Toelichting bij COM(2018)290 - Ondertekening van een protocol tot wijziging van de Interbus-overeenkomst door te voorzien in de mogelijke toetreding van Marokko

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De Interbus-overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen 1 is op 1 januari 2003 in werking getreden. De Overeenkomst is nadien herzien bij besluit nr. 1/2011 2 van het Gemengd comité dat is opgericht bij artikel 23 van die Overeenkomst. 

Het geografisch toepassingsgebied van de Interbus-overeenkomst omvat uitsluitend de landen die deel uitmaken van de Europese Conferentie van Ministers van Verkeer (CEMT). Naast de Europese Unie zijn de Republiek Albanië, Bosnië en Herzegovina, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de Republiek Moldavië, Montenegro, de Republiek Turkije en Oekraïne momenteel partij bij de overeenkomst. Andere CEMT-leden kunnen tot de overeenkomst toetreden.

Op 5 december 2014 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om onderhandelingen te openen met het oog op wijziging van de Interbus-overeenkomst teneinde het Koninkrijk Marokko op te nemen in het geografisch toepassingsgebied van die Overeenkomst.

De onderhandelingen werden gevoerd met de verdragsluitende partijen, in overleg met een door de Raad aangewezen speciaal comité. De lidstaten werden telkens uitgenodigd om als deskundige deel te nemen.

Tijdens de bijeenkomst van 10 november 2017 zijn de aanwezige verdragsluitende partijen overeengekomen de tekst als stabiel en afgerond te beschouwen. Er werd een termijn voor ondertekening overeengekomen. Er waren drie verdragsluitende partijen van Oost- en Zuidoost-Europa (de Republiek Moldavië, Montenegro en Oekraïne) aanwezig. Voorts hadden twee verdragsluitende partijen (Albanië en Turkije) zich reeds eerder schriftelijk achter de tekst geschaard.

De Interbus-overeenkomst staat open voor toetreding door landen die volwaardig lid zijn van de CEMT. Het Koninkrijk Marokko is geen lid van de CEMT maar bezit sinds 2006 de status van waarnemer van deze conferentie.

De Overeenkomst moet voorzien in een duidelijke rechtsgrondslag voor de toetreding van het Koninkrijk Marokko. Op basis van de beschikbare documenten kan de Commissie niet concluderen dat het in mei 2006 door de ministers van 43 landen opgerichte ITF de opvolger en vervanger is van de CEMT, hetgeen alle ITF-lidstaten overeenkomstig artikel 30, lid 1, van de Overeenkomst het recht zouden verlenen tot de Overeenkomst toe te treden.

Het aangehechte protocol voegt het Koninkrijk Marokko toe aan de in artikel 30, lid 2, genoemde landen die tot de Interbus-overeenkomst kunnen toetreden. De reeds in artikel 30, lid 2, genoemde landen zijn de Republiek San Marino, het Prinsdom Andorra en het Prinsdom Monaco.

De mogelijke toetreding van het Koninkrijk Marokko tot de Interbus-overeenkomst zal bijdragen tot de ontwikkeling van de internationale passagiersverbindingen, het toerisme en de culturele uitwisseling met de landen die nog geen partij zijn bij de Interbus-overeenkomst en de organisatie daarvan faciliteren.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorgestelde protocol in de bijlage bij dit besluit van de Raad spoort met en is een aanvulling op het wegvervoerbeleid van de EU. Het ondersteunt de toegang van buurlanden van de EU tot de markt voor passagiersvervoer in de EU (en omgekeerd) door een regelgevingskader te creëren voor de organisatie van grensoverschrijdend toerisme in beide richtingen.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel is consistent met het nabuurschapsbeleid van de EU en haar beleid inzake externe betrekkingen.

2. RECHTSGRONDSLAG

De rechtsgrondslag voor het voorstel is artikel 91 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 5, VWEU.

Keuze van het instrument

Op grond van artikel 218, lid 5, VWEU is een besluit van de Raad het passende instrument.

3. BIJEENBRENGEN EN BENUTTEN VAN DESKUNDIGHEID EN EFFECTBEOORDELING / VEREENVOUDIGING

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid en effectbeoordeling

Bij de opstelling van dit voorstel heeft de Commissie input gekregen van onder andere de deskundigen van de lidstaten die bij de voorbereiding van de onderhandelingen waren betrokken.

De verwachte gevolgen zijn positief: de openstelling van de Interbus-overeenkomst voor één extra land zal nieuwe kansen creëren voor zowel de huidige overeenkomstsluitende partijen als het Koninkrijk Marokko. Aangezien hierdoor stappen worden genomen om het EU-acquis op het gebied van het personenvervoer ook in Marokko toe te passen, zal dit initiatief de technische, economische en sociale omstandigheden van het vervoer van en naar Marokko ten goede komen. De totale impact op het milieu zou bescheiden zijn.

Vereenvoudiging

De uitbreiding van het geografisch toepassingsgebied van de Interbus-overeenkomst op ongeregeld passagiersvervoer met touringcars en autobussen zal de organisatie van dergelijk vervoer van en naar een extra derde land vereenvoudigen.

De betrokken exploitanten zijn soms kleine en middelgrote ondernemingen met een kleine vloot touringcars of autobussen, maar het kan ook gaan om grote bedrijven met een omvangrijk wagenpark.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Geen.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Regelingen inzake monitoring, evaluatie en verslaglegging

De werking van de Interbus-overeenkomst wordt om de vijf jaar geëvalueerd door het bij artikel 23 van de Overeenkomst opgerichte Gemengd Comité.

Verdere procedure

De Commissie is van mening dat de procedure moet worden ingeleid om het ontwerpprotocol te ondertekenen en vervolgens te sluiten. Derhalve dient de Commissie bij de Raad een voorstel in voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening van een ontwerpprotocol tot wijziging van de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) waardoor die Overeenkomst wordt opengesteld voor toetreding door het Koninkrijk Marokko.

Artikelsgewijze toelichting

Specifieke bepalingen van het voorgestelde besluit van de Raad:

·Artikel 1 voorziet in de ondertekening van het ontwerpprotocol waardoor de Overeenkomst wordt opengesteld voor toetreding van het Koninkrijk Marokko.

·Op grond van Artikel 2 wordt de onderhandelaar gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om het ontwerpprotocol namens de Unie te ondertekenen.

·Artikel 3 heeft betrekking op de inwerkingtreding van het besluit van de Raad.

Specifieke bepalingen van de bijlage bij het voorstel voor een besluit van de Raad:

·Artikel 1 voorziet in een wijziging van de Interbus-overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen en biedt het Koninkrijk Marokko de mogelijkheid om toe te treden tot de Overeenkomst.

·De artikelen 2 tot en met 6 hebben betrekking op de administratieve procedures voor de inwerkingtreding van het protocol en bevatten bepalingen inzake de taalregeling.