat de aanwezigheid in voedingsmiddelen en voedselingredienten van door genetische modificatie verkregen DNA momenteel het criterium lijkt te zijn dat het beste beantwoordt aan bovenvermelde eisen; dat deze benadering kan worden heroverwogen in het licht van toekomstige ontwikkelingen in de wetenschappelijke kennis;
14. Overwegende dat met genetisch gemodificeerde sojabonen {Glycine max L.) of genetisch gemodificeerde mais (Zea mays L.) geproduceerde voedingsmiddelen en voedselingredienten die door genetische modificatie verkregen DNA bevatten, niet gelijkwaardig zijn en dat daarvoor bijgevolg elikelteringsvoorsehriften moeten gelden;
15. Overwegende dal door genetische modificatie verkregen DNA in de loop van de opeenvolgende productiestadia kan zijn vernietigd; dat in dat geval de betrokken voedingsmiddelen en voedselingredienten met het oog op de etikettering als gelijkwaardig dienen te worden beschouwd; dat daarvoor bijgevolg geen etiketteringsvoorschriften moeten gelden;
16. Overwegende dat niettemin denkbaar is dat bepaalde verwerkingsmethodes het DNA elimineren maar niet de eiwitten; dat niet valt uit te sluiten dat dergelijke methodes op voedingsmiddelen kunnen worden toegepast; dat voedingsmiddelen en voedselingredienten die geen door genetische modificatie verkregen DNA maar wel door genetische modificatie verkregen eiwitten bevatten, niet als gelijkwaardig kunnen worden beschouwd; dat daarvoor bijgevolg etiketteringsvoorschriften moeten gelden;
17. Overwegende dat de vereiste informatie in de lijst van ingredienten dient te worden opgenomen, behalve bij producten waarvoor een dergelijke lijst niet wordt vermeld, in welk geval de informatie duidelijk op de etikettering moet worden aangebracht;
18. Overwegende dat wat betreft voedingsmiddelen en voedselingredienten die bestemd zijn om in de handel te worden gebracht voor levering aan de eindverbruiker en die zowel genetisch gemodificeerde als conventionele producten kunnen bevatten, onverminderd de overige etiketteringsvoorschriften van deze verordening, voor de consument bedoelde informatie over de mogelijke aanwezigheid van genetisch gemodificeerde producten in de betrokkcn voedingsmiddelen en voedselingredienten - bij wijze van uitzondering en met name voor onverpakte parlijcn - geacht wordt aan de eiscn van dcze verordening te voldoen;
19. Overwegende dat deze verordening geen afbreuk doet aan het recht van de deelnemers aan het handelsverkeer om op vrijwillige basis op het etiket van hun producten andere gegevens te vermelden dan die waarin deze verordening voorziet (bijvoorbeeld betreffende de afwezigheid van met genetisch gemodificeerde sojabonen en mais geproduceerde voedingsmiddelen en voedselingredienten, of de aanwezigheid van dergelijke voedingsmiddelen en voedselingredienten ingeval die niet wetenschappelijk verifieerbaar maar wel op een andere manier aantoonbaar is), voorzover de desbetreffende vermeldingen in overeenstemming zijn met het bepaalde in Richtlijn 79/112/EEG;
20. Overwegende dat, gclcl op het loepassingsgebied en dc elTecten van de voorgenomcn maatrcgelen, dc bij dc voorliggende verordening ingevoerde communautaire regcling niet allcen noodzakelijk maar ook essenticel is, willen dc beoogde doelstellingen worden bereikt; dat deze doelstellingen niet door een individueel optreden van de lidstaten kunnen worden gerealiseerd;
21. Overwegende dat deze verordening in de plaats komt van Verordening (EG) nr. 1813/97, die bijgevolg moet worden ingetrokken;
22. Overwegende dat volgens de procedure van artikel 17 van Richtlijn 79/112/EEG deze tekst is voorgelegd aan het Permanent Comite voor levensmiddelen, dat geen advies heeft kunnen uitbrengen; dat volgens dezelfde procedure de Commissie een voorstel aan de Raad moet doen.
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Art ike 11
1. Deze verordening is van toepassing op voedingsmiddelen en voedselingredienten die bestemd zijn om als zodanig aan de eindverbruiker te worden geleverd (hierna “de gespecificeerde levensmiddelen” te noemen), die geheel of gedeeltelijk zijn geproduceerd met:
- genetisch gemodificeerde sojabonen die vallen onder Beschikking 96/281/EG;
- genetisch gemodificeerde mai's die valt onder Beschikking 97/98/EG.
2. Deze verordening is niet van toepassing op levensmiddelenadditieven, aroma's voor gebruik in levensmiddelen of bij de productie van levensmiddelen gebruikte extractiemiddelen als bedoeld in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 258/97.
Artiket 2
1. Op de gespecificeerde levensmiddelen zijn de in lid 3 omschreven aanvullende specifieke etiketteringsvoorschriften van toepassing.
2. Op voedingsmiddelen en voedselingredienten als bedoeld in lid 1 die geen door genetische modificatie verkregen DNA bevatten, zijn de specifieke etiketteringsvoorschriften echter niet van toepassing, tenzij zij door genetische modificatie verkregen eiwitten bevatten.
3. De in lid 1 bedoelde specifieke etiketteringsvoorschriften zijn de volgende:
a) Wanneer het voedingsmiddel uit meer dan een ingredient bestaat, worden in de in artikel 6 van Richtlijn 79/112/EEG bedoelde lijst van ingredienten de woorden “geproduceerd met genetisch gemodificeerde soja” of “geproduceerd met genetisch gemodificeerde mai's”, al naar gelang het geval, tussen haakjes onmiddellijk na de naam van het betrokken ingredient aangebracht. Deze tekst mag ook worden aangebracht in de vorm van een duidelijk zichtbare voetnoot bij de lijst van ingredienten, in een Iettertype van ten minste helzelfde formaat als dat van de lijst van ingredienten zelf.
b) Bij producten waarvoor geen lijst van ingredienten wordt vermeld, worden de woorden “geproduceerd met genetisch gemodificeerde soja” of “geproduceerd met genetisch gemodificeerde mai's”, al naar gelang het geval, duidelijk op de etikettering aangebracht.
c) Wanneer overeenkomstig artikel 6, lid 5, onder b), eerste streepje, van Richtlijn 79/112/EEG een ingredient met de naam van een categoric wordt aangeduid, wordt deze aanduiding aangevuld met de woorden “bevaf ’ resp. “kan [ingredienten] bevatten geproduceerd met genetisch gemodificeerde soja/genetisch gemodificeerde mai's”, al naar gelang het geval.
d) Wanneer een bestanddeel van een samengesteld ingredient van een gespecificeerd levensmiddel is afgeleid, wordt het, samen met de onder b) genoemde tekst, op de etikettering van het eindproduct vermeld.
Bij wijze van uitzondering wordt, indien de aanwezigheid van aan de etiketteringsvoorschriften van de punten a) tot en met d) onderworpen genetisch gemodificeerde producten in een voedingsmiddel of voedselingredient niet uitgesloten is, maar ook niet kan worden aangetoond, door de vermelding van de woorden “kan bevatten” of “mogelijk geproduceerd met” aan de in die punten genoemde voorschriften voldaan.
4. Het eerste, tweede en derde lid doen geen afbreuk aan de overige bepalingen van het Gemeenschapsrecht inzake de etikettering van levensmiddelen.
Artikel 3
Verordening (EG) nr. 1813/97 wordt ingetrokken.
Artikel 4
De etiketteringsvoorschriften van deze verordening gelden niet voor producten die legaal in de Gemeenschap zijn vervaardigd en geetiketteerd of legaal in de Gemecnschap zijn geimporteerd en in het vrije verkeer zijn gebracht voor de inwerkingtreding van deze verordening.
Artikel 5
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschap.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te.
ISSN 0254-1513
COM(98) 99 def.
DOCUMENTEN
NL
03 10 15
Catalogusnummer : CB-CO-98-104-NL-C
ISBN 92-78-31298-3
/O