Artikel III-362: Lidstaat is aan arrest gebonden, opleggen dwangsom - Hoofdinhoud
-
1.Indien het Hof van Justitie van de Europese Unie vaststelt dat een lidstaat een krachtens de Grondwet op hem rustende verplichting niet is nagekomen, is deze staat gehouden het nodige te doen om gevolg te geven aan het arrest van het Hof.
-
2.Indien de Commissie van oordeel is dat de betrokken lidstaat niet het nodige heeft gedaan om gevolg te geven aan het in lid 1 bedoelde arrest, kan zij, nadat zij deze staat de mogelijkheid heeft geboden zijn opmerkingen in te dienen, de zaak voor het Hof van Justitie van de Europese Unie brengen. De Commissie vermeldt het bedrag van de door de betrokken lidstaat te betalen forfaitaire som of dwangsom die zij in de gegeven omstandigheden passend acht.
Indien het Hof vaststelt dat de betrokken lidstaat zich niet gevoegd heeft naar zijn arrest, kan het aan deze staat de betaling van een forfaitaire som of een dwangsom opleggen.
Deze procedure geldt onverminderd het bepaalde in artikel III-361 i.
-
3.Wanneer de Commissie bij het Hof van Justitie van de Europese Unie beroep instelt op grond van artikel III-360 i omdat zij van oordeel is dat de betrokken lidstaat zijn verplichting tot mededeling van voorschriften ter omzetting van een Europese kaderwet niet is nagekomen, kan de Commissie, indien zij dit passend acht, aangeven wat haars inziens gezien de omstandigheden een redelijke hoogte is voor de door deze lidstaat te betalen forfaitaire som of dwangsom.
Indien het Hof de niet-nakoming vaststelt, kan het de betrokken lidstaat de betaling van een forfaitaire som of een dwangsom opleggen die niet hoger is dan de Commissie heeft aangegeven. De verplichting tot betaling gaat in op de door het Hof in zijn arrest bepaalde datum.
In de verscheidene procedures van het Hof is ook de nodige tijdwinst gerealiseerd. De regering heeft steeds bepleit de procedures voor het Hof van Justitie binnen een redelijke termijn af te ronden. Dit streven is gerealiseerd in het kader van de inbreukprocedures (artikelen III-360 en III-362) en in het kader van de prejudiciële procedure (artikel III-369).
Voorts kan de Commissie een lidstaat, die geen of onvoldoende uitvoering geeft aan een arrest van het Hof, eenvoudiger opnieuw voor het Hof dagen. Nadat de Commissie de betreffende lidstaat de mogelijkheid heeft geboden zijn opmerkingen te maken, kan zij meteen naar het Hof om nakoming te vragen (artikel III-362).
Eveneens is er tijdswinst als een lidstaat zijn meldplicht niet nakomt van maatregelen ter uitvoering van een Europese kaderwet. Artikel III-362, derde lid, geeft de Commissie de mogelijkheid het Hof onmiddellijk in de eerste procedure te vragen een dwangsom of boete te bepalen.
Het Hof van Justitie kan -- zonder dat de Commissie hiervoor een tweede procedure moet instellen -- de betaling van een forfaitaire som of dwangsom opleggen aan een lidstaat, wanneer het vaststelt dat de betrokken lidstaat zijn verplichting tot de mededeling van voorschriften ter omzetting van een kaderwet niet is nagekomen (artikel III-362, lid 3). Deze wijziging is niet zonder gevolgen. Het risico van een dwangsom in geval van niet-omzetting zal dus toenemen.
Indien het verzuim een niet-naleving van een vorig arrest van het Hof betreft, kan de Commissie zich bovendien onmiddellijk na de ingebrekestelling tot het Hof wenden om dit verzuim te laten vaststellen, dus zonder de betrokken lidstaat eerst een met redenen omkleed advies te bezorgen (artikel III-362, lid 2).
-
1.Indien het Hof van Justitie vaststelt dat een lidstaat een der krachtens de Grondwet op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen, is deze staat gehouden de maatregelen te nemen welke nodig zijn ter uitvoering van het arrest van het Hof van Justitie.
-
2.Indien de Commissie van oordeel is dat de betrokken lidstaat deze maatregelen niet heeft genomen, kan zij, nadat zij deze staat de mogelijkheid heeft geboden zijn opmerkingen in te dienen, de zaak voor het Hof van Justitie brengen. Zij vermeldt het bedrag van de door de betrokken lidstaat te betalen forfaitaire som of dwangsom die zij in de gegeven omstandigheden passend acht.
Indien het Hof van Justitie vaststelt dat de betrokken lidstaat zijn arrest niet is nagekomen, kan het aan deze staat de betaling van een forfaitaire som of een dwangsom opleggen.
Deze procedure geldt onverminderd het bepaalde in [het vroegere artikel 227 i].
-
3.Wanneer de Commissie bij het Hof van Justitie beroep instelt uit hoofde van [het vroegere artikel 226 i] omdat zij van mening is dat de betrokken lidstaat zijn verplichting tot mededeling van maatregelen ter omzetting van een kaderwet niet is nagekomen, kan de Commissie, zo zij dit nodig acht, het Hof van Justitie in hetzelfde beroepschrift verzoeken de betaling van een forfaitaire som of een dwangsom op te leggen ingeval het Hof vaststelt dat een verplichting niet is nagekomen. Indien het Hof van Justitie aan het verzoek van de Commissie voldoet, wordt de betrokken betaling verricht binnen de door het Hof van Justitie in zijn arrest vastgestelde termijn.
-
1.Indien het Hof van Justitie vaststelt dat een lidstaat een krachtens de Grondwet op hem rustende verplichting niet is nagekomen, is deze staat gehouden het nodige te doen om gevolg te geven aan het arrest van het Hof van Justitie.
-
2.Indien de Europese Commissie van oordeel is dat de betrokken lidstaat niet het nodige heeft gedaan om gevolg te geven aan het arrest van het Hof van Justitie, kan zij, nadat zij deze staat de mogelijkheid heeft geboden zijn opmerkingen in te dienen, de zaak voor het Hof van Justitie brengen. De Commissie vermeldt het bedrag van de door de betrokken lidstaat te betalen forfaitaire som of dwangsom die zij in de gegeven omstandigheden passend acht.
Indien het Hof van Justitie vaststelt dat de betrokken lidstaat zijn arrest niet is nagekomen, kan het aan deze staat de betaling van een forfaitaire som of een dwangsom opleggen.
Deze procedure geldt onverminderd het bepaalde in artikel III-266 i.
-
3.Wanneer de Europese Commissie bij het Hof van Justitie beroep instelt op grond van artikel III-265 i omdat zij van oordeel is dat de betrokken lidstaat zijn verplichting tot mededeling van voorschriften ter omzetting van een Europese kaderwet niet is nagekomen, kan de Commissie, indien zij dit passend acht, het Hof van Justitie in hetzelfde beroepschrift verzoeken de betaling van een forfaitaire som of een dwangsom op te leggen indien het vaststelt dat een verplichting niet is nagekomen. Indien het Hof van Justitie aan het verzoek van de Commissie voldoet, wordt de betrokken betaling verricht binnen de door het Hof van Justitie in zijn arrest gestelde termijn.
-
1.Indien het Hof van Justitie van de Europese Unie vaststelt dat een lidstaat een krachtens de Grondwet op hem rustende verplichting niet is nagekomen, is deze staat gehouden het nodige te doen om gevolg te geven aan het arrest van het Hof.
-
2.Indien de Commissie van oordeel is dat de betrokken lidstaat niet het nodige heeft gedaan om gevolg te geven aan het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie, kan zij, nadat zij deze staat de mogelijkheid heeft geboden zijn opmerkingen in te dienen, de zaak voor het Hof brengen. De Commissie vermeldt het bedrag van de door de betrokken lidstaat te betalen forfaitaire som of dwangsom die zij in de gegeven omstandigheden passend acht.
Indien het Hof vaststelt dat de betrokken lidstaat zich niet gevoegd heeft naar zijn arrest, kan het aan deze staat de betaling van een forfaitaire som of een dwangsom opleggen.
Deze procedure geldt onverminderd het bepaalde in artikel III-266 i.
-
3.Wanneer de Commissie bij het Hof van Justitie van de Europese Unie beroep instelt op grond van artikel III-265 i omdat zij van oordeel is dat de betrokken lidstaat zijn verplichting tot mededeling van voorschriften ter omzetting van een kaderwet niet is nagekomen, kan de Commissie, indien zij dit passend acht, aangeven wat haars inziens gezien de omstandigheden een redelijke hoogte is voor de door deze lidstaat te betalen forfaitaire som of dwangsom.
Indien het Hof de niet-nakoming vaststelt, kan het de betrokken lidstaat de betaling van een forfaitaire som of een dwangsom opleggen die niet hoger is dan de Commissie heeft aangegeven. De verplichting tot betaling gaat in op de door het Hof in zijn arrest bepaalde datum.
-
1.Indien het Hof van Justitie van de Europese Unie vaststelt dat een lidstaat een krachtens de Grondwet op hem rustende verplichting niet is nagekomen, is deze staat gehouden het nodige te doen om gevolg te geven aan het arrest van het Hof.
-
2.Indien de Commissie van oordeel is dat de betrokken lidstaat niet het nodige heeft gedaan om gevolg te geven aan het in lid 1 bedoelde arrest, kan zij, nadat zij deze staat de mogelijkheid heeft geboden zijn opmerkingen in te dienen, de zaak voor het Hof van Justitie van de Europese Unie brengen. De Commissie vermeldt het bedrag van de door de betrokken lidstaat te betalen forfaitaire som of dwangsom die zij in de gegeven omstandigheden passend acht.
Indien het Hof vaststelt dat de betrokken lidstaat zich niet gevoegd heeft naar zijn arrest, kan het aan deze staat de betaling van een forfaitaire som of een dwangsom opleggen.
Deze procedure geldt onverminderd het bepaalde in artikel III-361 i.
-
3.Wanneer de Commissie bij het Hof van Justitie van de Europese Unie beroep instelt op grond van artikel III-360 i omdat zij van oordeel is dat de betrokken lidstaat zijn verplichting tot mededeling van voorschriften ter omzetting van een Europese kaderwet niet is nagekomen, kan de Commissie, indien zij dit passend acht, aangeven wat haars inziens gezien de omstandigheden een redelijke hoogte is voor de door deze lidstaat te betalen forfaitaire som of dwangsom.
Indien het Hof de niet-nakoming vaststelt, kan het de betrokken lidstaat de betaling van een forfaitaire som of een dwangsom opleggen die niet hoger is dan de Commissie heeft aangegeven. De verplichting tot betaling gaat in op de door het Hof in zijn arrest bepaalde datum.