Emoties knagen aan de polderdemocratie - Hoofdinhoud
DEN HAAG (PDC i) - De democratie staat onder druk. Dat was althans de mening van Frank Hendriks i, hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg, bij het DID-debat 'De emotie regeert?' op 1 februari 2013. Volgens hem is ons poldermodel onderhevig aan de spanningen veroorzaakt door een 'stemmingendemocratie', maar daar is wel wat aan te doen. In het debat, georganiseerd door ProDemos i, Nieuwspoort en het Montesquieu Instituut i, waren Tweede Kamerlid Pierre Heijnen i en onderzoeker Will Tiemeijer Hendriks' debatpartners. Het debat werd geleid door ProDemos directeur Kars Veling i.
Hendriks poneerde de stelling dat de Nederlandse polderdemocratie door de mondigheid van de Nederlandse burgers in gevaar komt. Nederlanders zouden minder dan vroeger bereid zijn om compromissen te sluiten. Deze houding wordt alleen maar gestimuleerd door peilingen, enquêtes, enzovoorts. Reacties zijn geëmotioneerder, omdat burgers direct betrokken zijn. Hendriks noemde dit een 'stemmingendemocratie'. Neem het voorbeeld van Rutte en Samsom en de inkomensafhankelijke zorgpremie. Door de peilingen en de daardoor veroorzaakte enorme publieke druk besloten de twee coalitiepartners het regeerakkoord te wijzigen en de zorgpremie te veranderen. Hoezo compromis? Meer directe democratie - denk aan referenda of burgemeestersverkiezingen - zou een substantiële toevoeging voor ons democratisch stelsel kunnen betekenen.
Pierre Heijnen, Tweede Kamerlid namens de Partij van de Arbeid i, vond de stemmingendemocratie een verrijking, net zoals de door Hendriks voorgestelde ideeën. Mensen zijn minder passief en dwingen de politiek daardoor transparanter te worden. Daarbij krijg je door sociale media 'politiek in de huiskamer'. Wat kan daar nou op tegen zijn? Heijnen zag meer een gevaar in de globalisering. Daardoor dreigt Nederland haar democratische soevereiniteit te verliezen.
Will Tiemeijer, onderzoeker van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid i (WRR), herkende de hierboven geschetste ontwikkelingen, maar vond de stemmingendemocratie een gruwel. De politiek ondervindt volgens hem alleen maar hinder van al die peilingen. Politici maken rationele keuzes, het volk redeneert juist emotioneel. Is het niet beter de experts hun werk te laten doen? De enige positieve uitzondering was de kwestie rond de zorgpremies: daarin was juist het volk rationeel. Bij bijvoorbeeld criminaliteitsbestrijding zou dit wel eens een hele andere kant op kunnen gaan. Tiemeijer vreesde dat het compromis uiteindelijk minder wordt gewaardeerd, omdat burgers zelf niet betrokken zijn bij de besluitvorming.
De volle zaal roerde zich flink in het debat. Zo werden de pijlen vooral gericht op de term 'stemmingendemocratie' en de media. De door Hendriks gebruikte term zou op meerdere manieren te interpreteren zijn, namelijk in stemming als peiling en in stemming als emotie. Hoe was de term bedoeld? Daarnaast kregen de media de volle laag: een genuanceerd verhaal scoort niet, dus wordt ook niet uitgezonden. Een genuanceerd verhaal kan bevorderend werken voor een debat, ook al is het wat minder spectaculair.
Eén ding waar de sprekers het wel over eens waren: de bevolking is steeds beter opgeleid - waardoor ze ook steeds mondiger worden. Om deze mondigheid te kunnen stroomlijnen, zou het beter zijn om in de democratie te investeren. Deze investering betaalt zich vanzelf terug, ook in betere beslissingen.