Meer geld voor huisartsen in achterstandswijken - Hoofdinhoud
In Nederland overlijden mensen met een lagere opleiding en een zwaar beroep gemiddeld zeven jaar eerder dan hoogopgeleide mensen. En wat misschien nog wel erger is: deze mensen leven achttien jaar minder in goede gezondheid. Het maakt nog steeds veel uit waar je wieg heeft gestaan. Dat is een groot onrecht.
Om deze gezondheidsverschillen weg te nemen zijn huisartsen, wijkverpleegkundigen én sociale wijkteams cruciaal. Zij signaleren eerder mensen die zorg mijden, ze kunnen vaak op een handige en slimme manier mensen aanzetten tot het veranderen van hun leefstijl en tot gezonder gedrag. Want het gaat vaak over de zogenaamde ‘welvaartsziekten’ die worden veroorzaakt door roken, overmatig alcoholgebruik, overgewicht en te weinig bewegen. Veranderen van gedrag, gaat trouwens niet vanzelf. Elke roker weet hoe moeilijk het is om te stoppen, veel mensen weten echt wel dat ze meer moeten bewegen, maar doen het niet. En diabetes type 2 (veroorzaakt door overgewicht) is hard op weg volksziekte nummer één te worden.
Vandaag gaan de huisartsen die in achterstandswijken werken praten met minister Schippers. Ze komen niet uit met het tarief dat ze voor hun patiënten krijgen, zelfs niet met de extra toeslag die ze daarvoor al krijgen. Ze hebben op de spreekuren veel meer tijd nodig om uit te zoeken wat er met de (‘multiproblem’) patiënt aan de hand is, ze moeten veel afstemmen met de sociale wijkteams, ze moeten al heel lang niet een stapje harder, maar heel veel harder, lopen dan hun collega’s in de middenklasse wijken.
Ik vind deze huisartsen in de achterstandswijken onze lokale helden, die er vaak uit overtuiging werken. We moeten ervoor zorgen dat ze hun hoofd nooit in de schoot leggen. Dat ze goed uitgeruste praktijken hebben, waar de mensen die het ’t meest nodig hebben, ook écht geholpen worden. Zoals we willen dat de scholen in de achterstandswijken de beste scholen worden, zo moeten we de huisartsen en de wijkverpleegkundigen op het schild hijsen. En moeten we in hen ook extra investeren.