Artikel III-274: Europees openbaar ministerie

III-273
Artikel III-274
III-275
  • 1. 
    Ter bestrijding van strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden, kan op de grondslag van Eurojust bij Europese wet van de Raad een Europees openbaar ministerie worden ingesteld. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na goedkeuring door het Europees Parlement.
  • 2. 
    Het Europees openbaar ministerie is, in voorkomend geval in samenwerking met Europol, bevoegd voor het opsporen, vervolgen en voor het gerecht brengen van daders van en medeplichtigen aan strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie, zoals omschreven in de in lid 1 bedoelde Europese wet, schaden. Het Europees openbaar ministerie is belast met de rechtsvordering voor de bevoegde rechtbanken van de lidstaten in verband met deze strafbare feiten.
  • 3. 
    Het statuut van het Europees openbaar ministerie, de voorwaarden voor de uitoefening van zijn functies, de voor zijn activiteiten geldende procedurevoorschriften en de voorschriften inzake de toelaatbaarheid van bewijs en de voorschriften voor de rechterlijke toetsing van de procedurele handelingen die het in de uitoefening van zijn ambt verricht, worden bij de in lid 1 bedoelde Europese wet vastgesteld.
  • 4. 
    De Europese Raad kan tegelijkertijd of later een Europees besluit vaststellen tot wijziging van lid 1, teneinde de bevoegdheden van het Europees openbaar ministerie bij de bestrijding van ernstige criminaliteit met een grensoverschrijdende dimensie uit te breiden, en dientengevolge tot wijziging van lid 2 wat betreft de plegers van en medeplichtigen aan zware misdrijven die verscheidene lidstaten schaden. De Europese Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na goedkeuring door het Europees Parlement en na raadpleging van de Commissie.

1.

Toelichting Nederlandse regering

In artikel III-274 is een nieuwe rechtsbasis opgenomen die de mogelijkheid biedt tot het instellen van een Europees openbaar ministerie.

Het eerste lid beperkt het potentiële werkterrein tot strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie raken. Uit het eerste lid blijkt voorts dat de instelling van het Europees openbaar ministerie kan worden bewerkstelligd na een unaniem besluit van de Raad.

Over de totstandkoming van een Europees openbaar ministerie is lang gediscussieerd. Voor enkele lidstaten was dit een brug te ver. Zijn meenden dat essentiële elementen van nationale strafrechtelijke stelsels verloren zouden gaan bij instelling van een dergelijk openbaar ministerie. Anderen wilden juist wel verdere stappen zetten op dit terrein.

Uiteindelijk is in de Conventie ervoor gekozen om wel een rechtsbasis te creëren voor een Europees openbaar ministerie. De totstandkoming hiervan is echter afhankelijk gemaakt van latere besluitvorming terzake door de Raad.

In het vierde lid van artikel III-274 is de mogelijkheid opgenomen dat de Europese Raad later kan besluiten tot uitbreiding van de bevoegdheden van het Europees openbaar ministerie. Ook dit besluit moet unaniem worden genomen met goedkeuring van het Europees Parlement; de Commissie moet worden geraadpleegd.

2.

Toelichting Belgische regering

Artikel III-274 voorziet in de instelling van een Europees openbaar ministerie op de grondslag van Eurojust. Dit kan worden besloten door de Raad, die eenparig beslist, na goedkeuring door het Europees Parlement. Binnen de IGC i werd het mandaat van het Europees openbaar ministerie uitvoerig besproken. Sommige lidstaten wilden zijn bevoegdheden beperken tot de inbreuken die de financiële belangen van de Unie schaden (fraude tegen de gemeenschappelijke begroting).

België was voorstander van ruimere bevoegdheden voor het Europees openbaar ministerie.

Uiteindelijk bepaalt de tekst dat het Europees openbaar ministerie bevoegd zal zijn voor de bestrijding van inbreuken die de financiële belangen van de Unie schaden. Tegelijkertijd of later kan de Europese Raad echter met eenparigheid van stemmen en na goedkeuring door het Europees Parlement een besluit aannemen dat de bevoegdheden uitbreidt tot de strijd tegen de ernstige criminaliteit met een grensoverschrijdende dimensie.

3.

Ontwikkeling artikel

2003
  • 1. 
    Ter bestrijding van zware misdrijven die een grensoverschrijdende dimensie hebben, alsmede illegale activiteiten die de belangen van de Unie schaden, kan de Raad met eenparigheid van stemmen en met instemming van het Europees Parlement een Europese wet vaststellen waarbij binnen Eurojust een Europees openbaar ministerie wordt ingesteld. Het Europese openbare ministerie is bevoegd voor het opsporen, vervolgen en voor het gerecht brengen van daders van en medeplichtigen aan zware misdrijven die verscheidene lidstaten schaden, of inbreuken op de financiële belangen van de Unie, zoals omschreven in de in het volgende lid bedoelde wet. Het oefent voor de bevoegde rechtbanken van de lidstaten de strafvorderingen in verband met deze inbreuken uit.
  • 2. 
    In de in het voorgaande lid bedoelde wet worden het statuut van het Europees openbaar ministerie, de voorwaarden voor de uitoefening van zijn functies, de voor zijn activiteiten geldende procedurevoorschriften en de voorschriften inzake de toelaatbaarheid van bewijs en de voorschriften voor de rechterlijke toetsing van de procedurele handelingen die het Europees openbaar ministerie in de uitoefening van zijn taken verricht, vastgesteld.

4.

Commentaar

Met dit voorstel voor een artikel dat aan de Conventie wordt voorgelegd, beoogt het Praesidium rekening te houden met de resultaten van een uitvoerig debat dat eerst in de werkgroep (die alleen over dit punt van zijn mandaat geen eensgezinde aanbeveling heeft gedaan) en daarna in de plenaire vergadering van 6 december is gehouden.

De door het Praesidium voorgestelde bepaling zou de Raad een rechtsgrondslag bieden om, met eenparigheid van stemmen en na advies van het Europees Parlement, een Europees openbaar ministerie in te stellen, zonder dat daartoe een verplichting bestaat. De bepalingen van lid 1, tweede en derde zin, alsmede van lid 2 zijn derhalve alleen van toepassing wanneer de Raad daartoe besluit. Deze bepalingen laten de wetgever bovendien bewust een aanzienlijke mate van beleidsvrijheid wat de eventuele concrete invulling van de voorwaarden voor de instelling van het openbaar ministerie betreft (met name de structuur, de werking, de taken en de bevoegdheden ervan) terwijl alleen de wezenlijke elementen van deze voorwaarden in de Grondwet zelf worden vastgelegd. Met name de zinsnede "binnen Eurojust" strekt ertoe de wetgever de nodige vrijheid te laten om de structurele en functionele betrekkingen tussen het openbaar ministerie en Eurojust die hij passend acht vast te stellen.

2003
  • 1. 
    Ter bestrijding van ernstige criminaliteit met een grensoverschrijdende dimensie, alsmede van illegale activiteiten die de belangen van de Unie schaden, kan bij Europese wet van de Raad op basis van Eurojust een Europees openbaar ministerie worden ingesteld. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na goedkeuring door het Europees Parlement.
  • 2. 
    Het Europees openbaar ministerie is bevoegd voor het opsporen, vervolgen en voor het gerecht brengen, in voorkomend geval in samenwerking met Europol, van daders van en medeplichtigen aan zware misdrijven die verscheidene lidstaten schaden, of inbreuken die de financiële belangen van de Unie, zoals omschreven in de in lid 1 bedoelde Europese wet, schaden. Het is belast met de rechtsvordering voor de bevoegde rechtbanken van de lidstaten in verband met deze inbreuken.
  • 3. 
    In de in lid 1 bedoelde Europese wet worden het statuut van het Europees openbaar ministerie, de voorwaarden voor de uitoefening van zijn functies, de voor zijn activiteiten geldende procedurevoorschriften en de voorschriften inzake de toelaatbaarheid van bewijs en de voorschriften voor de rechterlijke toetsing van de procedurele handelingen die het in de uitoefening van zijn taken verricht, vastgesteld.
2003
  • 1. 
    Ter bestrijding van ernstige criminaliteit met een grensoverschrijdende dimensie, alsmede van strafbare feiten die de belangen van de Unie schaden, kan op de grondslag van Eurojust bij Europese wet van de Raad van Ministers een Europees openbaar ministerie worden ingesteld. De Raad van Ministers besluit met eenparigheid van stemmen, na goedkeuring door het Europees Parlement.
  • 2. 
    Het Europees openbaar ministerie is, in voorkomend geval in samenwerking met Europol, bevoegd voor het opsporen, vervolgen en voor het gerecht brengen van daders van en medeplichtigen aan zware misdrijven die verscheidene lidstaten schaden, of inbreuken die de financiële belangen van de Unie, zoals omschreven in de in lid 1 bedoelde Europese wet, schaden. Het Europees openbaar ministerie is belast met de rechtsvordering voor de bevoegde rechtbanken van de lidstaten in verband met deze inbreuken.
  • 3. 
    In de in lid 1 bedoelde Europese wet worden het statuut van het Europees openbaar ministerie, de voorwaarden voor de uitoefening van zijn functies, de voor zijn activiteiten geldende procedurevoorschriften en de voorschriften inzake de toelaatbaarheid van bewijs en de voorschriften voor de rechterlijke toetsing van de procedurele handelingen die het in de uitoefening van zijn ambt verricht, vastgesteld.
2003
  • 1. 
    Ter bestrijding van ernstige criminaliteit met een grensoverschrijdende dimensie, alsmede van strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden, kan op de grondslag van Eurojust bij Europese wet van de Raad een Europees openbaar ministerie worden ingesteld. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na goedkeuring door het Europees Parlement. [*]
  • 2. 
    Het Europees openbaar ministerie is, in voorkomend geval in samenwerking met Europol, bevoegd voor het opsporen, vervolgen en voor het gerecht brengen van daders van en medeplichtigen aan zware misdrijven die verscheidene lidstaten schaden, of inbreuken die de financiële belangen van de Unie, zoals omschreven in de in lid 1 bedoelde Europese wet, schaden. Het Europees openbaar ministerie is belast met de rechtsvordering voor de bevoegde rechtbanken van de lidstaten in verband met deze inbreuken.
  • 3. 
    In de in lid 1 bedoelde Europese wet worden het statuut van het Europees openbaar ministerie, de voorwaarden voor de uitoefening van zijn functies, de voor zijn activiteiten geldende procedurevoorschriften en de voorschriften inzake de toelaatbaarheid van bewijs en de voorschriften voor de rechterlijke toetsing van de procedurele handelingen die het in de uitoefening van zijn ambt verricht, vastgesteld.
  • 4. 
    De Europese Raad kan een Europees besluit vaststellen tot wijziging van lid 1, teneinde de bevoegheden van het Europees openbaar ministerie bij de bestrijding van ernstige criminaliteit met een grensoverschrijdende dimensie uit te breiden, en dientengevolge tot wijziging van lid 2 wat betreft de daders van en medeplichtigen aan zware misdrijven die verscheidene lidstaten schaden. De Europese Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement en van de Commissie.

    Het besluit van de Europese Raad treedt niet eerder in werking dan nadat het is goedgekeurd door de lidstaten, overeenkomstig hun respectieve constitutionele regels.

Noot PDC [*] bij het gewijzigde lid 1:

Artikel 1 is toegevoegd tijdens het ministerieel conclaaf in Napels (november 2003, document CIG 60/03 ADD 1).

De termijn van vier maanden is toegevoegd in document CIG 80/04 (voorbereiding op de IGC-Raad van 14 juni 2004).

Noot PDC [**] bij het nieuwe lid 4:

Lid 4 is toegevoegd in document CIG 80/04 (voorbereiding op de IGC-Raad van 14 juni 2004).

2004
  • 1. 
    Ter bestrijding van strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden, kan op de grondslag van Eurojust bij Europese wet van de Raad een Europees openbaar ministerie worden ingesteld. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na goedkeuring door het Europees Parlement.
  • 2. 
    Het Europees openbaar ministerie is, in voorkomend geval in samenwerking met Europol, bevoegd voor het opsporen, vervolgen en voor het gerecht brengen van daders van en medeplichtigen aan strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie, zoals omschreven in de in lid 1 bedoelde Europese wet, schaden. Het Europees openbaar ministerie is belast met de rechtsvordering voor de bevoegde rechtbanken van de lidstaten in verband met deze strafbare feiten.
  • 3. 
    Het statuut van het Europees openbaar ministerie, de voorwaarden voor de uitoefening van zijn functies, de voor zijn activiteiten geldende procedurevoorschriften en de voorschriften inzake de toelaatbaarheid van bewijs en de voorschriften voor de rechterlijke toetsing van de procedurele handelingen die het in de uitoefening van zijn ambt verricht, worden bij de in lid 1 bedoelde Europese wet vastgesteld.
  • 4. 
    De Europese Raad kan tegelijkertijd of later een Europees besluit vaststellen tot wijziging van lid 1, teneinde de bevoegdheden van het Europees openbaar ministerie bij de bestrijding van ernstige criminaliteit met een grensoverschrijdende dimensie uit te breiden, en dientengevolge tot wijziging van lid 2 wat betreft de plegers van en medeplichtigen aan zware misdrijven die verscheidene lidstaten schaden. De Europese Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na goedkeuring door het Europees Parlement en na raadpleging van de Commissie.