Nieuwsbrief nummer 27

Met dank overgenomen van J.J. (Jan Jacob) van Dijk i, gepubliceerd op donderdag 21 januari 2010.

Beste mensen,

Het jaar is nog maar koud begonnen of de vlam sloeg al weer in de pan. De publicatie van het rapport Davids was aanleiding tot de eerste spanningen binnen het kabinet. Was het nu de schuld van de reactie van de premier op de conclusies of de gevoeligheden binnen met name de PvdA-fractie, feit is dat de spanningen hoog opliepen. Stuurmanskunst van de hoogste orde was noodzakelijk om het schip weer in rustiger wateren te leiden. Maar het is nog niet in de haven. Daar zal nog hard aan gewerkt moeten worden om dat doel ook te bereiken.

En dat in een jaar waar nog veel vraagstukken bediscussieerd moeten worden. Zo zal nog een uitgebreide reactie op het rapport Davids opgesteld moeten worden. Moeten besluiten over de vertegenwoordiging van onze mannen in Afghanistan worden genomen. De discussie over de JSF moet worden voortgezet. En wat dacht u van het lastigste vraagstuk: hoe zorgen we voor een stabiele financieel en sociaal-economische situatie voor de nabije toekomst. Vragen die daadkracht vragen van het kabinet en de coalitie. Alleen op die manier kan het kabinet zijn daden laten zien en met opgeheven hoofd bij de kiezer terugkomen.

Is dat nog mogelijk na deze valse start? Wel degelijk, maar het betekent dat er hard gewerkt moet worden aan het bouwen van dusdanige pakketten dat er voor iedereen wat in zit. Dat is de kunst van het politiek bedrijven. Onderhandelingspakketten maken, die het voor iedereen aantrekkelijk maken om er mee in te stemmen.

Om die reden is het nimmer verstandig om zaken tot principes te verheffen. Dat doe je alleen als je er geen geloof meer in hebt. Natuurlijk kunnen zaken gevoelig liggen en reden zijn om een hoge prijs terug te vragen, maar zaken al direct principieel verklaren is niet handig als je tot uitkomsten wilt komen. Vandaar ook dat bij algemeen politieke beschouwingen de CDA-fractie herhaaldelijk heeft aangegeven dat er geen taboes zijn en dat we alles willen bespreken, maar natuurlijk niet bij het kruisje van de uitkomsten van de ambtelijke werkgroepen zouden tekenen. We hebben nog steeds zelf de verantwoordelijkheid om goed en kritisch na te blijven denken. Wat willen we zelf? Wat zijn belangrijke uitgangspunten waar absoluut niet aan getornd mag worden? En hoe denken we dat de toekomstige samenleving er het beste uit kan zien, niet alleen voor de komende twee jaar, maar vooral voor de langere termijn?

In Christen Democratische Verkenningen van december 2009 heb ik samen met twee anderen een perspectief geschetst hoe de toekomstige verzorgingsstaat voor wat betreft zijn functies en verantwoordelijkheidsverdeling er uit zou moeten zien. Dat artikel is te vinden op mijn website: www. janjacobvandijk.nl. De kern van het artikel is dat velen menen dat de overheid een grotere rol moet gaan spelen bij de toekomstige inrichting van de verzorgingsstaat, vooral op die terreinen waar ze dat nu nog niet heeft. De waarschuwende vinger van onze kant is dat dit de burgers niet zal aanzette tot verantwoordelijkheid en verantwoordelijk gedrag. Het zal mensen eerder verlammen dan stimuleren. De overheid zal voorlopig dominant blijven op haar traditionele functies als de verzekerende en verzorgende functie, maar zal zich eerder terug moeten trekken in de verbindende en verheffende functie dan dat ze haar verantwoordelijkheden daar vergroot. En zeker als we spreken over de voorzorgfunctie, zal de overheid zich zeer terughoudend moeten opstellen.

Onderwijs

Op onderwijsgebied speelt veel. In de eerste plaats hebben we gister de fusietoets besproken in de Kamer. Een politiek belangrijk instrument, waarvan de politiek meende dat het een noodzakelijk instrument is, terwijl het onderwijsveld er sceptisch tegen aankeek. Waarom moet dat eigenlijk? En waarom op deze wijze? Zou de medezeggenschap niet versterkt moet worden in het geval van fusies? En waarom moet de minister zo’n belangrijke rol spelen bij fusies? Ten aanzien van beide elementen heeft de CDA-fractie amendementen ingediend, die tegemoet gekomen zijn aan de bezwaren. In de eerste plaats is nadrukkelijker gesteld dat de medezeggenschap versterkt wordt bij besluiten tot fusie. Om zorgvuldig het draagvlak te kunnen meten, krijgen ze een soort checklist aangeboden. Als ze die keurig afwerken, weten ze dat er voldoende gedaan is om het draagvlak zo groot mogelijk te maken. Het tweede amendement wilde de invloed van de minister beperken. Het grote risico zou zijn dat elke fusie die goedgekeurd dan wel afgekeurd zou worden een politiek oordeel mee zou krijgen. Het risico van politieke willekeur zou te groot zijn. Om die reden hebben we de onafhankelijke commissie, die de minister adviseert, zo stevig mogelijk gemaakt. Die krijgt een ministeriele regeling in handen die als kader voor haar besluitvorming dient. In alleen in zwaarwegende gevallen kan de minister van dat advies afwijken. Daarmee is het risico op politieke willekeur zeer klein geworden. En daar ging het ons om.

In de komende weken krijgen we nog discussie over de vermogens van de onderwijsinstellingen en over de macrodoelmatigheidsmaatregelen in het Hoger Onderwijs en de BVE-sector. Maar daarover in de volgende nieuwsbrieven.

Agenda

Op vrijdag mag ik in Barneveld de CDA-afdeling ondersteunen. Eerst met een aantal campagne-activiteiten, later een grote groep jonge mensen de basisbeginselen van het CDA bijbrengen. Op zaterdag is de jaarlijkse masterclasstraining voor het debattoernooi van het Steenkampinstituut. Daar mag ik het een en ander doen aan het uitleggen over de beginselen van het CDA.

Volgende week maandag begint de campagne in Geldermalsen en ook daar mag ik samen met Mirjam Sterk de aftrap doen. Het wordt een leuke dag. Op vrijdagmiddag 29 januari neem ik deel aan bespreking over de toekomst van het hoger onderwijs. een belangrijke bijeenkomst in het licht van de brede heroverwegingen en de commissie Veerman. Die avond mag ik naar de CDA-afdeling Overbetuwe, om daar een bijdrage te leveren aan de raadsverkiezingen.

En dan, op zaterdag 30 januari is de CDA-Onderwijsdag.

Onderwijsdag

Al voordat we wisten dat er brede heroverwegingen zouden komen was de fractie al begonnen met een stuk te schrijven over de toekomst van het onderwijs. Daar hadden we in mei 2008 al de eerste bijeenkomst over gehouden, een tweede in maart en een derde in december van 2009. Al deze bijeenkomsten hebben ons veel input gegeven voor het schrijven van het onderwijsmanifest. We schieten hard op met het schrijven van de tekst en zullen in de derde week van januari een concept presenteren. Die versie willen we uitgebreid met de leden gaan bespreken op zaterdag 30 januari tijdens de Onderwijsdag in Amersfoort. Deze bijeenkomst vindt plaats in leerhotel “het Klooster” Daam Fockemalaan 10, 3818 KG Amersfoort

Het programma van die dag ziet er als volgt uit:

10.00 Ontvangst’

10.30 Opening door de dagvoorzitter, Bas Jan van Bochove, voorzitter van de vaste Kamercommissie OCW in de Tweede Kamer

10.40 Inleiding door mevr. Marja van Bijsterveldt, staatssecretaris OCW

“Hoe zal het onderwijs er in 2025 uit zien?”

na haar inleiding is er uitgebreid gelegenheid om met haar in discussie te gaan.

12.00 Toelichting op het concept Onderwijsmanifest door Jan Jacob van Dijk, voorzitter van de fractiecommissie OCW van het CDA

12.30 Lunch (kosten 10 euro p.p.)

13.15 Eerste ronde van werkgroepen

In groepen van maximaal 20 personen wordt per groep een dilemma besproken en zullen conclusies worden getrokken.

14.15 Tweede ronden van werkgroepen

In groepen van maximaal 20 personen wordt per groep een dilemma besproken en zullen conclusies worden getrokken

15.15 Plenaire afronding: overhandiging van het concept-manifest inclusief de conclusies van de werkgroepen aan de vice-voorzitter van het CDA

15.30 Borrel

In de derde week van januari ligt een concept-manifest klaar. Deze zal dan worden toegezonden. In deze tekst presenteert het CDA zijn visie op het onderwijs voor 2025 en zal aangeven welke stappen gezet moeten worden in de komende kabinetsperiode om ons uiteindelijke doel te behalen. De schrijfgroep heeft al zijn creativiteit aangewend om eens te beschrijven hoe het onderwijs er idealiter in 2025 uit ziet. Daarbij stuiten we op diverse hete hangijzers, die ook aan bod zullen komen in de brede heroverwegingswerkgroepjes. Om een paar voorbeelden te geven:

  • wat moeten we doen met de studiefinanciering?
  • Hoe voorkomen we dat leerlingen al voordat ze in groep 1 op de basisschool beginnen een niet meer te overbruggen taalachterstand hebben gekregen?
  • Het dilemma van de vroegselectie met ruime stapelmogelijkheden of moeten we de selectie voor het voortgezet onderwijs later doen?
  • Wat te doen met de masteropleidingen?
  • Hoe maken we de inrichting van het MBO doorzichtiger?

Over deze en andere vraagstukken bestaan veel gedachten, maar er kleven ook nog steeds nadelen aan. Wegen de voordelen op tegen de nadelen? Dat willen we in de werkgroepsrondes met u bespreken.

U ziet: als u invloed wilt hebben op de visie van het CDA op het onderwijs, dan is het zaak om bij deze bijeenkomst aanwezig te zijn. Wilt u de fractie een boodschap meegeven bij de standpuntbepaling over de brede heroverwegingen, ook dan is het van belang om deze datum te reserveren voor de CDA-Onderwijsdag. En als u gewoon geïnteresseerd bent in het onderwijs, ook dan bent u meer dan welkom op deze dag. Schrijf u in op cdaonderwijsdag@tweedekamer.nl

Ik hoop dat u in groten getale zult komen.

Met vriendelijke groet,

Jan Jacob van Dijk