Besluit 2022/1211 - Aanneming van de euro door Kroatië op 1 januari 2023 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Besluit (EU) 2022/1211 van de Raad van 12 juli 2022 betreffende de aanneming van de euro door Kroatië op 1 januari 2023officiële Engelstalige titel
Council Decision (EU) 2022/1211 of 12 July 2022 on the adoption by Croatia of the euro on 1 January 2023Rechtsinstrument | Besluit |
---|---|
Wetgevingsnummer | Besluit 2022/1211 |
Regdoc-nummer | ST(2022)9867 |
Origineel voorstel | COM(2022)282 |
Celex-nummer i | 32022D1211 |
Document | 12-07-2022; Datum goedkeuring |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 14-07-2022; PB L 187 p. 31-34 |
Inwerkingtreding | 14-07-2022; van kracht datum kennisgeving 01-01-2023; Toepassing zie art 1 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
Kennisgeving | 14-07-2022; {titleAndReference.draft.disclaimer.new|http://publications.europa.eu/resource/authority/fd_365/titleAndReference.draft.disclaimer.new} |
14.7.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 187/31 |
BESLUIT (EU) 2022/1211 VAN DE RAAD
van 12 juli 2022
betreffende de aanneming van de euro door Kroatië op 1 januari 2023
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 140, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Gezien het verslag van de Europese Commissie (1),
Gezien het verslag van de Europese Centrale Bank (2),
Gezien het advies van het Europees Parlement (3),
Gezien de bespreking in de Europese Raad,
Gezien de aanbeveling van de leden van de Raad die de lidstaten vertegenwoordigen welke de euro als munt hebben (4),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De derde fase van de economische en monetaire unie (EMU) begon op 1 januari 1999. De Raad, bijeen te Brussel op 3 mei 1998 in de samenstelling van staatshoofden en regeringsleiders, heeft besloten dat België, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Finland voldeden aan de nodige voorwaarden voor de aanneming van de euro op 1 januari 1999 (5). |
(2) |
Bij Beschikking 2000/427/EG (6) heeft de Raad besloten dat Griekenland voldeed aan de nodige voorwaarden voor de aanneming van de euro op 1 januari 2001. Bij Beschikking 2006/495/EG (7) heeft de Raad besloten dat Slovenië voldeed aan de nodige voorwaarden voor de aanneming van de euro op 1 januari 2007. Bij Beschikkingen 2007/503/EG (8) en 2007/504/EG (9) heeft de Raad besloten dat Cyprus en Malta voldeden aan de nodige voorwaarden voor de aanneming van de euro op 1 januari 2008. Bij Beschikking 2008/608/EG (10) heeft de Raad besloten dat Slowakije voldeed aan de nodige voorwaarden voor de aanneming van de euro. Bij Besluit 2010/416/EU (11) heeft de Raad besloten dat Estland voldeed aan de nodige voorwaarden voor de aanneming van de euro. Bij Besluit 2013/387/EU (12) heeft de Raad besloten dat Letland voldeed aan de nodige voorwaarden voor de aanneming van de euro. Bij Besluit 2014/509/EU (13) heeft de Raad besloten dat Litouwen voldeed aan de nodige voorwaarden voor de aanneming van de euro. |
(3) |
Overeenkomstig punt 1 van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol (nr. 16) betreffende enkele bepalingen inzake Denemarken en overeenkomstig het besluit dat de staatshoofden en regeringsleiders in december 1992 in Edinburgh hebben genomen, heeft Denemarken de Raad ervan in kennis gesteld dat het niet aan de derde fase van de EMU zal deelnemen. Denemarken heeft niet verzocht om inleiding van de procedure van artikel 140, lid 2, VWEU betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). |
(4) |
Overeenkomstig Beschikking 98/317/EG is Zweden een lidstaat met een derogatie als bedoeld in artikel 139, lid 1, VWEU. Overeenkomstig artikel 4 van het de Toetredingsakte van 2003 (14) zijn zowel Tsjechië, Hongarije als Polen lidstaten met een derogatie als bedoeld in artikel 139, lid 1, VWEU. Overeenkomstig artikel 5 van de Toetredingsakte van 2005 (15) zijn zowel Bulgarije als Roemenië lidstaten met een derogatie als bedoeld in artikel 139, lid 1, VWEU. Overeenkomstig artikel 5 van de Toetredingsakte van 2012 (16) is Kroatië een lidstaat met een derogatie als bedoeld in artikel 139, lid 1, VWEU. |
(5) |
De Europese Centrale Bank (ECB) werd op 1 juli 1998 opgericht. Het Europees monetair stelsel werd vervangen door een wisselkoersmechanisme waarvan de invoering werd overeengekomen bij de resolutie van de Europese Raad van 16 juni 1997 inzake de instelling van een wisselkoersmechanisme in de derde fase van de economische en monetaire unie (17). De procedures voor een wisselkoersmechanisme in de derde fase van de economische en monetaire unie (WKM II) werden neergelegd in de overeenkomst van 16 maart 2006 tussen de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van de... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.