Overwegingen bij COM(2025)167 - Standpunt EU in de Internationale Graanraad met betrekking tot de verlenging van het Graanhandelsverdrag 1995 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)167 - Standpunt EU in de Internationale Graanraad met betrekking tot de verlenging van het Graanhandelsverdrag 1995. |
---|---|
document | COM(2025)167 ![]() ![]() |
datum | 9 april 2025 |
(2) Op grond van artikel 33 van het verdrag kan de Internationale Graanraad het verdrag verlengen met achtereenvolgende termijnen van ieder ten hoogste twee jaar. Sinds de sluiting ervan is het verdrag regelmatig verlengd, telkens voor een periode van twee jaar. Het verdrag werd voor het laatst verlengd bij besluit van de Internationale Graanraad van 14 juni 20232 en blijft van kracht tot en met 30 juni 2025.
(3) Het is de bedoeling dat de Internationale Graanraad tijdens zijn 62e zitting op 12 juni 2025 een besluit neemt over de verlenging van het verdrag met nog eens maximaal twee jaar, van 1 juli 2025 tot en met 30 juni 2027.
(4) Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de 62e zitting van de Internationale Graanraad met betrekking tot de verlenging van het verdrag.
(5) De Unie is een grote graanproducent en een belangrijke exporteur van tarwe en gerst, maar ook een van de grootste importeurs van maïs. De Unie is altijd een actief lid geweest van de Internationale Graanraad, die een belangrijke rol speelt bij het stabiliseren van de mondiale graanmarkten en het verbeteren van de voedselzekerheid. Derhalve is de verlenging van het verdrag in het belang van de Unie.