Besluit 2016/1231 - Standpunt EU in het bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels opgerichte Gemengd Comité, over het verzoek van Georgië om partij te worden bij die conventie - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Besluit (EU) 2016/1231 van de Raad van 18 juli 2016 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels opgerichte Gemengd Comité, over het verzoek van Georgië om partij te worden bij die conventieofficiële Engelstalige titel
Council Decision (EU) 2016/1231 of 18 July 2016 on the position to be adopted on behalf of the European Union within the Joint Committee established by the Regional Convention on pan-Euro-Mediterranean preferential rules of origin as regards the request of Georgia to become a Contracting Party to that ConventionRechtsinstrument | Besluit |
---|---|
Wetgevingsnummer | Besluit 2016/1231 |
Origineel voorstel | COM(2016)282 |
Celex-nummer i | 32016D1231 |
Document | 18-07-2016; Datum goedkeuring |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 28-07-2016; PB L 202 p. 24-26 |
Inwerkingtreding | 18-07-2016; in werking datum document zie art 2 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
28.7.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 202/24 |
BESLUIT (EU) 2016/1231 VAN DE RAAD
van 18 juli 2016
betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels opgerichte Gemengd Comité, over het verzoek van Georgië om partij te worden bij die conventie
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (1) (de „conventie”) is op 1 december 2012 in werking getreden. |
(2) |
In artikel 5, lid 1, van de conventie is bepaald dat een derde partij partij kan worden bij de conventie, mits de kandidaat-lidstaat of het kandidaat-gebied een vrijhandelsovereenkomst met preferentiële oorsprongsregels heeft met ten minste één partij bij de conventie. |
(3) |
Georgië heeft op 23 september 2015 schriftelijk een verzoek om toetreding bij de depositaris van de conventie ingediend. |
(4) |
Georgië heeft een vrijhandelsovereenkomst met twee partijen bij de conventie, namelijk de Unie en de Republiek Turkije, en voldoet daarmee aan de in artikel 5, lid 1, van de conventie vermelde voorwaarde om partij te worden bij de conventie. |
(5) |
In artikel 4, lid 3, onder b), van de conventie is bepaald dat het bij de conventie opgerichte Gemengd Comité (het „Gemengd Comité”) bij besluit uitnodigingen aan derden vaststelt om tot de conventie toe te treden. |
(6) |
Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité moet derhalve worden gebaseerd op het aangehechte ontwerpbesluit, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels opgerichte Gemengd Comité, over het verzoek van Georgië om partij te worden bij die conventie, wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité.
Kleine technische wijzigingen van het ontwerpbesluit kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in het Gemengd Comité.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 18 juli 2016.
Voor de Raad
De voorzitter
-
G.MATEČNÁ
ONTWERP
BESLUIT Nr … VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE REGIONALE CONVENTIE BETREFFENDE DE PAN-EURO-MEDITERRANE PREFERENTIËLE OORSPRONGSREGELS
van …
inzake het verzoek van Georgië om partij te worden bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels
HET GEMENGD COMITÉ,
Gezien de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 5, lid 1, van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (de „conventie”) is bepaald dat een derde partij partij kan worden bij de conventie, mits het kandidaat-lidstaat of -gebied een vrijhandelsovereenkomst met preferentiële oorsprongsregels heeft met ten minste één partij bij de conventie. |
(2) |
Georgië heeft op 23 september 2015 schriftelijk een verzoek om toetreding bij de depositaris van de conventie ingediend. |
(3) |
Georgië heeft een vrijhandelsovereenkomst met twee partijen bij de conventie, namelijk de Europese Unie en de Republiek Turkije, en voldoet daarmee aan de in artikel 5, lid 1, van de conventie vermelde voorwaarde om partij te worden bij de... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.