Minister wil geen inspraak bij Bouw(werk)besluit - Hoofdinhoud
Mijn eerste Algemene Overleg met een minister ging over het Bouwbesluit. Ik las dat hele besluit in het weekend in het zonnetje op mijn balkon en verbaasde me over de hoeveelheid dubbele regels en onzinnige regels. In het overleg vroeg minister Remkes mij een voorbeeld te geven. "Nou", zei ik, "er staat een ventilatievoud in voor cellen met en zonder een toilet." De minister antwoordde mij dat dat nodig was omdat men niet in stank kon zitten. Ik vroeg toen: "Maar waarom zijn dan de ventilatievouden hetzelfde bij cellen met en zonder een toilet?"
Daarna ben ik vaak op onzinnige regels teruggekomen. Ook vond ik het onnodig dat in het Bouwbesluit regels stonden die in een programma van eisen thuis horen. Cellen bijvoorbeeld, mogen alleen door de overheid (justitie of politie) toegepast worden en behoren dus in een programma van eisen en niet in een Bouwbesluit dat de gemeente moet controleren.
Ook had ik vaak discussie over de toepassing van het Bouwbesluit. Het Bouwbesluit bepaald de maximum regels die een gemeente mag stellen en niet de minimum regels.
Verder was natuurlijk ook de discussie wat gaat voor: Bouwbesluit of Gebruiksbesluit of overige regelgeving in verband met brand. Oplossing: maak er één besluit van.
In het kader van schrappen van regelgeving werd mij beloofd dat er 25% minder regels gesteld zouden worden en dat ook het Bouwbesluit en de brandweerregelgeving in één besluit zouden worden opgenomen. Beloofd werd dat dat eind 2010 naar de Kamer gezonden zou worden zodat de Kamer voor de verkiezingen nog zeggenschap over zou hebben.
Bij het algemeen overleg bouwregelgeving bleek echter dat voor het nieuwe Besluit een nahang zou gelden. Dat wil zeggen dat het nieuwe Bouwwerkbesluit, zoals het Bouwbesluit met geïntegreerde brandweereisen zou heten, beadviseerd zou worden door de Raad van State en dan vervolgens door de Koningin getekend zou worden en vervolgens gepubliceerd zou worden. Daarna zou de Tweede Kamer een briefje krijgen met de mededeling dat het besluit aangepast is.
Gezien de omvang van de wijzigingen en mogelijke meerkosten en veiligheid vond ik dat geen goed idee. Ik maakte een motie waarbij ik de Regering vroeg om het concept naar de Kamer te zenden. De minister wilde geen vertraging en was mordicus tegen. Hij zou zich gaan beraden in de Ministerraad. Een verkapt dreigement om af te treden als wij hierop zouden staan.
Uiteindelijk beloofde hij om in een brief aan te geven de wijzigingen op hoofdlijnen waarover wij dan een discussie zouden kunnen hebben in de Tweede Kamer. Die brief moet uiterlijk 7 mei 2010 naar de Kamer komen en wordt dan op dinsdag 11 mei door ons besproken. Daarna kan het concept van het Bouwwerkbesluit gestuurd worden naar de Raad van State.
Om te voorkomen dat de volgende keer weer zo'n discussie ontstaat, heb ik bij de wijziging van de Woningwet een amendement ingediend waarbij de wijziging van het Bouw(werk)besluit altijd een voorhangprocedure moet volgen. Dat betekent dus dat het concept eerst naar de Tweede Kamer gezonden moet worden. Dit amendement is door de Kamer overgenomen. De voorliggende wijziging is dus de laatste wijziging die zonder toestemming van de Tweede Kamer naar de Raad van State gaat en verolgens definitief wordt.