Artikel I-5: De betrekkingen tussen de Unie en de lidstaten

I-4
Artikel I-5
I-6
  • 1. 
    De Unie eerbiedigt de gelijkheid van de lidstaten voor de Grondwet alsmede hun nationale identiteit, die besloten ligt in hun politieke en constitutionele basisstructuren, waaronder die voor regionaal en lokaal zelfbestuur. Zij eerbiedigt de essentiële staatsfuncties, met name de verdediging van de territoriale integriteit van de staat, de handhaving van de openbare orde en de bescherming van de nationale veiligheid.
  • 2. 
    Krachtens het beginsel van loyale samenwerking respecteren de Unie en de lidstaten elkaar en steunen zij elkaar bij de vervulling van de taken die uit de Grondwet voortvloeien.

    De lidstaten treffen alle algemene en bijzondere maatregelen die geschikt zijn om de nakoming van de uit de Grondwet of uit de handelingen van de instellingen van de Unie voortvloeiende verplichtingen te verzekeren.

    De lidstaten vergemakkelijken de vervulling van de taak van de Unie en onthouden zich van alle maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie in gevaar kunnen brengen.

 

1.

Toelichting Nederlandse regering

In een aparte bepaling gaat het Grondwettelijk Verdrag in op de verhouding tussen lidstaten en de Unie. Daarbij is in eerste instantie gekozen voor het overnemen van enkele bepalingen uit de EG- en EU-Verdragen, zoals het respecteren van nationale identiteit (vergelijk artikel 6, derde lid, EU-Verdrag i) en het beginsel van gemeenschapstrouw (vergelijk artikel 10 EG-Verdrag i).

Daarmee geldt ook onder het Grondwettelijk Verdrag dat de Unie de identiteit van de lidstaten moet respecteren. De lidstaten op hun beurt zijn gehouden tot naleving van het Verdrag en de daaruit voortvloeiende regelgeving. Bovendien zijn de lidstaten gehouden om geen maatregelen te nemen die ingaan tegen het Verdrag of die de doelstellingen van het Verdrag in gevaar zouden kunnen brengen.

Nieuw ten opzichte van de oude verdragen is dat de Unie de essentiële staatsfuncties, als uitwerking van de nationale identiteit, dient te respecteren (artikel I-5, eerste lid). Gerefereerd wordt onder andere aan het verdedigen van de territoriale integriteit van de staat, het handhaven van de openbare orde en de bescherming van de nationale veiligheid. Expliciet is hier opgenomen dat bij het naleven van gemeenschapstrouw, de lidstaten ook gehouden zijn elkaar te ondersteunen en bij te staan. Deze vernieuwingen zijn echter hoofdzakelijk uitwerkingen en verduidelijkingen ten opzichte van de oude bepalingen.

2.

Toelichting Belgische regering

Artikel I-5 definieert de algemene beginselen die gelden in de betrekkingen tussen de Unie en de lidstaten :

  • De eerbied voor de nationale identiteit die besloten ligt in de politieke en constitutionele basisstructuren van de lidstaten, waaronder die voor regionaal en lokaal zelfbestuur. Dit beginsel is uiteraard van essentieel belang voor landen als België, met een federale staatsstructuur.
  • De eerbied voor de essentiële staatsfuncties, met name de verdediging van de territoriale integriteit van de staat, de handhaving van de openbare orde en de bescherming van de nationale veiligheid.
  • Het beginsel van loyale samenwerking -- dat momenteel in artikel 10 VEG i staat -- tussen de Unie en de lidstaten

De IGC i heeft aan deze lijst het beginsel van gelijkheid van de lidstaten voor de Grondwet toegevoegd.

Eerbiediging van de constitutionele structuur van de lidstaten

De Grondwet bepaalt dat de Unie de nationale identiteit van de lidstaten eerbiedigt die besloten ligt in hun politieke en constitutionele structuren, waaronder die voor regionaal zelfbestuur.

Ze herinnert bovendien aan het beginsel van loyale samenwerking krachtens hetwelk de Unie en haar lidstaten elkaar respecteren en bijstaan bij het vervullen van de taken van de Unie.

In het kader van de Conventie en de IGC heeft de Belgische delegatie erover gewaakt dat de Grondwet de specificiteit van het Belgisch federaal model vrijwaart. Zo behoudt de tekst de mogelijkheid voor de vertegenwoordigers van regeringen van deelstaten om in de Raad te zetelen in het kader van hun bevoegdheden, overeenkomstig het samenwerkingsakkoord over de vertegenwoordiging van België in de Raad van de Unie.

Rekening houdend met de constitutionele structuur van België zullen er intern regelingen moeten worden getroffen om te bepalen op welke manier België de bevoegdheden zal uitoefenen die aan de nationale parlementen zijn toegekend, in het kader van het Protocol betreffende de toepassing van het subsidiariteits- en evenredigheidsbeginsel.

3.

Ontwikkeling artikel

2003
  • 1. 
    De Unie eerbiedigt de nationale identiteit van haar lidstaten, die besloten ligt in hun fundamentele, politieke en grondwettelijke structuren, met inbegrip van die voor regionaal en plaatselijk zelfbestuur. Zij eerbiedigt de essentiële staatsfuncties, met inbegrip van de verdediging van de territoriale integriteit, de handhaving van de openbare orde en debescherming van de binnenlandse veiligheid.
  • 2. 
    Krachtens het beginsel van loyale samenwerking respecteren de Unie en de lidstaten elkaar en steunen zij elkaar bij de vervulling van de taken die uit de Grondwet voortvloeien.

    De lidstaten maken het de Unie gemakkelijk haar taak te vervullen en onthouden zich van alle maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen van de Grondwet in gevaar kunnen brengen.

4.

Opmerkingen

Dit nieuwe artikel vloeit voort uit voorstellen die tijdens de extra plenaire zittingen van 5 en 26 maart gunstig werden onthaald. Het is een samenvoeging van artikel 1, lid 2 i, en artikel 9, lid 6 i van het vorige ontwerp en komt in de plaats daarvan, en omvat ook de leden over de loyale samenwerking uit het vorige ontwerp van artikel 8 i, als aanvullende elementen van een algemeen artikel i over de betrekkingen van de Unie met de lidstaten.

2003
  • 1. 
    De Unie eerbiedigt de nationale identiteit van haar lidstaten, die besloten ligt in hun fundamentele politieke en grondwettelijke structuren, waaronder die voor regionaal en lokaal zelfbestuur. Zij eerbiedigt de essentiële staatsfuncties, met inbegrip van de verdediging van de territoriale integriteit, de handhaving van de openbare orde en de bescherming van de binnenlandse veiligheid.
  • 2. 
    Krachtens het beginsel van loyale samenwerking respecteren de Unie en de lidstaten elkaar en steunen zij elkaar bij de vervulling van de taken die uit de Grondwet voortvloeien.

    De lidstaten maken het de Unie gemakkelijk haar taak te vervullen en onthouden zich van alle maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen van de Grondwet in gevaar kunnen brengen.

2003
  • 1. 
    De Unie eerbiedigt de gelijkheid van de lidstaten voor de grondwet alsmede hun nationale identiteit, die besloten ligt in hun fundamentele politieke en grondwettelijke structuren, waaronder die voor regionaal en lokaal zelfbestuur. Zij eerbiedigt de essentiële staatsfuncties, met inbegrip van de verdediging van de territoriale integriteit, de handhaving van de openbare orde en de bescherming van de nationale veiligheid. [*]
  • 2. 
    Krachtens het beginsel van loyale samenwerking respecteren de Unie en de lidstaten elkaar en steunen zij elkaar bij de vervulling van de taken die uit de Grondwet voortvloeien. [**]

    De lidstaten treffen alle algemene en bijzondere maatregelen waarmee de nakoming van de uit de Grondwet of uit de handelingen van de instellingen van de Unie voortvloeiende verplichtingen kan worden verzekerd. [***]

    De lidstaten dragen ertoe bij dat de Unie haar taak kan vervullen en onthouden zich van alle maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie in gevaar kunnen brengen.

 

Noot [*] bij lid 1:

In het werkdocument CIG 73/04 (29 april 2004) is de volgende zinsnede toegevoegd: "De Unie eerbiedigt de gelijkheid van de lidstaten voor de grondwet". In het commentaar staat: "De post-Napelstekst [=CIG 60/03 ADD 1] is aangepast aan het resultaat van de verdere besprekingen over de gelijkheid van de lidstaten."

Noot [**] bij lid 2, eerste paragraaf

Het CIG 76/04 document (17 mei 2004) heeft de eerste paragraaf van lid 2 uit het CIG 60/03 ADD 1 document (9 december 2003) weggelaten. Deze eerste paragraaf luidde:

"De lidstaten worden gelijk behandeld bij de toepassing van het recht van de Unie."

Noot [***] bij lid 2, tweede paragraaf:

Voorheen artikel I-10 i, lid 2

2004
  • 1. 
    De Unie eerbiedigt de gelijkheid van de lidstaten voor de Grondwet alsmede hun nationale identiteit, die besloten ligt in hun politieke en constitutionele basisstructuren, waaronder die voor regionaal en lokaal zelfbestuur. Zij eerbiedigt de essentiële staatsfuncties, met name de verdediging van de territoriale integriteit van de staat, de handhaving van de openbare orde en de bescherming van de nationale veiligheid.
  • 2. 
    Krachtens het beginsel van loyale samenwerking respecteren de Unie en de lidstaten elkaar en steunen zij elkaar bij de vervulling van de taken die uit de Grondwet voortvloeien.

    De lidstaten treffen alle algemene en bijzondere maatregelen die geschikt zijn om de nakoming van de uit de Grondwet of uit de handelingen van de instellingen van de Unie voortvloeiende verplichtingen te verzekeren.

    De lidstaten vergemakkelijken de vervulling van de taak van de Unie en onthouden zich van alle maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie in gevaar kunnen brengen.