Waarom wil het Parlement nieuwe bevoegdheden over eigen EU-inkomsten? - Hoofdinhoud
Het Parlement i wil nieuwe EU i-inkomstbronnen om te investeren in de toekomst van Europa en het herstel van de Covid-19-pandemie te steunen zonder belastingbetalers de lasten te laten dragen.
Met de lopende onderhandelingen over de EU-begroting voor 2021-2027 en het €750 miljard Covid-19-herstelinstrument, is de kwestie van eigen middelen één van de voornaamste knelpunten.
Meer lezen: wat is de meerjarenbegroting van de EU?
Wat zijn eigen middelen?
EU-landen dragen bij tot een gezamenlijke EU-begroting om gezamenlijke objectieven te realiseren. Maar in tegenstelling tot nationale begrotingen, is de EU-begroting een investeringsbudget en mogen er geen tekorten zijn. De EU-verdragen bepalen dat de begroting van de Unie “volledig uit eigen middelen gefinancierd moet worden”.
Deze inkomstbronnen worden vastgelegd door de Raad i - die na overleg met het Parlement unaniem beslist - en moeten worden goedgekeurd door elk EU-land. Het huidige systeem van eigen middelen is de voorbije drie decennia onveranderd gebleven, en het Parlement vraagt al geruime tijd naar een herziening ervan.
Welke eigen middelen bestaan er momenteel?
Aangezien de EU-begroting voortdurend in balans moet zijn, moeten de jaarlijkse inkomsten de jaarlijkse uitgaven volledig financieren. Voor de lopende begrotingsperiode (2014-2020), kan het totaalbedrag afkomstig van eigen middelen niet meer dan 1,23% van het Bruto Nationaal Inkomen van de Unie zijn.
EU-inkomsten zijn op dit moment afkomstig van:
-
-Traditionele eigen middelen (vooral douaneheffingen, vroeger inclusief suikerheffingen; goed voor 13% van de inkomsten van eigen middelen in 2018)
-
-Eigen middelen afkomstig van btw (doorstorten van een percentage van de geschatte btw van EU-landen; goed voor 11% van de inkomsten in 2018)
-
-Eigen middelen van het BNI (EU-landen dragen een deel van hun jaarlijks Bruto Nationaal Inkomen over; goed voor 66% van de inkomsten in 2018)
-
-Andere inkomsten (inclusief sancties opgelegd aan bedrijven die inbreuk maken op het EU-mededingingsrecht, bijdragen van niet-EU-landen aan bepaalde EU-programma’s en belastingen op de salarissen van EU-personeel; goed voor 10% van de totale inkomsten in 2018).
Sommige EU-landen (Oostenrijk, Denemarken, Duitsland, Nederland en Zweden) ontvangen op dit moment kortingen op hun bijdragen aan de EU-begroting.
Hoe stelt het Parlement voor om de eigen middelen van de EU te hervormen?
Het Parlement vindt het EU-inkomstensysteem al lang ondoorzichtig en oneerlijk, en vind dat er nood aan hervorming is om de huidige uitdagingen te kunnen aanpakken en zinvolle resultaten te kunnen behalen voor Europeanen.
Om de afhankelijkheid van de bijdragen van lidstaten op basis van het BNI en btw te verminderen, vraagt het Parlement de introductie van nieuwe, concrete inkomstbronnen verbonden aan het EU-beleid en objectieven. Het Parlement stelt de volgende tijdlijn voor:
-
-1 januari 2021: een nieuwe nationale bijdrage gebaseerd op niet-gerecycleerd plastic verpakkingsafval (zou de circulaire economie en het verminderd gebruik van wegwerpplastic stimuleren en recyclage aanmoedigen)
-
-1 januari 2021: eigen middelen via opbrengsten van het Emissiehandelssysteem (inkomsten van het systeem dat de hoeveelheid broeikasgassen beperkt die door de energie-intensieve industrie, energieproducenten of luchtvaartmaatschappijen uitgestoten worden.)
-
-1 januari 2023: eigen middelen via een belasting op digitale diensten (om een eerlijke heffing op de digitale economie te verzekeren)
-
-1 januari 2023: eigen middelen gebaseerd op een mechanisme voor de aanpassing van koolstofgrenzen (een koolstofprijs op de import van bepaalde goederen die van buiten de EU afkomstig zijn zou een gelijk speelveld kunnen verzekeren in de strijd tegen klimaatverandering)
-
-1 januari 2024: eigen middelen afkomstig van belastingen op financiële transacties (om te verzekeren dat de financiële sector eerlijk bijdraagt)
-
-1 januari 2026: eigen middelen afkomstig van een gemeenschappelijke geconsolideerde vennootschapsbelasting (een aandeel op de belastbare winst van bedrijven, berekend volgens dezelfde set regels in de EU).
EP-leden willen ook alle kortingen op bijdragen afschaffen.
Welke voordelen kan de hervorming van eigen middelen bieden?
Deze nieuwe inkomstbronnen moeten de gezamenlijke schuld afbetalen van EU-landen om het Covid-19-herstelfonds te financieren. Zonder nieuwe eigen middelen zou het geleende herstelgeld terugbetaald moeten worden met als gevolg verdere beperkingen van EU-programma’s en hogere BNI-bijdragen van EU-landen. Het Parlement wil verzekeren dat niet belastingbetalers de last moeten dragen, maar wel techreuzen, belastingontwijkers, grote buitenlandse vervuilers en andere die hun eerlijke deel niet betalen.
De voorgestelde eigen middelen zouden ook verzekeren dat de EU-prioriteiten - zoals de Green Deal en de digitale transformatie - een betere plaats krijgen in de begroting. Daarnaast moeten ze de werking van de interne markt ondersteunen en de afhankelijkheid van nationale BNI-bijdragen verminderen.
Hoe wordt er beslist over de EU-inkomstbronnen?
Na overleg met het Parlement, heeft het systeem voor eigen EU-middelen de unanieme goedkeuring nodig van de Raad en moet het door alle EU-landen goedgekeurd worden. Het Parlement keurde zijn standpunt over eigen middelen goed via een stemming op 16 september 2020.
Onderhandelingen tussen het Parlement en de Raad over de begroting van 2021-2027 kwamen eind augustus op gang. Het Parlement zal de nieuwe EU-begroting niet goedkeuren zonder een akkoord over de hervorming van de eigen EU-middelen. EP-leden dringen aan om vanaf 1 januari 2021 te beginnen met de eerste eigen middelen en deze daarna aan te vullen volgens een bindend tijdschema.
Standpunt van het Parlement over EU-inkomstbronnen
Productinformatie
REF.: 20200918STO87405
Meer over ...