Systeemziekenhuizen

Met dank overgenomen van E.I. (Edith) Schippers i, gepubliceerd op maandag 16 februari 2009.

De IJsselmeerziekenhuizen hebben een warme doorstart kunnen maken. Voor de patiënten en inwoners in de regio is het fijn dat zij basiszorg dicht in de buurt houden. De casus IJsselmeerziekenhuizen heeft politiek wel vele vragen opgeroepen. Vragen die verder gaan dan de situatie in Flevoland alleen. Er zijn immers meer ziekenhuizen die in zwaar weer verkeren en de vraag is natuurlijk waarop ziekenhuizen kunnen rekenen en waarop niet.

De eerste vraag gaat over de zeggenschap van een bestuurlijk, zorginhoudelijk en financieel failliet ziekenhuis over welke partners wel in aanmerking komen en welke niet. Wat is de ruimte die ziekenhuizen in deze situatie krijgen voor eisenpakketten en wensenlijstjes? En als er blokkades worden opgeworpen die geld kosten, kan dat dan zomaar? Op wiens rekening? De premiebetaler? Hoeveel extra mag dat dan kosten?

Een tweede vraag gaat over de warme doorstart. Op basis van het advies van de heer Lodewick werd gekozen voor een warme doorstart. Als voorkeursvariant werd dat ook in het parlement gedragen. Maar niet als voorwaarde. VWS heeft hieraan tot het einde vastgehouden. Ook toen bleek dat de balanssteun steeds verder opliep en duidelijk werd dat met een warme doorstart heel veel gemeenschapsgeld was gemoeid. Er waren verschillende partijen die bereid en in staat waren om de basiszorg te leveren vanuit Lelystad, maar wel op voorwaarde dat ze met een schone lei konden beginnen. Een koude doorstart zou een aantal partijen natuurlijk een verlies opleveren, maar dat was een stuk minder dan wat het nu kost. Bovendien zouden er zo kansen zijn ontstaan voor nieuwe initiatieven.

De derde vraag is een hele belangrijke. De discussie over de betekenis van de zorgplicht van verzekeraars is naar aanleiding van de gebeurtenissen in Lelystad voluit losgebarsten. In hoeverre kun je een zorgverzekeraar uiteindelijk dwingen om financieel bij te springen? Kun je een zorgverzekeraar dwingen feitelijk te participeren en daarmee aandeelhouder van zo'n ziekenhuis te worden? De minister en andere partijen in de Tweede Kamer hadden meer enthousiasme en steun verwacht van de meest dominante zorgverzekeraar. Deze zorgverzekeraar stelt op zijn beurt dat hij wel degelijk zijn zorgplicht serieus neemt en ook alternatieve opvang voor de patiënten had geregeld. Dat dit niet de invulling was die VWS voor ogen had, is minder relevant. De zorgverzekeraar mag zelf weten hoe hij zijn zorgplicht invult, als dat maar degelijk gebeurt. Of toch niet? De minister studeert op nadere maatregelen.

Ten vierde natuurlijk het begrip systeemziekenhuis. Naast systeembanken kennen we nu ook systeemziekenhuizen. Niemand weet echter wat dat betekent, want de criteria en consequenties daarvan moeten nog worden vastgesteld. Hoeveel systeemziekenhuizen we hebben in Nederland, niemand die het weet. Of systeemziekenhuizen ook failliet kunnen gaan, of dat de overheid altijd bij zal springen, niemand die het weet. Als de criteria zijn vastgesteld, kan het dus nog zo zijn dat de IJsselmeerziekenhuizen helemaal geen systeemziekenhuis blijkt te zijn!

Kortom, de warme doorstart van de IJsselmeerziekenhuizen heeft veel vragen opgeroepen. Vragen die snel moeten worden beantwoord. Het stapeltje ziekenhuizen dat mij aangeeft ook graag systeemziekenhuis te willen worden groeit gestaag. Ook moet serieus worden gekeken naar de situatie waar de ziekenhuizen momenteel in verkeren. Zij lopen steeds meer risico door uitbreiding van het B-segment en door de verwerking van de kapitaallasten in de prijs. Dat geeft ziekenhuizen ruimte om zelf hun zorgverlening in te vullen op een manier die het beste past bij hun patiënten. Deze ontwikkeling moet echter wel gepaard gaan met toenemende mogelijkheden om dat risico ook verstandig af te dekken. Om ook vreemd kapitaal aan te kunnen trekken. Als we die mogelijkheden niet vergroten, drijven we de ziekenhuizen in de armen van de zorgverzekeraars. En dat is pas echt dood in de pot.

februari 2009