Oprichting West-Europese Unie

De West-Europese Unie (WEU i) ziet het levenslicht.

1.

Samenstelling

Lidstaten zijn België, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Griekenland, Italië, Nederland, Luxemburg, Portugal en Spanje.

Denemarken, Ierland, Finland, Oostenrijk en Zweden hebben de status van waarnemer.

Finland, Ierland, Oostenrijk en Zweden gaven medio 1996 wel aan dat in het herziene Verdrag van Maastricht i hun instemming kon worden opgenomen met het op ad-hocbasis deelnemen aan vredeshandhaving, humanitaire hulp door het leger en crisismanagement, de zogenoemde Petersbergtaken i van de WEU.

Hongarije, Polen, Tsjechië, IJsland, Noorwegen en Turkije zijn sinds 1992 geassocieerd lid. Sinds 9 mei 1994 zijn ook Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië, Slowakije en Slovenië geassocieerde partners van de WEU.

2.

Taken

In het WEU-Verdrag is afgesproken dat de WEU-lidstaten elkaar militaire bijstand verlenen bij een aanval op het grondgebied van één van de landen.

3.

Recente ontwikkelingen

In juni 1996 bereikte de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie i (NAVO) in Berlijn in beginsel overeenstemming over het ontwikkelen van een Europese pijler binnen de NAVO. Hierdoor was de WEU als volwaardig alternatief voor de NAVO van de baan.

Het Verdrag van Amsterdam i stelt dat het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB i) alle kwesties omvat met betrekking tot de veiligheid van de EU i. De Petersbergtaken zijn expliciet opgenomen in het huidige artikel 42 van het Verdrag Europese Unie i. Daarnaast werden de functies van secretaris-generaal van de Raad i, Hoge Vertegenwoordiger voor het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid en (sinds 1999) secretaris-generaal van de WEU gecombineerd. De voorzitterschappen van WEU en EU zijn gesynchroniseerd: een lidstaat is tegelijk voorzitter van beide organisaties.

De Europese top van Nice i (december 2000) bereikte overeenstemming over het opnemen van de crisisbeheersingsfuncties van de WEU in de Europese Unie. In het EU-Verdrag werden de bepalingen over de betrekkingen tussen EU en WEU geschrapt. Met het oog op deze ontwikkelingen besloot de Ministeriële Raad van de WEU in november 2000 tot feitelijke ontmanteling op termijn van de operationele structuren van de organisatie. Op 1 januari 2002 zijn ondergeschikte organen van de WEU, zoals het instituut voor veiligheidsstudies, agentschappen van de EU geworden. Het WEU-Verdrag met de bijstandsverplichting voor verdragsstaten blijft bestaan.