Trans-Europese netwerken (TEN) - Hoofdinhoud
Dit zijn netwerken op het gebied van infrastructuur, meer specifiek op vervoers-, telecommunicatie- en energiegebied. De EU i geeft hiervoor subsidie vanuit het cohesiefonds i. Het tot stand komen van de trans-Europese netwerken moet bijdragen aan een goede werking van de interne markt, en de economische en sociale samenhang versterken.
Er zijn drie soorten trans-Europese netwerken: Het trans-Europese vervoersnetwerk, het trans-Europese energienetwerk en het trans-Europese telecommunicatienetwerk. Binnen deze drie netwerken zijn er ook milieuprojecten. Het was de bedoeling om de TEN-projecten uiterlijk in 2020 te hebben gerealiseerd. Gezien de omvang van bepaalde werkzaamheden, zoals de aanleg van een 64 kilometer lange ondergrondse spoorweg tussen Innsbrück en Franzensfeste, was de kans groot dat deze deadline zou worden overschreden. Daarom verschoof de Europese Commissie i de deadline voor de voltooiing van de kernprojecten van het trans-Europese vervoersnetwerk naar 2030.
Inhoudsopgave
Het trans-Europese vervoersnetwerk bestaat uit een infrastructuur van verschillende vervoersnetwerken (zoals het wegennet) en de diensten die nodig zijn om die te kunnen gebruiken. Een project dat hieronder valt is de hogesnelheidslijn. Het doel is om heel Europa te verbinden door middel van transportnetwerken. Hiervoor is 31,7 miljard euro uitgetrokken voor de periode 2021-2027.
De Europese Commissie heeft 11 Europese Coördinatoren aangesteld: negen voor de kernverbindingen in Europa, één voor de spoorwegverbindingen en één voor scheepvaartverbindingen. Deze experts brengen sinds 2006 elk jaar een rapport uit met resultaten en bevindingen over het TEN-V. Ook hebben deze coördinatoren een werkplan opgesteld voor het Europese vervoersnetwerk, dat in juni 2015 werd goedgekeurd door de Europese Commissie. Dit werkplan is de basis voor het TEN-V waarin alle geplande werkzaamheden en acties staan vermeld die moeten leiden tot het kernnetwerk in Europa. Het kernnetwerk zou in 2030 klaar moeten zijn. De uitbreiding van dit netwerk, dat alle Europese regio's omvat, zou tegen 2050 voltooid moeten zijn.
De 27 lidstaten van de EU en Noorwegen en Zwitserland kwamen in 2016 overeen dat het spoorgoederenvervoer snel moet worden verbeterd. In 2017 gingen diezelfde staten werken aan een overeenkomst over geluidsoverlast door spoorgoederenwagons.
Het trans-Europese energienetwerk heeft betrekking op de sectoren elektriciteit, aardgas en olie. De doelstellingen zijn een interne markt voor energie tot stand te brengen, de continuïteit van de energievoorziening i te waarborgen en de internationale concurrentiepositie van Europese energiebedrijven in stand te houden. Hiervoor is 8,7 miljard euro uitgetrokken voor de periode 2021-2027.
In 2013 werd de verordening Richtsnoeren voor de trans-Europese energie infrastructuur goedgekeurd. Hierna volgde de TEN-E strategie die in 2014 werd vastgesteld. De deadline van dit project is verschoven van 2020 naar 2030. In 2020 stelde de Commissie een nieuwe verordening voor, zodat TEN-E zou bijdragen aan de Europese doelstelling voor het verminderen van broeikasgasemissie door in te zetten op hernieuwbare energie en duurzame energietechnologieën in het energiesysteem.
Het eTen programma liep officieel tot eind 2006. Bij TEN-telecommunicatie was de doelstelling om op telecommunicatienetwerken gebaseerde elektronische diensten te realiseren. Deze diensten waren sterk gericht op de overheid en speelden een centrale rol in het eEurope-initiatief: "Een informatiemaatschappij voor iedereen". De doelstellingen en projecten van eTen werden na 2006 in het i2010 programma i opgenomen. De meeste projecten liepen hierdoor door tot eind 2009. Het programma werd uiteindelijk opgevolgd door de Digitale Agenda.
Voor de periode 2000-2006 i stonden de TEN-projecten met 4,6 miljard op de EU-begroting. In de meerjarenbegroting 2007-2013 i werd dat bedrag opgeschroefd naar ruim 8 miljard euro. In de meerjarenbegroting van 2014-2020 i werd 29,3 miljard euro voor het TEN-netwerk opgenomen. Het budget voor de periode 2021-2027 i is 42,3 miljard euro.
In oktober 2013 maakte de Commissie nieuwe kaarten bekend met negen corridors die de ruggengraat zullen vormen voor het vervoer in de interne markt van de EU, en de verbindingen tussen oost en west op een volledig nieuwe leest zullen schoeien.
De TEN-projecten worden vanaf 2014 bekostigd uit de Connecting Europe Facility i (CEF). Daarnaast bestaan verschillende financieringsinstrumenten, waaronder het leninggarantie-instrument, het projectobligatie-initiatief i en het Marguerite Fund i.