Artikel 104: Primaat Euratom-verdrag - Hoofdinhoud
Geen persoon of onderneming die na de inwerkingtreding van dit Verdrag akkoorden of overeenkomsten met een derde Staat, een internationale organisatie of een onderdaan van een derde Staat sluit of verlengt, kan zich op deze akkoorden of overeenkomsten beroepen ten einde zich te onttrekken aan de hun door dit Verdrag opgelegde verplichtingen.
Iedere Lid-Staat neemt alle maatregelen welke hij noodzakelijk oordeelt om aan de Commissie, op haar verzoek, mededeling te doen van alle inlichtingen betreffende de akkoorden of overeenkomsten die na de inwerkingtreding en binnen de werkingssfeer van dit Verdrag door enige persoon of onderneming gesloten worden met een derde Staat, een internationale organisatie of een onderdaan van een derde Staat. De Commissie kan deze mededeling uitsluitend verlangen om na te gaan of deze akkoorden of overeenkomsten geen clausules bevatten welke een beletsel vormen voor de toepassing van dit Verdrag.
Op verzoek van de Commissie spreekt het Hof van Justitie zich uit over de verenigbaarheid van deze akkoorden of overeenkomsten met de bepalingen van dit Verdrag.
Bij overeenkomsten met derden, gesloten door personen of ondernemingen, is voorafgaande voorlegging aan de Commissie niet nodig, doch zij kunnen zich niet op zulke overeenkomsten beroepen om zich te onttrekken aan verplichtingen, welke door het Verdrag zijn opgelegd.