Bijlagen bij COM(2009)216 - Standpunt van de EG in de Organisatie voor de instandhouding van zalm in de Noord Atlantische Oceaan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE

Het standpunt van de Gemeenschap in de Organisatie voor de instandhouding van zalm in de Noord-Atlantische Oceaan

1. BEGINSELEN

In het kader van de NASCO dient de Europese Gemeenschap:

a) te handelen overeenkomstig de door de Gemeenschap in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nagestreefde doelstellingen, met name door het hanteren van de voorzorgsaanpak om een duurzame exploitatie van zalm te garanderen, de geleidelijke tenuitvoerlegging van een op het ecosysteem gebaseerde aanpak van het visserijbeheer te bevorderen en het effect van visserijactiviteiten op het mariene ecosysteem zo veel mogelijk te beperken, alsmede door het bevorderen van een economisch levensvatbare en concurrerende visserijsector in de Gemeenschap, daarbij zorgend voor een redelijke levensstandaard voor degenen die van visserijactiviteiten afhankelijk zijn en rekening houdend met de belangen van de consumenten;

b) erop toe te zien dat de maatregelen van de NASCO in overeenstemming zijn met de doelstellingen van Verdrag inzake de instandhouding van zalm in de Noord-Atlantische Oceaan;

c) erop toe te zien dat de maatregelen van de NASCO in overeenstemming zijn met het internationaal recht en met name met de bepalingen van het VN-Verdrag inzake het recht van de zee, de VN-Overeenkomst betreffende de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden en de Overeenkomst om de naleving van de internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen door vissersvaartuigen op de volle zee te bevorderen;

d) aan te sturen op consistentie van de standpunten die in de verschillende regionale organisaties voor visserijbeheer worden ingenomen;

e) te streven naar synergie met het beleid dat de Gemeenschap voert in het kader van haar bilaterale visserijrelaties met derde landen en te zorgen voor coherentie met haar beleid inzake buitenlandse betrekkingen;

f) erop toe te zien dat de internationale verbintenissen van de Gemeenschap worden nageleefd.

2. ORIËNTATIES

De Europese Gemeenschap zet zich waar passend in om ervoor te zorgen dat de NASCO werk maakt van de volgende acties:

a) strikte instandhoudings- en beheersmaatregelen, gericht op de duurzaamheid van de zalmbestanden op lange termijn en rekening houdend met het beste beschikbare wetenschappelijk advies;

b) maatregelen om de bescherming van kwetsbare habitats en het herstel van dergelijke habitats te garanderen, ten einde ervoor te zorgen dat wildezalmbestanden weer hun weg kunnen vinden naar plaatsen waar zij momenteel niet aanwezig zijn;

c) het, in samenwerking met de zalmkwekerijsector, opstellen en ten uitvoer leggen van maatregelen om het ontsnappen van gekweekte zalm te beperken en indien mogelijk tot nul te herleiden; de genetische en andere biologische interacties als gevolg van maatregelen op het gebied van selectie en verbetering van zalm, onder meer het introduceren en overbrengen van zalm, tot een minimum te beperken; het risico van overdracht van ziekten en parasieten op wildezalmbestanden als gevolg van aquacultuuractiviteiten zo veel mogelijk beperken; ervoor zorgen dat wildezalmbestanden worden beschermd tegen de mogelijke impact van contacten met transgene salmonidae;

d) aanvragen van landen die op verantwoordelijke manier visserij bedrijven, om toe te treden tot de NASCO aanvaarden.

[1] PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

[2] PB L 378 van 31.12.1982, blz. 24.