Concurrentie: Commissie legt boete op van 49,5 mln euro aan Peugeot wegens belemmering van uitvoer van nieuwe auto's uit Nederland - Hoofdinhoud
De Europese Commissie heeft besloten een boete van 49,5 miljoen EUR op te leggen aan Automobiles Peugeot SA en Peugeot Nederland NV wegens belemmering tussen 1997 en 2003 van de uitvoer van nieuwe auto's uit Nederland naar consumenten in andere lidstaten. Door deze uitvoer van nieuwe auto's te hinderen, begingen deze ondernemingen een zeer ernstige inbreuk op het verbod op mededingingsbeperkende handelspraktijken van artikel 81 van het EG-Verdrag.
De voor concurrentie verantwoordelijke commissaris Neelie Kroes i verklaarde: "Uit dit besluit blijkt de vastberadenheid van de Commissie om de mededingingsregels van het EG-Verdrag aan te wenden om ondernemingen ervan te weerhouden de voordelen van de eengemaakte markt aan de consument te onthouden. Dergelijke praktijken in de automobielsector zijn bijzonder schadelijk omdat de aanschaf van een auto de op één na duurste uitgave is voor het gezinsbudget."
Van januari 1997 tot september 2003 paste Automobiles Peugeot SA, via de importeur Peugeot Nederland NV, die volledig haar eigendom is, een strategie toe om dealers ervan te weerhouden auto's te verkopen aan consumenten in andere lidstaten om aldus de uitvoer door Nederlandse Peugeot-dealers tegen te gaan.
De strategie was tweeledig. In de eerste plaats was een deel van de vergoeding voor Nederlandse Peugeot-dealers afhankelijk gesteld van de uiteindelijke bestemming van het voertuig, wat discriminerend werkte voor de verkoop aan buitenlandse consumenten. Met name werden prestatiebonussen geweigerd wanneer dealers auto's verkochten aan niet-ingezetenen. In de tweede plaats oefende Automobiles Peugeot SA, via Peugeot Nederland NV, rechtstreeks druk uit op die dealers die kennelijk een aanzienlijke exportactiviteit hadden ontwikkeld, bijvoorbeeld door te dreigen minder auto's aan hen te leveren.
Bij de bepaling van de hoogte van de boete hield de Commissie rekening met de bijzondere ernst en de vrij lange duur van de inbreuk die door Automobiles Peugeot SA en haar Nederlandse dochteronderneming was begaan.
In Nederland waren de prijzen vóór belastingen over het algemeen aanzienlijk lager dan in andere lidstaten zoals Duitsland en Frankrijk. De zaak tegen Automobiles Peugeot SA en haar importeur Peugeot Nederland NV begon met onaangekondigde inspecties die door de Commissie in september 1999 en april 2003 werden uitgevoerd naar aanleiding van klachten van klanten die in Nederland auto's wilden kopen tegen lagere prijzen.
De Commissie treedt op krachtens de mededingingsregels teneinde ervoor te zorgen dat consumenten de vrijheid hebben om waar ook in de EU te kopen, een vrijheid die bedoeld is om hun welvaart te bevorderen. Uit recente rapporten over de autoprijzen die de Commissie elk halfjaar publiceert, blijkt dat de autoprijzen vóór belastingen in de hele EU geleidelijk zijn genivelleerd en dat deze nivellering zich voltrok tegen een achtergrond van relatieve prijsstabiliteit, ook in de goedkopere landen (zie IP/05/1027). Met andere woorden de autoprijzen zijn niet opwaarts genivelleerd in de richting van het prijsniveau van de duurdere landen.