Artikel III-426: Handelingsbevoegdheid van de Unie in de lidstaten - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
In elk van de lidstaten heeft de Unie de ruimste handelingsbevoegdheid die door de nationale wetgevingen aan rechtspersonen wordt toegekend. Zij kan met name roerende en onroerende goederen verkrijgen of vervreemden en in rechte optreden. Te dien einde wordt zij door de Commissie vertegenwoordigd. De Unie wordt evenwel door elk van de instellingen vertegenwoordigd, uit hoofde van hun administratieve autonomie, voor de aangelegenheden die verband houden met hun respectieve werking.
Dit artikel regelt de handelingsbevoegdheid van de Unie in het algemeen; de Unie wordt door de Commissie vertegenwoordigd. De bepaling van artikel 282 EG-VerdragĀ i is uitgebreid, zodat ook de overige instellingen de Unie kunnen vertegenwoordigen voorzover het aangelegenheden betreft die direct verband houden met hun eigen werkzaamheden.
In elk der lidstaten heeft de Unie de ruimste handelingsbevoegdheid welke door de nationale wetgevingen aan rechtspersonen wordt toegekend; zij kan met na me roerende en onroerende goederen verkrijgen of vervreemden en in rechte optreden. Te dien einde wordt zij door de Commissie vertegenwoordigd.
In elk der lidstaten heeft de Unie de ruimste handelingsbevoegdheid welke door de nationale wetgevingen aan rechtspersonen wordt toegekend; zij kan met name roerende en onroerende goederen verkrijgen of vervreemden en in rechte optreden. Te dien einde wordt zij door de Europese Commissie vertegenwoordigd. Voor aangelegenheden die verband houden met de werking van de respectieve instellingen wordt de Unie evenwel door iedere instelling vertegenwoordigd, uit hoofde van hun administratieve zelfstandigheid.
In elk der lidstaten heeft de Unie de ruimste handelingsbevoegdheid welke door de nationale wetgevingen aan rechtspersonen wordt toegekend; zij kan met name roerende en onroerende goederen verkrijgen of vervreemden en in rechte optreden. Te dien einde wordt zij door de Commissie vertegenwoordigd. Voor aangelegenheden die verband houden met de werking van een instelling wordt de Unie evenwel door de betrokken instelling vertegenwoordigd, uit hoofde van de hun administratieve zelfstandigheid van die instelling.
In elk van de lidstaten heeft de Unie de ruimste handelingsbevoegdheid die door de nationale wetgevingen aan rechtspersonen wordt toegekend. Zij kan met name roerende en onroerende goederen verkrijgen of vervreemden en in rechte optreden. Te dien einde wordt zij door de Commissie vertegenwoordigd. De Unie wordt evenwel door elk van de instellingen vertegenwoordigd, uit hoofde van hun administratieve autonomie, voor de aangelegenheden die verband houden met hun respectieve werking.