Toelichting bij COM(2004)468 - Wijziging van richtlijn 77/388/EEG wat betreft de BTW op postale dienstverlening (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend) - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2004)468 - Wijziging van richtlijn 77/388/EEG wat betreft de BTW op postale dienstverlening (door de Commissie overeenkomstig artikel ... |
---|---|
bron | COM(2004)468 ![]() ![]() |
datum | 08-07-2004 |
De Zesde BTW-richtlijn omvat bepalingen die voorzien in vrijstelling van bepaalde door de openbare postdiensten verrichte diensten en de daarmee gepaard gaande leveringen van goederen. Eveneens vrijgesteld zijn leveringen van postzegels die frankeerwaarde hebben. Deze bepalingen werden in 1977 aangenomen en zijn sindsdien niet meer aangepast. Ondertussen werd de postmarkt in Europa echter steeds verder opengesteld voor mededinging en aangezien de huidige regels tot een verschillende fiscale behandeling van vergelijkbare diensten leiden al naar gelang van het soort dienstverlener, zijn zij niet langer verenigbaar met het neutraliteitsbeginsel.
- De Commissie heeft haar oorspronkelijke voorstel [COM(2003) 234 def.] op 5 mei 2003 aangenomen.
- In het kader van de raadplegingsprocedure krachtens artikel 93 van het Verdrag heeft het Europees Parlement zijn advies gegeven op 11 maart 2004. In zijn advies heeft het Parlement de Commissie verzocht om 12 amendementen aan te nemen.
3. Standpunt van de Commissie ten aanzien van de amendementen van het Europees Parlement
3.1 Algemene beoordeling
Een aantal van de amendementen die het Europees Parlement tijdens zijn plenaire vergadering van 11 maart heeft goedgekeurd, is in overeenstemming met het doel van de Commissie, die ernaar streeft opnieuw gelijke voorwaarden te creƫren op de Europese postmarkt alsmede bepaalde postgebruikers tegen hogere postprijzen te beschermen. De Commissie aanvaardt derhalve deze amendementen en wijzigt haar voorstel dienovereenkomstig.
3.2 Beoordeling van de desbetreffende amendementen
- Toepassingsgebied van de nieuwe regel inzake de plaats van dienstverlening [artikel 1, punt 1]
Het Parlement stelt voor het toepassingsgebied van de bijzondere regel inzake de plaats van dienstverlening waarin het voorstel van de Commissie voorziet, uit te breiden tot standaardpostdiensten met betrekking tot geadresseerde enveloppen of pakjes die gewone correspondentie, direct mail, boeken, catalogi en kranten bevatten, met een stuksgewicht van niet meer dan 10 kg. Dit amendement zou het gewicht in kwestie in overeenstemming brengen met het gewicht dat is vermeld in artikel 3, lid 4, van Richtlijn 97/67 en dat in de sector als een natuurlijke drempel geldt. Dit amendement kan door de Commissie worden aanvaard.
- Diensten die zijn vrijgesteld in verband met de uitvoer van goederen [artikel 1, punt 3]
Volgens het huidige artikel 15, punt 13, van de Zesde BTW-richtlijn zijn de overeenkomstig artikel 13 vrijgestelde diensten uitgesloten van de vrijstelling voor diensten die verband houden met de uitvoer van goederen. Het voorstel van de Commissie wijzigt artikel 15, punt 13, in die zin dat ook de diensten die onder de nieuwe regel inzake de plaats van dienstverlening in artikel 1, punt 1, vallen, van de vrijstelling worden uitgesloten. Gezien de wijziging van artikel 1, punt 1, moet ook artikel 1, punt 3, worden gewijzigd.
- Lijst van goederen en diensten waarop verlaagde BTW-tarieven mogen worden toegepast [artikel 1, punt 6]
Volgens het oorspronkelijke voorstel van de Commissie mochten de lidstaten op bepaalde postdiensten een verlaagd tarief toepassen, namelijk de diensten die onder de bepalingen van artikel 1, punten 1 en 3, vallen. De wijzigingen die in de twee desbetreffende artikelen worden aangebracht, vereisen een overeenkomstige wijziging in artikel 1, punt 6.
- Termijn voor de tenuitvoerlegging van de voorgestelde richtlijn [nieuwe overweging 10 en artikel 2, lid 1]
De wijzigingen die zowel publieke als particuliere postbedrijven in hun systemen moeten aanbrengen om zich aan de nieuwe belastingverplichtingen aan te passen die uit deze richtlijn voortvloeien, kunnen enige tijd vergen. Het Parlement heeft zich op dit punt bezorgd getoond en verzocht dat de lidstaten en de postbedrijven voldoende tijd wordt gegund om zich voor te bereiden. Het heeft daarom voorgesteld dat de uiterste datum voor de tenuitvoerlegging van de richtlijn wordt vastgesteld op 1 januari 2007. Dit amendement van artikel 2 kan door de Commissie worden aanvaard.
4. Conclusie
Overeenkomstig artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag wijzigt de Commissie haar voorstel zoals hierboven werd uiteengezet.