Artikel 258: Aantal leden, vertegenwoordiging lidstaten - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Het aantal leden van het Comité bedraagt niet meer dan 350.
Het aantal leden van het Comité is als volgt vastgesteld: (*)
België 12
Denemarken 9
Duitsland 24
Griekenland 12
Spanje 21
Frankrijk 24
Ierland 9
Italië 24
Luxemburg 6
Nederland 12
Oostenrijk 12
Portugal 12
Finland 9
Zweden 12
Verenigd Koninkrijk 24.
De leden van het Comité mogen niet gebonden zijn door enig imperatief mandaat. Zij oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit in het algemene belang van de Gemeenschap.
De Raad stelt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de vergoedingen van de leden van het Comité vast.
Artikel gewijzigd bij het Verdrag van Nice.
(*) Voor het aantal zetels van de 10 lidstaten die per 1 mei 2004 zijn toegetreden tot de Europese Unie, is de Verklaring bij het Verdrag van Nice gevolgd:
Europese Grondwet
Zie ook Protocol 34 van de Europese Grondwet:
Het aantal leden van het Comité is als volgt vastgesteld
België ................ 12
Duitsland ............. 24
Frankrijk ............. 24
Italië ................ 24
Luxemburg ............. 5
Nederland ............. 12
De leden van het Comité worden door de Raad met eenparigheid van stemmen voor vier jaar benoemd. Zij zijn herbenoembaar.
De leden worden benoemd in hun persoonlijke hoedanigheid en mogen niet gebonden zijn door enig imperatief mandaat.
Het aantal leden van het Comité bedraagt niet meer dan 350.
Het aantal leden van het Comité is als volgt vastgesteld: (*)
België 12
Denemarken 9
Duitsland 24
Griekenland 12
Spanje 21
Frankrijk 24
Ierland 9
Italië 24
Luxemburg 6
Nederland 12
Oostenrijk 12
Portugal 12
Finland 9
Zweden 12
Verenigd Koninkrijk 24.
De leden van het Comité mogen niet gebonden zijn door enig imperatief mandaat. Zij oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit in het algemene belang van de Gemeenschap.
De Raad stelt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de vergoedingen van de leden van het Comité vast.