Europees Parlement verontrust over voortgang IGC - Hoofdinhoud
Gezamenlijke ontwerpresolutie naar aanleiding van de Verklaringen van Raad en Commissie over het voortgangsverslag betreffende de Intergouvernementele Conferentie
Doc.: RC5-0513/2003
Procedure : Ontwerpresolutie
Debat : 3 december 2003
Stemm ing : 4 december 2003
Ontwerpresolutie aangenomen (346-106-58)
Het Europees Parlement is verontrust over het feit dat bepaalde lidstaten de voorstellen van de Conventie inzake de institutionele hervormingen op losse schroeven zetten. Het wijst erop dat elke oplossing die aangedragen wordt voor de hervorming van de drie instellingen het institutionele evenwicht moet respecteren. Het EP verklaart nogmaals achter de Conventievoorstellen inzake gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming te staan. Het EP is desalniettemin van oordeel dat er een compromis mogelijk is ten aanzien van de voorgestelde cijfers, op voorwaarde dat hierbij de hand wordt gehouden aan het beginsel van de dubbele meerderheid.
De leden zijn tevreden met het voorstel van het Italiaanse voorzitterschap om op het gebied van het buitenlands beleid meer bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen te besluiten. Zij dringen erop aan dat de voorstellen van de Conventie over de uitbreiding van de besluitvorming bij gekwalificeerde meerderheid niet van de tafel geveegd worden. De leden betreuren dat schijnt te zijn besloten de Wetgevende Raad af te schaffen. De instelling van deze Raad had volgens het EP tot doel de wetgevende functies van de Raad duidelijker te scheiden van zijn uitvoerende functies en volledige transparantie van het wetgevingsproces te waarborgen. De parlementariërs hopen dat ten minste de optie zal worden gehandhaafd om de Wetgevende Raad in een later stadium in te stellen.
Het Parlement waarschuwt de IGC het evenwicht dat in de Conventie met betrekking tot de financiële en budgettaire bepalingen was bereikt, niet op losse schroeven te zetten. Ook wijst het EP elke poging van de hand om aan de bestaande begrotingsbevoegdheden van het Parlement te tornen, aangezien dit neerkomt op een grove aantasting van de prerogatieven van het Parlement. Voorts verklaart het EP nogmaals achter de in de ontwerpgrondwet vervatte voorstellen betreffende de samenstelling van de Commissie te staan. Indien aan elke lidstaat één commissaris wordt toegewezen, dreigt de Commissie een intergouvernementeel karakter te krijgen, wat niet de bedoeling is.
De Vergadering verzoekt de IGC vast te houden aan het in de Conventie bereikte compromis volgens hetwelk de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie vice-voorzitter van de Europese Commissie is en tevens de Raad Buitenlandse Zaken voorzit. Tenslotte verklaart het Parlement zich een groot voorstander van het voornemen om een conferentie ter herziening van het Euratom-Verdrag bijeen te roepen teneinde verouderde bepalingen van het Verdrag in te trekken, met name met betrekking tot het gebrek aan democratische besluitvormingsprocedures.