Vrij verkeer van diensten - Hoofdinhoud
Iedere EU-burger mag werken waar hij of zij wil. Dat is de kern van het vrij verkeer van diensten dat in de hele Europese Unie i van kracht is. Het vrij verkeer van diensten vindt zijn oorsprong in het eerste EU-verdrag uit 1957, het Verdrag van Rome i. Sindsdien is het met opeenvolgende verdragen verder uitgebreid. In de Dienstenrichtlijn i is opgenomen dat iedere EU-burger overal mag werken, maar voor nieuwe lidstaten gelden restricties.
In het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie i is vastgelegd dat dienstverlener en klant uit verschillende landen afkomstig mogen zijn. Met andere woorden: een dienstverlener mag vanuit de ene lidstaat naar de andere reizen om daar te werken. Uiteindelijk kan de dienstverlener zich in een andere lidstaat vestigen, maar dit is voor het vrij verkeer van diensten niet noodzakelijk.
Volgens het Europees Hof van Justitie i zijn dienstverleners gelijk aan burgers van de lidstaat waarin zij werken. Dat betekent dat zij op alle manieren op de markt actief mogen zijn, ook als dat niet verband houdt met hun werkzaamheden in de betreffende lidstaat. Hierbij kan gedacht worden aan het huren van een woonruimte.
In principe zijn ook geneeskundige diensten opgenomen in het vrij verkeer van diensten. Iedere EU-ingezetene kan overal in Europa medische zorg ontvangen, die vergoed dient te worden door de zorgverzekeraar in eigen land. Dit geldt alleen voor medische zorg die niet kan wachten. Als de patiënt kans ziet om voor behandeling terug te keren naar het eigen land, is dat verplicht.
Juridisch kader
Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie i voorziet in deze vrijheid. Omdat de verdragstekst niet voldoende is, is in 2006 een Dienstenrichtlijn opgesteld. Het doel van deze richtlijn en de latere aanpassingen en aanvullingen is de nog bestaande belemmeringen rond het vrij verkeer van diensten op te lossen.
Meer informatie