Toelichting bij COM(2013)585 - Machtiging voor Roemenië tot verlenging van de bijzondere maatregel in afwijking van art. 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende de BTW

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Overeenkomstig artikel 395, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna 'de btw-richtlijn' genoemd) kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van de bepalingen van deze richtlijn afwijkende maatregelen te treffen, teneinde de belastinginning te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 13 maart 2013, heeft Roemenië verzocht om verlenging van de derogatie waarbij het in afwijking van artikel 193 van de btw-richtlijn de verleggingsregeling mag toepassen op timmerhout- en houtproducten. Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van de btw-richtlijn heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 17 juni 2013 van het verzoek van Roemenië in kennis gesteld. Bij brief van 18 juni 2013 heeft de Commissie Roemenië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

Algemene context



Krachtens artikel 193 van de btw-richtlijn is de belastingplichtige die goederen levert of diensten verricht, in de regel ook de persoon die tot voldoening van de btw is gehouden.

In 2009 heeft de Roemeense regering verzocht om een derogatie overeenkomstig artikel 395 van de btw-richtlijn om een verleggingsregeling te mogen toepassen waarbij de belastingplichtige ontvanger van de goederen of diensten wordt gehouden tot voldoening van de btw in het geval van:

- de levering van goederen of het verrichten van diensten door belastingplichtigen die zich in een insolventieprocedure bevinden, met uitzondering van detailhandelaren;

- de levering van houtproducten door belastingplichtigen – meer bepaald hout op stam, rond of gekliefd werkhout, brandhout, timmerhoutproducten, alsook gekantrecht of verspaand hout en ruw hout, bewerkt of halfbewerkt hout.

De Raad heeft dit verzoek goedgekeurd en Roemenië gemachtigd om tot 31 december 2013 de verleggingsregeling toe te passen op de hierboven genoemde prestaties. Roemenië heeft nu verzocht om een verlenging van de derogatie ter zake van leveringen van houtproducten, maar niet ter zake van bedrijven die zich in een insolventieprocedure bevinden.

De bosbouwsector in Roemenië telt een groot aantal kleine wederverkopers en tussenpersonen, waarop de belastingautoriteiten maar zeer moeilijk controle kunnen uitoefenen. De leveringen worden vaak verricht aan grotere, gevestigde bedrijven, die dus gemakkelijker te controleren zijn. Dit soort sector is bijgevolg zeer vergelijkbaar met de sectoren die onder artikel 199 van de btw-richtlijn vallen en waarvoor de verleggingsregeling een doeltreffend instrument is gebleken zonder dat dit negatieve gevolgen heeft gehad wat betreft fraude in de detailhandel of fraude in andere lidstaten of sectoren.

Op grond van de door de Roemeense regering verstrekte informatie lijkt het gerechtvaardigd de derogatie te verlengen.

Een verlenging moet beperkt zijn in de tijd om te kunnen evalueren of de voorwaarden waarop zij is gebaseerd, nog altijd vervuld zijn. Daarom wordt voorgesteld dat het verzoek wordt ingewilligd tot 31 december 2016 en dat de Roemeense regering, als zij zou overwegen om opnieuw om verlenging na die datum te verzoeken, een verslag voorlegt waarin de doeltreffendheid van de maatregel wordt geëvalueerd en wordt onderzocht hoe groot het risico op fraude in de houtsector is.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Niet relevant.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling



Het voorstel strekt tot verlenging van een maatregel die tot doel heeft btw-ontduiking of ‑ontwijking te bestrijden en kan bijgevolg een positief economisch effect sorteren.

De derogatie heeft een specifieke en beperkte werkingssfeer en zal derhalve slechts een beperkt effect hebben.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel



Machtiging van Roemenië tot verlenging van de toepassing van een maatregel die afwijkt van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft het gebruik van een verleggingsregeling ter zake van de levering van houtproducten.

Rechtsgrondslag



Artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.

Subsidiariteitsbeginsel



Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Dit besluit betreft een machtiging die wordt verleend aan één lidstaat op diens eigen verzoek, en houdt geen enkele verplichting in.

Gezien de beperkte werkingssfeer van de derogatie staat de bijzondere maatregel in verhouding tot het beoogde doel.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: overige.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn.

Overeenkomstig artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde kan slechts van de normale btw-regels worden afgeweken als de Raad een lidstaat daartoe op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen machtigt. Een besluit van de Raad is het enige geschikte instrument, aangezien het tot een individuele lidstaat kan worden gericht.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

4.

Aanvullende informatie



Het voorstel bevat een vervalbepaling.