Besluit 2010/335 - 2010/335/: Besluit van de Commissie van 10 juni 2010 betreffende richtsnoeren voor de berekening van de terrestrische koolstofvoorraden voor de doeleinden van bijlage V van Richtlijn 2009/28/EG - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
2010/335/: Besluit van de Commissie van 10 juni 2010 betreffende richtsnoeren voor de berekening van de terrestrische koolstofvoorraden voor de doeleinden van bijlage V van Richtlijn 2009/28/EG (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 3751)officiële Engelstalige titel
2010/335/: Commission Decision of 10 June 2010 on guidelines for the calculation of land carbon stocks for the purpose of Annex V to Directive 2009/28/EC (notified under document C(2010) 3751)Rechtsinstrument | Besluit |
---|---|
Wetgevingsnummer | Besluit 2010/335 |
Celex-nummer i | 32010D0335 |
Document | 10-06-2010 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 17-06-2010; Special edition in Croatian: Chapter 15 Volume 013,OJ L 151, 17.6.2010 |
Inwerkingtreding | 17-06-2010; van kracht datum kennisgeving |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
Kennisgeving | 17-06-2010; {titleAndReference.draft.disclaimer.new|http://publications.europa.eu/resource/authority/fd_365/titleAndReference.draft.disclaimer.new} |
17.6.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 151/19 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 10 juni 2010
betreffende richtsnoeren voor de berekening van de terrestrische koolstofvoorraden voor de doeleinden van bijlage V van Richtlijn 2009/28/EG
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 3751)
(2010/335/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (1), en met name op bijlage V, deel C, punt 10,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Richtlijn 2009/28/EG worden regels vastgesteld voor het berekenen van het effect van biobrandstoffen, vloeibare biomassa en hun fossiele alternatieven op de broeikasgasemissies, waarbij rekening wordt gehouden met de emissies ten gevolge van wijziging van de koolstofvoorraden door veranderingen in landgebruik. Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (2) bevat analoge regels met betrekking tot biobrandstoffen. |
(2) |
De Commissie dient haar richtsnoeren voor de berekening van de terrestrische koolstofvoorraden op te stellen overeenkomstig de richtsnoeren voor nationale broeikasgasinventarissen van het Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC) van 2006. Die richtsnoeren waren bedoeld voor het opmaken van nationale broeikasgasinventarissen en zijn niet geformuleerd in een vorm die gemakkelijk bruikbaar is voor de marktpartijen. Het is derhalve passend om, wanneer in de IPCC-richtsnoeren voor de nationale broeikasgasinventarissen de vereiste informatie inzake de productie van biobrandstoffen of vloeibare biomassa ontbreekt of wanneer dergelijke informatie niet toegankelijk is, gebruik te maken van andere wetenschappelijke gegevensbronnen. |
(3) |
Voor de berekening van de koolstofvoorraden in organisch materiaal in de bodem is het passend om rekening te houden met het klimaat, het bodemtype, de bodembedekking, het landbeheer en de inputs. Voor minerale bodems is de IPCC-methodologie van niveau 1 voor organische koolstof in de bodem geschikt voor dit doel, aangezien zij wereldwijd toepasselijk is. Voor organische bodems focust de IPCC-methodologie voornamelijk op het koolstofverlies ten gevolge van bodemdrainage, waarbij uitsluitend de jaarlijkse verliezen aan de orde zijn. Aangezien bodemdrainage normaliter resulteert in grote koolstofvoorraadverliezen die niet kunnen worden gecompenseerd door broeikasgasbesparingen dankzij biobrandstoffen of vloeibare biomassa en aangezien het droogleggen van veengebieden verboden is op grond van het duurzaamheidscriterium van Richtlijn 2009/28/EG, volstaat het algemene regels vast te stellen voor de bepaling van de hoeveelheid organische koolstof in de bodem of de koolstofverliezen in organische bodems. |
(4) |
Voor de berekening van de koolstofvoorraden in levende biomassa en dood organisch materiaal lijkt een simpele aanpak overeenkomstig de IPCC-methodologie van niveau 1 voor vegetatie geschikt. Overeenkomstig die methodologie is het redelijk aan te nemen dat alle koolstofvoorraden in levende biomassa en dood organisch materiaal verloren gaan wanneer het land een nieuwe bestemming krijgt. Dood organisch materiaal is doorgaans van weinig betekenis wanneer wordt overgeschakeld op de teelt van gewassen voor de productie van biobrandstoffen en vloeibare biomassa, maar ten minste in het geval van gesloten bossen moet het wel in rekening worden gebracht. |
(5) |
Bij de berekening van het effect van veranderingen in landgebruik op de broeikasgasemissies moeten de marktpartijen de... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.