Periode 1958-1966: Welvaartsstaat

Met dank overgenomen van Parlement.com.

In deze periode wordt verder gewerkt aan uitbouw van de welvaartstaat. Er komen nieuwe regelingen voor kinderbijslag en arbeidsongeschiktheid, er wordt een sociaal minimum ingevoerd, de Algemene Bijstandswet vervangt de Armenwet en de vrije zaterdag wordt ingevoerd. Ook de lonen gaan, mede onder druk van krapte op de arbeidsmarkt, omhoog. De welvaartsstijging is mede te danken aan grote aardgasvondsten. Keerzijde van de welvaart zijn toenemende milieuvervuiling en een steeds verdere verstedelijking.

De kern van de kabinetten in dit tijdvak wordt gevormd door de drie christelijke partijen, ARP, CHU en KVP, die vooral samen met de VVD (1959-1965) regeren. Alleen in de jaren 1965-1966, die eindigt met de 'Nacht van Schmelzer' i, zit de PvdA in het kabinet.

Naast kabinetswisselingen is de komst van nieuwe partijen en de roep om democratisering opvallend. In 1966 wordt D66 opgericht, die streeft naar staatkundige vernieuwing. Eind jaren zestig loopt het zeteltal van de drie christelijke partijen sterk terug.

1.

Kabinetten

Kabinet-Beel II (1958-1959)

Het kabinet Beel II was een overgangskabinet met als voornaamste taak de Tweede Kamer te ontbinden en Tweede Kamerverkiezingen i uit te schrijven voor 1959. Het werd gevormd na de val van het kabinet-Drees IV i en bestond uit ministers van de KVP i, ARP i en CHU i.

Kabinet-De Quay (1959-1963)

Dit centrumrechtse i kabinet van KVP i, ARP i, CHU i en VVD i kwam tot stand na de verkiezingen van 1959 i als opvolger van het kabinet-Beel II i. Het was het eerste naoorlogse kabinet zonder de PvdA i. Minister-president De Quay i kwam van de KVP. Het kabinet trad op 19 mei 1959 aan.

Kabinet-Marijnen (1963-1965)

Het centrumrechtse i kabinet-Marijnen was als voortzetting van het kabinet-De Quay i te beschouwen. De coalitie van KVP i, ARP i, CHU i en VVD i behield na de Tweede Kamerverkiezingen van 1963 i zijn meerderheid. Minister-president namens de KVP werd echter niet Jan de Quay i, maar Victor Marijnen i - in het vorige kabinet minister van Landbouw en Visserij.

Kabinet-Cals (1965-1966)

Dit centrumlinkse i kabinet van KVP i, PvdA i en ARP i was het eerste sinds 1958 met de sociaaldemocraten. Minister-president was KVP-leider Jo Cals i. Zijn kabinet volgde het kabinet-Marijnen i op, zonder dat er tussendoor verkiezingen werden gehouden. Het kabinet-Cals stond bekend als 'kabinet van sterke mannen' en had bij zijn aantreden op 14 april 1965 veel ambities.

2.

Kabinetscrises

Kabinetscrisis 1960: de bouwcrisis

Op 23 december 1960 kwam het kabinet-De Quay i ten val, nadat de Tweede Kamer een motie-Van Eibergen had aangenomen, waarin om de bouw van 5000 extra woningwetwoningen werd gevraagd. Minister Van Aartsen i had aanneming van deze door zijn partijgenoot ingediende motie ontraden. Hij verbond daar zijn politieke 'lot' en daarmee het lot van het gehele kabinet aan.

Kabinetscrisis 1965: de omroepcrisis

Op 27 februari 1965 kwam er een voortijdig einde aan het in 1963 gevormde kabinet-Marijnen i. De exacte geschilpunten bleven duister, maar duidelijk was wel dat de ministers in het kabinetsberaad geen overeenstemming hadden kunnen bereiken over het omroepbeleid. De vragen die daarbij speelden, waren: op grond van welke criteria moeten nieuwe omroeporganisaties worden toegelaten, en hoe moet het met reclame op de televisie.

Kabinetscrisis 1966: de Nacht van Schmelzer

Het slot van de algemene beschouwingen i over de begroting voor 1967 in de nacht van 13 op 14 oktober 1966 staat bekend als de Nacht van Schmelzer. Het debat eindigde namelijk in de nachtelijke uren met de aanneming van een door KVP-fractievoorzitter Schmelzer i ingediende motie, die door het kabinet-Cals i tot motie van wantrouwen was verklaard. Die stemmingsuitslag leidde tot de val van het kabinet.

3.

Tweede Kamerverkiezingen

  • 1959

    Op 12 maart 1959 waren er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Deze verkiezingen waren nodig na de val van het kabinet-Drees III i. Omdat de PvdA bij deze vervroegde Tweede Kamerverkiezingen twee zetels verloor, werd de KVP i met 49 zetels de grootste partij. Grote stijger was de VVD met zes zetels, die daarmee voor het eerst de derde partij van het land werd. De communisten leden een zware nederlaag. Nieuwkomer was de PSP i met twee zetels. De PvdA koos voor de oppositie en KVP, VVD, ARP i en CHU i vormden het kabinet De Quay i.

  • 1963

    Op 15 mei 1963 waren er reguliere Tweede Kamerverkiezingen. Er lagen ook enkele grondwetsvoorstellen voor. Winnaars waren de KVP i, die 50 zetels behaalde en nieuwkomer Boerenpartij, die onder leiding van 'boer' Koekoek i drie zetels kreeg. Kleine winst was er verder voor CPN i en PSP i, terwijl de PvdA juist verloor.

 

Meer over