Uitvoeringsverordening 2015/909 - Modaliteiten voor de berekening van de kosten die rechtstreeks uit de exploitatie van de treindienst voortvloeien - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/909 van de Commissie van 12 juni 2015 betreffende de modaliteiten voor de berekening van de kosten die rechtstreeks uit de exploitatie van de treindienst voortvloeienofficiële Engelstalige titel
Commission Implementing Regulation (EU) 2015/909 of 12 June 2015 on the modalities for the calculation of the cost that is directly incurred as a result of operating the train serviceRechtsinstrument | Uitvoeringsverordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Uitvoeringsverordening 2015/909 |
Celex-nummer i | 32015R0909 |
Document | 12-06-2015; Datum goedkeuring |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 13-06-2015; PB L 148 p. 17-22 |
Inwerkingtreding | 03-07-2015; in werking datum publicatie +20 zie art 10 01-08-2015; Toepassing zie art 10 |
Deadline | 03-07-2017; zie art 9 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
13.6.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 148/17 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/909 VAN DE COMMISSIE
van 12 juni 2015
betreffende de modaliteiten voor de berekening van de kosten die rechtstreeks uit de exploitatie van de treindienst voortvloeien
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (1), en met name artikel 31, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij de berekening van de directe kosten mag rekening worden gehouden met de behoefte aan een snellere vernieuwing of onderhoud van de infrastructuur door een intensiever gebruik van het net voor zover alleen kosten die rechtstreeks uit de treinexploitatie voortvloeien worden meegerekend. |
(2) |
Infrastructuurbeheerders zijn belast met de exploitatie van spoornetten maar kampen met een aantal beperkingen die een efficiënt beheer en kostenbeheersing in de weg staan. Derhalve moeten de lidstaten de mogelijkheid krijgen de directe kosten vast te stellen op een niveau dat hoort bij een efficiënte dienstverlening. |
(3) |
De koppeling van de toegangsrechten aan de rechtstreeks uit de treindienst voortvloeiende kosten mag niet tot gevolg hebben dat de infrastructuurbeheerder door de exploitatie van de treindienst netto verlies lijdt of winst boekt. |
(4) |
De waarde van historische activa moeten worden bepaald op basis van de door de infrastructuurbeheerder voor de verwerving daarvan betaalde prijs voor zover hij voor die bedragen de aansprakelijkheid blijft dragen. |
(5) |
De infrastructuurbeheerder mag geen investeringskosten doorberekenen van investeringen die hij niet dient terug te betalen. |
(6) |
Aangezien de modaliteiten voor de berekening van de kosten die rechtstreeks uit de exploitatie van de treindienst voortvloeien in de hele Unie toepasbaar moeten zijn, dienen deze compatibel te zijn met de bestaande door de infrastructuurbeheerders gehanteerde kostengegevens en systemen voor de toerekening van infrastructuurkosten. |
(7) |
Het gebruik van geraamde kosten en prestatieniveaus mag, in normale bedrijfsomstandigheden, niet tot gevolg hebben dat de directe kosten en toegangsrechten stijgen en dat het netwerk uiteindelijk inefficiënt gebruikt wordt. Daarom moet de historische waarde van activa worden gehanteerd en mag alleen wanneer die waarde niet bekend is, of wanneer de huidige waarde lager ligt, de actuele waarde worden gehanteerd. Als alternatief kunnen ramingen, vervangwaarden of prognoses van de kosten en prestatieniveaus worden gebruikt indien de infrastructuurbeheerder aan de toezichthoudende instantie kan aantonen hoe deze tot stand zijn gekomen en dat ze op een objectieve manier zijn opgesteld. |
(8) |
De infrastructuurbeheerder mag in de berekening van zijn directe kosten alleen die kosten meenemen waarvan hij objectief en goed onderbouwd kan aantonen dat ze rechtstreeks voortvloeien uit de exploitatie van de treindienst. De slijtage van seinen en seinposten is bijvoorbeeld niet afhankelijk van de verkeersintensiteit en mag derhalve niet als directe kosten worden doorberekend (2). Anderzijds moeten onderdelen, zoals wissels, die onderhevig zijn aan slijtage door de exploitatie van de treindienst, gedeeltelijk als directe kosten worden doorberekend. Naarmate het aantal op treinen en de infrastructuur geïnstalleerde sensoren toeneemt, kunnen deze extra informatie verstrekken over de reële door de treindienst veroorzaakte slijtage. |
(9) |
Het Hof van Justitie heeft een arrest geveld over de berekening van kosten die rechtstreeks uit de exploitatie van de treindienst voortvloeien (3). In deze verordening is rekening... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.