Artikel III-276: Europol

III-275
Artikel III-276
III-277
  • 1. 
    De opdracht van Europol is het optreden van de politie-instanties en andere wetshandhavingsdiensten van de lidstaten, alsmede hun wederzijdse samenwerking bij de voorkoming en bestrijding van zware criminaliteit waardoor twee of meer lidstaten worden getroffen, van terrorisme en van vormen van criminaliteit die een schending inhouden van een gemeenschappelijk belang dat tot het beleid van de Unie behoort, te ondersteunen en te versterken.
  • 2. 
    De structuur, de werkwijze, het werkterrein en de taken van Europol worden bij Europese wet bepaald. Deze taken kunnen het volgende omvatten:
    • a) 
      de verzameling, opslag, verwerking, analyse en uitwisseling van informatie die met name door de autoriteiten van de lidstaten of van derde landen of instanties worden verstrekt;
    • b) 
      de coördinatie, organisatie en uitvoering van onderzoeken en operationele acties, die gezamenlijk met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten of in gezamenlijke onderzoeksteams worden uitgevoerd, in voorkomend geval in samenwerking met Eurojust.

    Bij Europese wet wordt tevens bepaald op welke wijze de activiteiten van Europol door het Europees Parlement, tezamen met de nationale parlementen, worden gecontroleerd.

  • 3. 
    Iedere operationele actie van Europol moet worden uitgevoerd in overleg en overeenstemming met de autoriteiten van de lidstaat op wiens of de lidstaten op wier grondgebied de actie wordt uitgevoerd. Over het gebruik van dwangmiddelen beslissen alleen de bevoegde nationale autoriteiten.

1.

Toelichting Nederlandse regering

In artikel III-276, eerste lid, is de opdracht van Europol neergelegd.

In vergelijking met de in artikel 2 van de Europol-Overeenkomst (Overeenkomst op grond van Artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie i tot oprichting van een Europese Politiedienst; Brussel, 26 juli 1995 (Trb. 1995, 282)) neergelegde doelstelling, worden twee uitbreidingen voorzien.

In algemene zin gaat het om vormen van criminaliteit die een schending inhouden van een gemeenschappelijk belang dat tot het beleid van de Unie behoort en niet langer over specifieke schendingen.

Voorts behoeft er, anders dan onder de oude verdragen het geval is, geen sprake te zijn van een criminele organisatie of structuur. Ook wanneer het gaat om niet georganiseerde criminaliteit met een grensoverschrijdend karakter kan er een taak voor Europol zijn.

Het tweede lid schrijft voor dat de structuur, de werkwijze, het werkterrein en de taken bij Europese wet worden bepaald. Dit brengt met zich mee dat de bestaande Europol-Overeenkomst - al dan niet gewijzigd - in een Europese wet moet worden omgezet.

Het takenpakket voor Europol biedt een meer coördinerende en uitvoerende rol dan onder de oude verdragen het geval is. De uitvoerende bevoegdheden van Europol zijn echter niet uitgebreid. Operationele acties op het grondgebied van een der lidstaten moeten worden uitgevoerd in overleg en overeenstemming met de bevoegde nationale autoriteiten en alleen deze beslissen over de vraag of dwangmiddelen mogen worden gebruikt.

Voor zelfstandige operationele acties door Europol op het grondgebied van een der lidstaten is geen plaats. Ten slotte onderstreept het tweede lid het belang van de samenwerking met Eurojust.

2.

Toelichting Belgische regering

De structuur, de werkwijze, het werkterrein en de taken van Europol worden voortaan beheerst door een Europese wet en niet langer, zoals vandaag, door overeenkomsten die door elke lidstaat moeten worden bekrachtigd.

Voorts bepaalt artikel III-276 dat een Europese wet de voorwaarden moet vastleggen voor de controle van Europol door het Europees Parlement. De nationale parlementen moeten bij deze controle worden betrokken.

De gewone procedures (gekwalificeerde meerderheid en medebeslissing in wetgevende zaken van het Europees Parlement) zijn op het gebied van politiële samenwerking van toepassing. Dit is een belangrijke doorbraak.

De eenparigheid wordt echter behouden voor maatregelen betreffende de operationele politiële samenwerking (artikel III-276) en voor de wetgeving die de voorwaarden vaststelt voor interventies op het grondgebied van andere lidstaten (artikel III-277).

3.

Ontwikkeling artikel

2003
  • 1. 
    De opdracht van Europol is het optreden van de politie-instanties van de lidstaten, alsmede hun wederzijdse samenwerking bij de voorkoming en bestrijding van zware criminaliteit waardoor twee of meer lidstaten worden getroffen, bij terrorisme en vormen van criminaliteit die een schending inhouden van een gemeenschappelijk belang dat tot het beleid van de Unie behoort, te ondersteunen en te versterken.
  • 2. 
    Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de wetgevingsprocedure de structuur, de werkwijze, het actiegebied en de taken van Europol vast. Die taken kunnen het volgende omvatten:
    • de verzameling, opslag, verwerking, analyse en uitwisseling van informatie die de autoriteiten van de lidstaten of van derde landen of instanties hebben verstrekt;
    • de coördinatie, organisatie en uitvoering van onderzoeken en operationele acties, die gezamenlijk met de diensten van de lidstaten of in gezamenlijke onderzoeksteams worden uitgevoerd. De in het vorige lid bedoelde wet stelt de wijze vast waarop de activiteiten van Europol door het Europees Parlement, samen met de nationale parlementen, worden gecontroleerd.
  • 3. 
    Iedere operationele actie van Europol moet worden uitgevoerd in overleg en overeenstemming met de diensten van de lidstaat of lidstaten op wiens grondgebied de actie wordt uitgevoerd. Over het gebruik van dwangmiddelen beslissen alleen de bevoegde nationale autoriteiten.

4.

Opmerkingen

In dit ontwerp-artikel worden de aanbevelingen van de werkgroep over Europol omgezet in artikelen (zie slotverslag, blz. 14, 18 en 23). Overeenkomstig die aanbevelingen wordt in het eerste lid alleen de algemene opdracht van Europol bevestigd. De structuur, de regels voor de werkwijze, de concrete actiegebieden en de taken van Europol zullen voortaan door de wet worden geregeld (die in de plaats zal komen van de huidige Europol-overeenkomst) en niet meer door gedetailleerde Verdragsbepalingen (zie het huidige artikel 30, lid 2, van het VEU). Lid 2 van dat artikel beperkt zich tot het aangeven van de mogelijke bevoegdheden die de wetgever aan Europol zou kunnen opdragen, voorzover hij dat nodig acht. De wetgever moet in elk geval de grenzen van de mogelijke bevoegdheden van Europol eerbiedigen, zoals die ondubbelzinnig door lid 3 zijn gesteld en die waarborgen dat de lidstaten steeds de operationele acties van Europol kunnen controleren en exclusief bevoegd blijven voor het gebruik van dwangmiddelen. Tot slot moet dit artikel volgens de wetgevingsprocedure (medebeslissing) worden uitgevoerd, waarbij de Raad een besluit neemt met gekwalificeerde meerderheid, zoals te lezen staat in het verslag van de werkgroep (zie blz. 14:

"Verbetering van de effectiviteit van Europol en Eurojust is van cruciaal belang voor de Europese politiële en justitiële samenwerking en zou derhalve in beginsel het voorwerp moeten zijn van besluiten met gekwalificeerde meerderheid en medebeslissing; dat geldt voor een eventuele uitbreiding van het werkterrein van Europol en Eurojust tot nieuwe soorten misdrijven, voor alle voorschriften inzake hun organisatie en management en voor een eventuele uitbreiding van hun bestaande bevoegdheden.")

2003
  • 1. 
    De opdracht van Europol is het optreden van de politie- instanties en andere wetshandhavingsdiensten van de lidstaten, alsmede hun wederzijdse samenwerking bij de voorkoming en bestrijding van zware criminaliteit waardoor twee of meer lidstaten worden getroffen, van terrorisme en vormen van criminaliteit die een schending inhouden van een gemeenschappelijk belang dat tot het beleid van de Unie behoort, te ondersteunen en te versterken.
  • 2. 
    Bij Europese wet worden de structuur, de werkwijze, het actiegebied en de taken van Europol bepaald. Die taken kunnen het volgende omvatten:
    • a) 
      de verzameling, opslag, verwerking, analyse en uitwisseling van informatie die met name door de autoriteiten van de lidstaten of van derde landen of instanties worden verstrekt;
    • b) 
      de coördinatie, organisatie en uitvoering van onderzoeken en operationele acties, die gezamenlijk met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten of in gezamenlijke onderzoeksteams worden uitgevoerd, in voorkomend geval in samenwerking met Eurojust.

    Bij Europese wet wordt tevens bepaald op welke wijze de activiteiten van Europol door het Europees Parlement, samen met de nationale parlementen van de lidstaten, worden gecontroleerd.

  • 3. 
    Iedere operationele actie van Europol moet worden uitgevoerd in overleg en overeenstemming met de autoriteiten van de lidstaat of lidstaten op wier grondgebied de actie wordt uitgevoerd. Over het gebruik van dwangmiddelen beslissen alleen de bevoegde nationale autoriteiten.
2003
  • 1. 
    De opdracht van Europol is het optreden van de politie-instanties en andere wetshandhavingsdiensten van de lidstaten, alsmede hun wederzijdse samenwerking bij de voorkoming en bestrijding van zware criminaliteit waardoor twee of meer lidstaten worden getroffen, van terrorisme en vormen van criminaliteit die een schending inhouden van een gemeenschappelijk belang dat tot het beleid van de Unie behoort, te ondersteunen en te versterken.
  • 2. 
    De structuur, de werkwijze, het werkterrein en de taken van Europol worden bij Europese wet bepaald. Deze taken kunnen het volgende omvatten:
    • a) 
      de verzameling, opslag, verwerking, analyse en uitwisseling van informatie die met name door de autoriteiten van de lidstaten of van derde landen of instanties worden verstrekt;
    • b) 
      de coördinatie, organisatie en uitvoering van onderzoeken en operationele acties, die gezamenlijk met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten of in gezamenlijke onderzoeksteams worden uitgevoerd, in voorkomend geval in samenwerking met Eurojust.

    Bij Europese wet wordt tevens bepaald op welke wijze de activiteiten van Europol door het Europees Parlement, tezamen met de nationale parlementen van de lidstaten, worden gecontroleerd.

  • 3. 
    Iedere operationele actie van Europol moet worden uitgevoerd in overleg en overeenstemming met de autoriteiten van de lidstaat op welks of de lidstaten op wier grondgebied de actie wordt uitgevoerd. Over het gebruik van dwangmiddelen beslissen alleen de bevoegde nationale autoriteiten.
2003
  • 1. 
    De opdracht van Europol is het optreden van de politie-instanties en andere wetshandhavingsdiensten van de lidstaten, alsmede hun wederzijdse samenwerking bij de voorkoming en bestrijding van zware criminaliteit waardoor twee of meer lidstaten worden getroffen, van terrorisme en vormen van criminaliteit die een schending inhouden van een gemeenschappelijk belang dat tot het beleid van de Unie behoort, te ondersteunen en te versterken.
  • 2. 
    De structuur, de werkwijze, het werkterrein en de taken van Europol worden bij Europese wet bepaald. Deze taken kunnen het volgende omvatten:
    • a) 
      de verzameling, opslag, verwerking, analyse en uitwisseling van informatie die met name door de autoriteiten van de lidstaten of van derde landen of instanties worden verstrekt;
    • b) 
      de coördinatie, organisatie en uitvoering van onderzoeken en operationele acties, die gezamenlijk met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten of in gezamenlijke onderzoeksteams worden uitgevoerd, in voorkomend geval in samenwerking met Eurojust.

    Bij Europese wet wordt tevens bepaald op welke wijze de activiteiten van Europol door het Europees Parlement, tezamen met de nationale parlementen van de lidstaten, worden gecontroleerd.

  • 3. 
    Iedere operationele actie van Europol moet worden uitgevoerd in overleg en overeenstemming met de autoriteiten van de lidstaat op welks of de lidstaten op wier grondgebied de actie wordt uitgevoerd. Over het gebruik van dwangmiddelen beslissen alleen de bevoegde nationale autoriteiten.
2004
  • 1. 
    De opdracht van Europol is het optreden van de politie-instanties en andere wetshandhavingsdiensten van de lidstaten, alsmede hun wederzijdse samenwerking bij de voorkoming en bestrijding van zware criminaliteit waardoor twee of meer lidstaten worden getroffen, van terrorisme en van vormen van criminaliteit die een schending inhouden van een gemeenschappelijk belang dat tot het beleid van de Unie behoort, te ondersteunen en te versterken.
  • 2. 
    De structuur, de werkwijze, het werkterrein en de taken van Europol worden bij Europese wet bepaald. Deze taken kunnen het volgende omvatten:
    • a) 
      de verzameling, opslag, verwerking, analyse en uitwisseling van informatie die met name door de autoriteiten van de lidstaten of van derde landen of instanties worden verstrekt;
    • b) 
      de coördinatie, organisatie en uitvoering van onderzoeken en operationele acties, die gezamenlijk met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten of in gezamenlijke onderzoeksteams worden uitgevoerd, in voorkomend geval in samenwerking met Eurojust.

    Bij Europese wet wordt tevens bepaald op welke wijze de activiteiten van Europol door het Europees Parlement, tezamen met de nationale parlementen, worden gecontroleerd.

  • 3. 
    Iedere operationele actie van Europol moet worden uitgevoerd in overleg en overeenstemming met de autoriteiten van de lidstaat op wiens of de lidstaten op wier grondgebied de actie wordt uitgevoerd. Over het gebruik van dwangmiddelen beslissen alleen de bevoegde nationale autoriteiten.