I Proloog: het einde van de oude Republiek - Hoofdinhoud
Achtergrondinformatie bij de proloog van "De eerste honderdvijftig jaar, parlementaire geschiedenis van Nederland, 1796-1946" van J.TH.J. van den Berg en J.J. Vis, 2013 Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam.
Inhoudsopgave
De Staten-Generaal was vanaf 1588 de 'regering' van de Republiek der Verenigde Nederlanden (1579-1795). Deze Republiek vond kwam voort uit de Unie van Utrecht die op 21 januari 1579 ontstond en werd gevormd door zeven provincies (gewesten), te weten Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Overijssel en Groningen. Groningen (Stad en Ommelanden) trad overigens pas in 1594 toe tot de Staten-Generaal.
Het Comité tot de Algemene Zaken van het Bondgenootschap te Lande (Comité te Lande) bestond tussen 4 maart 1795 en 16 februari 1798. Het had tijdens de Bataafse Republiek zowel voorbereidende en uitvoerende als rechtsprekende taken. Het Comité was de opvolger van de Raad van State uit de tijd van de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Eerste Nationale Vergadering (1796-1797)
De Eerste Nationale Vergadering bestond in de periode 1 maart 1796 tot en met 31 augustus 1797 en telde 126 leden. De leden werden gekozen door een kiescollege, dat op haar beurt door grondvergaderingen was gekozen. In ieder district (met 15.000 kiezers) waren er 30 grondvergaderingen. Aan de verkiezingen van de grondvergaderingen mochten alle mannen van twintig jaar en ouder deelnemen, mits zij het oude regeringssysteem hadden afgezworen.
(prins Willem V) erfstadhouder Willem V
Intelligente, maar conservatieve stadhouder. Volgde als driejarige onder voogdij van de hertog van Brunswijk zijn jong-gestorven vader op. Was niet bereid het oligargische regeringssysteem te hervormen en kwam daardoor steeds meer onder vuur te liggen. Deze opposanten, de patriotten, vielen hem in pamfletten fel aan, met name na de ongelukkig verlopen Vierde Engelse oorlog. In 1785 week hij uit naar Nijmegen, maar dankzij Pruisische steun kon hij in 1787 terugkeren naar Den Haag. De komst van de Fransen in 1795 maakten een einde aan zijn bewind. Hij vluchtte toen naar het buitenland. In 1801 liet hij zijn vroegere medestanders weten dat zij weer bestuursfuncties mochten bekleden.
Belangrijk en invloedrijk staatsman in de tijd van de Republiek uit een Dordts regentengeslacht. Was achtereenvolgens vijfendertig jaar secretaris van de Raad van State, twee jaar thesaurier-generaal en negen jaar raadpensionaris. In 1725 was hem die laatste functie nog ontgaan vanwege zijn hervormingsgezindheid. Na zijn benoeming trachtte hij tevergeefs onder meer via het bijeenroepen van een Grote Vergadering in 1716 het vastgelopen staatsbestel te vernieuwen. Speelde ook op het gebied van de buitenlandse politiek een belangrijke rol.
J.D. van der Capellen tot den Pol
Politicus uit de Betuwe die ten tijde van de Republiek Statenlid voor Overijssel was. Werd één van de voornaamste patriottische leiders en publiceerde in 1781 anoniem het pamflet 'Aan het volk van Nederland', waarin hij zich afzette tegen het stadhouderlijke bewind. Was als Statenlid al direct in conflict gekomen met de gevestigde orde door te pleiten voor vlootversterking, afschaffing van de drostendiensten en grotere vrijheid van meningsuiting. Pleitbezorger van burgerdemocratie en bestuurlijke hervormingen, zonder echter volledig te willen breken met de maatschappelijke ordening. Overleed op 42-jarige leeftijd. Gehaat bij de orangisten, die in 1787 zijn - overigens al ontruimde - graf opbliezen.
Dordtse pensionaris die in de jaren tachtig van de achttiende eeuw optrad als één van de leidende figuren van de patriottische beweging. Had een groot aandeel in de organisatie daarvan en bij het aanklagen van het vermolmde stadhouderlijk bewind. Reed in 1784 samen met burgemeester Govaerts in zijn koets door de Stadhouders Poort van het Binnenhof om daarmee het gezag van stadhouder Willem V te betwisten. Moest na de Pruissische interventie van 1787 vluchten en zijn rol was toen uitgespeeld. Weigerde te verschijnen in de Notabelenvergadering van 1814, omdat daarin alleen werd gestemd. Aan zijn voornaam Kees dankten de partiotten de scheldnaam 'Kezen'.
Democratisch gezinde patriottische voorman uit Friesland, die in 1787 één van de leiders werd van de patriottische vluchtelingengemeenschap in Frankrijk. Onbuigzaam van karakter en snel gepikeerd. Vocht jarenlang een verbeten persoonlijke vete uit met mede-vluchtelingenleider Valckenaer, wat uiteindelijk leidde tot zijn tijdelijke arrestatie door de Franse autoriteiten in 1793. Na zijn terugkeer naar de Republiek in 1795 werd hij voorzitter van de vergadering van provisionele representanten in Friesland en in maart 1796 kreeg hij zitting in de Nationale Vergadering. Tegenstander van een federalistische grondwet, maar desondanks in januari 1798 gevangengenomen. Na zijn vrijlating speelde hij geen politieke rol meer.
Intelligente en schrandere politicus uit de Bataafse tijd. Advocaat in Rotterdam, die aanvankelijk het stadhouderlijke stelsel verdedigde, maar later een voorname tegenstander daarvan werd. Hervormde in 1795 de marine. Werd als één van de weinigen in staat geacht om de onderlinge tegenstellingen bij de patriotten te overbruggen en werd in 1796 vrijwel unaniem tot eerste voorzitter van de nieuwe Nationale Vergadering gekozen. Overleed kort daarna; zijn overlijden werd algemeen als een groot verlies voor de jonge Bataafse Republiek gezien.
Friese jurist, diplomaat en vooraanstaande patriot. Werd op zeer jonge leeftijd hoogleraar in Franeker, en vervolgde zijn relatief korte academische loopbaan in Utrecht en (na 1795) nog één jaar in Leiden. Vestigde zich na de Pruisische inval van 1787 in Frankrijk, waar hij jarenlang een weinig verheffende vete met Van Beyma uitvocht om het leiderschap van de patriotse vluchtelingengemeenschap. Was korte tijd lid van de Eerste Nationale Vergadering, en vervolgens diplomaat in Madrid, Parijs en Berlijn voor de Bataafsche Republiek en Lodewijk Napoleon. Zijn politieke rol was daarna uitgespeeld. Goede vriend van de dichter Willem Bilderdijk.
Leidse advocaat, die een leidende rol speelde in de Nationale Vergaderingen van 1796 en 1797. Had in 1794 aangedrongen op een bloedige revolutie en was aanvankelijk voorstander van een unitarische Grondwet. Had een scherpe tong en vurig karakter. Later gematigder en bij de staatsgreep van januari 1798 gevangengenomen vanwege zijn lidmaatschap van de (moderate) commissie van buitenlandse zaken, waarna zijn politieke rol uitgespeeld was. Was verlamd aan beide voeten, waardoor hij op een draagplank de vergaderzaal moest worden ingedragen.
Uit Gouda afkomstige jurist, die in 1787 als regent werd afgezet vanwege zijn patriottische sympathieën. Onderhandelde in 1794-1795 met de Fransen over de zelfstandigheid onder Frans toezicht. Had als democraat zitting in de Tweede Nationale Vergadering en daarna in de Constituerende Vergadering. Aan zijn gezantschap in Wenen kwam spoedig een einde door de staatsgreep van juni 1798, waarna zijn staatkundige rol grotendeels was uitgespeeld.
Flamboyante Gelderse steenbakkerszoon. Speelde een hoofdrol in vrijwel alle omwentelingen van de Frans-Bataafse tijd. Provoceerde Willem V i in 1786 tot militair ingrijpen in Hattem, en verdedigde Amsterdam een jaar later tevergeefs tegen de Pruisische inval. Emigreerde naar Frankrijk waar hij in het revolutionaire leger snel promotie maakte. Energieke en daadkrachtige generaal, die zich weinig aantrok van bestaande kaders. Veroverde Den Bosch onder Pichegru en was een sleutelfiguur in de staatsgrepen van januari en juni 1798. Paarde een gebrekkige politieke antenne aan driftige uitbarstingen waarin hij menig politicus schoffeerde. Zijn rol in de falende verdediging van Den Helder tijdens de Brits-Russische invasie van 1799 zette hem op een zijspoor. Lodewijk Napoleon gaf zijn loopbaan een nieuwe impuls door hem te benoemen tot gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, waar hij belangrijke hervormingen realiseerde in het koloniale bestuursapparaat. Onder Willem I i uitgezonden naar Elmina, waar hij in 1818 stierf aan de gele koorts.
Meer over
- II De Bataafse Republiek (1796-1806) i
- III Het Koninkrijk Holland en de inlijving in het Franse keizerrijk (1806-1813) i
- IV Het Koninkrijk van Willem I (1813-1840) i
- V Naar de Grondwet van 1848 (1840-1850) i
- VI Het liberale hoogtij: van Thorbecke tot Heemskerk (1850-1888) i
- VII De tweevoudige kloof: Antithese en klassenstrijd (1888-1918) i
- VIII Tussen twee wereldoorlogen (1918-1940) i
- IX Bezetting, herstel en vernieuwing (1940-1946) i