Vragen en antwoorden over de EU-lijst van niet-coöperatieve fiscale rechtsgebieden - Hoofdinhoud
Wat is de EU-lijst van niet-coöperatieve fiscale rechtsgebieden?
De EU-lijst is een gemeenschappelijk instrument waarmee de lidstaten de externe risico's van fiscaal misbruik en oneerlijke belastingconcurrentie kunnen aanpakken. Het idee werd voor het eerst naar voren gebracht in de externe strategie voor effectieve belastingheffing van de Commissie uit 2016, waarin werd betoogd dat één zwarte lijst van de EU meer gewicht in de schaal zou leggen dan een verzameling van nationale lijsten en een ontradend effect op problematische derde landen zou hebben.
De lidstaten steunden het idee en bereikten in december 2017 overeenstemming over de eerste EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden. Deze lijst was het resultaat van een uitgebreide screening van 92 rechtsgebieden, aan de hand van internationaal erkende criteria voor goed bestuur. De landen die uiteindelijk op de zwarte lijst terechtkwamen, waren landen die verzuimden zich er op hoog niveau toe te verbinden de overeengekomen normen voor goed bestuur in acht te nemen.
Tal van andere landen verbonden zich er wel toe binnen een bepaalde termijn (gewoonlijk eind 2018) de criteria voor opname in de lijst in acht te nemen. De lidstaten kwamen overeen dat de Groep gedragscode en de Commissie deze landen zouden monitoren, om ervoor te zorgen dat zij hun verbintenissen tijdig en onverkort zouden nakomen.
De Commissie werd verzocht om na het verstrijken van de termijn de voortgang van deze landen te beoordelen, zodat de lidstaten over een bijgewerkte EU-lijst zouden kunnen beslissen.
Wat zijn de belangrijkste resultaten van het opstellen van de lijst?
De herziene lijst vormt het sluitstuk van een lang en intensief proces van zorgvuldige analyse en dialoog met derde landen onder leiding van de Commissie. De lijst bevestigt de rol van de EU als wereldleider op het gebied van goed fiscaal bestuur. Het duidelijke, geloofwaardige en transparante proces werpt vrucht af: sinds december 2017 hebben veel van de gescreende landen hun nationale wetten en belastingstelsels gewijzigd om aan de internationale normen te voldoen.
De opstelling van de lijst is een eerlijk proces waarbij verbeteringen zichtbaar worden gemaakt en de transparantie wordt vergroot doordat toezeggingen van landen online worden gepubliceerd. Het proces heeft ook een kader voor dialoog en samenwerking met de internationale partners gecreëerd, waar de EU haar zorgen over een belastingstelsel kan aankaarten en belastingzaken van wederzijds belang kan bespreken.
Met name heeft het proces wereldwijd de normen voor goed fiscaal bestuur verhoogd, zowel door de wendingen ten goede die door derde landen zijn genomen als door de invloed ervan op internationale criteria voor "nultarief"-landen.
In het afgelopen jaar hebben veel rechtsgebieden concrete maatregelen uitgevoerd om problemen in hun belastingstelsels op te lossen. Zestig landen hebben actie ondernomen om aan de zorgen van de Commissie tegemoet te komen en er zijn meer dan honderd schadelijke regelingen afgeschaft.
"Nultarief"-landen hebben nieuwe maatregelen ingevoerd om een passend niveau van economische substantie en informatie-uitwisseling te waarborgen.
Meer dan twintig rechtsgebieden hebben stappen ondernomen om hun normen voor fiscale transparantie in overeenstemming te brengen met de internationale normen, en uiterlijk eind 2019 zouden nog meer rechtsgebieden moeten volgen.
Tot slot heeft het proces ervoor gezorgd dat tientallen landen voor het eerst deel zijn gaan uitmaken van internationale fora zoals het Mondiaal Forum inzake transparantie van de OESO en het inclusieve kader inzake grondslaguitholling en winstverschuiving (Base Erosion and Profit Shifting - BEPS).
Welke landen staan op de bijgewerkte EU-lijst van niet-coöperatieve fiscale rechtsgebieden en waarom?
Op basis van de screening van de Commissie hebben de ministers vijftien landen op de zwarte lijst geplaatst. Vijf daarvan hebben nog geen enkele toezegging gedaan sinds de eerste zwarte lijst in 2017 werd goedgekeurd: Amerikaans‑Samoa, Guam, Samoa, Trinidad en Tobago, en de Amerikaanse Maagdeneilanden. Drie andere stonden ook op de zwarte lijst van 2017 maar waren op de grijze lijst geplaatst nadat ze toezeggingen hadden gedaan; zij zijn opnieuw op de zwarte lijst geplaatst omdat ze geen werk hebben gemaakt van die toezeggingen: Barbados, Verenigde Arabische Emiraten en de Marshalleilanden. Nog eens zeven landen zijn om dezelfde reden van de grijze op de zwarte lijst terechtgekomen: Aruba, Belize, Bermuda, Fiji, Oman, Vanuatu en Dominica.
34 rechtsgebieden zijn goed op weg om de voorschriften in het kader van de EU-lijst na te leven, maar moeten deze werkzaamheden uiterlijk eind 2019 voltooien om te voorkomen dat ze volgend jaar op de zwarte lijst worden geplaatst. De Commissie zal hun vorderingen van nabij blijven volgen. Het gaat om Albanië, Anguilla, Antigua en Barbuda, Armenië, Australië, de Bahama's, Bosnië en Herzegovina, Botswana, de Britse Maagdeneilanden, Kaapverdië, Costa Rica, Curaçao, de Kaaimaneilanden, de Cookeilanden, Eswatini, Jordanië, de Maldiven, Mauritius, Marokko, Mongolië, Montenegro, Namibië, Noord-Macedonië, Nauru, Niue, Palau, Saint Kitts en Nevis, Saint Lucia, Servië, de Seychellen, Zwitserland, Thailand, Turkije en Vietnam.
Na de toezeggingen in 2017 hebben veel landen nu de beloofde hervormingen en verbeteringen doorgevoerd en voor 25 landen uit het originele screeningproces is het licht op groen gezet: Andorra, Bahrein, Faeröer, Groenland, Grenada, Guernsey, Hongkong, Man, Jamaica, Jersey, Korea, Liechtenstein, SAR Macau, Maleisië, Montserrat, Nieuw-Caledonië, Panama, Peru, Qatar, San Marino, Saint Vincent en de Grenadines, Taiwan, Tunesië, de Turks- en Caicoseilanden en Uruguay.
Hoe wordt de EU-lijst van niet-coöperatieve fiscale rechtsgebieden opgesteld?
De EU-lijst van niet-coöperatieve fiscale rechtsgebieden bestaat uit landen die zich niet hebben gehouden aan hun verbintenis om de voorgeschreven criteria inzake goed bestuur na te komen of die zulke verbintenissen helemaal niet zijn aangegaan.
Veel andere rechtsgebieden hebben zich er op hoog niveau toe verbonden de criteria voor transparantie en eerlijke belastingheffing in het kader van de opstelling van de EU-lijst na te leven en bleven bijgevolg onderworpen aan monitoring. De meeste van deze landen hadden tot 31 december 2018 om hun verbintenissen na te komen, maar acht ontwikkelingslanden zonder financieel centrum kregen voor bepaalde criteria een jaar extra de tijd.
De Commissie monitorde de voortgang van de landen in de loop van 2018 en bracht in de Groep gedragscode aan de lidstaten verslag uit over de laatste ontwikkelingen. In het kader van de monitoring werkte zij ook nauw samen met de OESO en hield zij rekening met de OESO-beoordelingen van de transparantienormen en belastingstelsels van de landen.
Vervolgens moest de Commissie beoordelen of de rechtsgebieden hun verbintenissen al dan niet naar behoren waren nagekomen binnen de termijn van eind 2018. Op basis hiervan heeft de Groep gedragscode een bijgewerkte EU-lijst van niet-coöperatieve fiscale rechtsgebieden aanbevolen, die door de EU-ministers van Financiën moet worden goedgekeurd.
Welke criteria worden gebruikt voor het opstellen van de lijst?
De criteria voor plaatsing op de EU-lijst zijn afgestemd op internationale normen en weerspiegelen de normen voor goed bestuur die de lidstaten zelf naleven. Het betreft met name:
-
-Transparantie: Het land moet voldoen aan internationale normen inzake automatische uitwisseling van inlichtingen en uitwisseling van inlichtingen op verzoek. Het moet ook het multilateraal verdrag van de OESO hebben geratificeerd of bilaterale overeenkomsten met alle lidstaten hebben ondertekend, om deze informatie-uitwisseling te vergemakkelijken. Tot juni 2019 hoeven landen slechts aan twee van de drie transparantiecriteria van de EU te voldoen. Daarna moeten ze alle drie de transparantie-eisen nakomen om te voorkomen dat ze op de lijst worden geplaatst.
-
-Eerlijke belastingconcurrentie: Het land mag geen schadelijke belastingregelingen hebben die indruisen tegen de beginselen van de EU-gedragscode of het forum schadelijke belastingmaatregelen van de OESO. Landen die ervoor kiezen geen vennootschapsbelasting of een vennootschapsbelasting tegen nultarief te heffen, moeten waarborgen dat zulks geen kunstmatige offshoreconstructructies zonder daadwerkelijke economische activiteit in de hand werkt. Daarom moeten zij specifieke eisen inzake economische substantie en transparantiemaatregelen invoeren.
-
-BEPS-toepassing: Het land moet zich ertoe hebben verbonden de minimumnormen van de OESO inzake grondslaguitholling en winstverschuiving (BEPS) toe te passen. Vanaf 2019 wordt de toepassing van deze minimumnormen door rechtsgebieden gemonitord, te beginnen aan de hand van rapportage per land.
Wie was verantwoordelijk voor het monitoren van de landen en het bijwerken van de EU-lijst?
De opstelling van de lijst gebeurt door de Groep gedragscode (belastingregeling ondernemingen), na een intensief proces van analyse en dialoog dat door de Commissie wordt aangestuurd.
In 2018 heeft de Commissie de stappen gemonitord die de derde landen hebben ondernomen ter nakoming van hun verbintenissen in het kader van de opstelling van de EU-lijst. Zij analyseerde de genomen maatregelen om erover te waken dat ze volledig conform de voorschriften waren en presenteerde regelmatig voortgangsverslagen aan de Groep gedragscode. De Commissie werkte ook nauw samen met de OESO, om te waarborgen dat de werkzaamheden op EU- en op internationaal niveau zo goed mogelijk op elkaar waren afgestemd en om updates over de beoordeling door de OESO van bepaalde rechtsgebieden te ontvangen.
Op basis van de door de Commissie verstrekte beoordelingen besluit de Groep gedragscode of een rechtsgebied al dan niet op de lijst moet worden geplaatst en doet zij aanbevelingen aan de ministers van Financiën van de EU.
Hebben de derde landen de kans gekregen hun zaak te bepleiten?
Ja. Het is de vaste overtuiging van de Commissie dat de opstelling van de lijst zo eerlijk, transparant en geloofwaardig mogelijk moet verlopen. Ervoor zorgen dat de betrokken landen het proces begrepen en waar nodig verduidelijkingen en technisch advies konden vragen, stond hoog op haar agenda.
In de loop van 2018 heeft de Commissie uitgebreid contact gehad met de betrokken rechtsgebieden, op technisch, politiek en diplomatiek niveau. De voorzitter van de Groep gedragscode onderhield namens de lidstaten ook open en constructieve betrekkingen met de rechtsgebieden. Daarnaast hebben de Commissie en de EDEO in veel van de betrokken rechtsgebieden en regio's werkbezoeken afgelegd, om een rechtstreekse dialoog over de opstelling van de EU-lijst mogelijk te maken.
De rechtsgebieden werden in elk stadium aangemoedigd om een dialoog met de EU aan te gaan, relevante informatie te verstrekken en zo nodig verduidelijking te vragen. Elk land kreeg de kans om zijn standpunt uiteen te zetten, problemen aan te kaarten en te bespreken hoe de samenwerking met de EU in belastingzaken kan worden verdiept. De Commissie gaf eventuele feedback of informatie van de rechtsgebieden door aan de Groep gedragscode, om mee te nemen in de eindbeslissing.
Waarom kregen sommige landen meer tijd om hun verbintenissen na te komen?
De lidstaten kwamen overeen om in bepaalde specifieke gevallen onder strikte voorwaarden meer tijd te geven aan rechtsgebieden die hun hervormingen niet binnen de termijn van 2018 konden voltooien. Dat was het geval voor:
-
-Landen met regelingen voor niet-zeer mobiele activiteiten, zoals productieactiviteiten. De voorwaarden voor een verlenging van de termijn waren dat het rechtsgebied concrete maatregelen nam om de hervorming in gang te zetten, de hervorming publiekelijk aankondigde en duidelijk de datum vermeldde waarop ze zou zijn gerealiseerd.
-
-Landen met constitutionele/institutionele beperkingen, zoals een gebrek aan overheid, waardoor zij de vereiste hervormingen niet binnen de termijn konden doorvoeren. In deze gevallen werd de termijn alleen verlengd als de betrokken rechtsgebieden geloofwaardig bewijs leverden van hun constitutionele beperking, aanvaardbare ontwerpwetgeving presenteerden en een duidelijk tijdschema voor de voltooiing van hun hervormingen verschaften.
Ontwikkelingslanden zonder financieel centrum hadden al meer tijd gekregen (tot eind 2019) om hun verbintenissen inzake transparantie en bestrijding van grondslaguitholling en winstverschuiving na te komen.
Welke sancties worden opgelegd aan de landen op de zwarte lijst?
Op EU-niveau heeft de Commissie nieuwe maatregelen ingevoerd en voorgesteld die ervoor moeten zorgen dat de EU-lijst effect sorteert.
Ten eerste is de EU-lijst nu gekoppeld aan EU-financiering op grond van nieuwe bepalingen van het Financieel Reglement en het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) en het mandaat voor externe leningen (ELM). Middelen uit deze instrumenten kunnen niet lopen via entiteiten in landen die op de lijst staan.
Ten tweede is er in andere ter zake relevante wetgevingsvoorstellen een directe link met de EU-lijst. Krachtens de nieuwe EU-transparantievereisten voor intermediairs moet een belastingregeling die loopt via een land op de EU-lijst bijvoorbeeld automatisch aan de belastingautoriteiten worden gemeld. Het voorstel inzake openbare verslaglegging per land voorziet ook in strengere verslagleggingsvereisten voor multinationals met activiteiten in rechtsgebieden die op de lijst staan. De Commissie is wetgeving op andere beleidsterreinen aan het onderzoeken, om na te gaan welke andere gevolgen kunnen worden geïntroduceerd voor op de lijst geplaatste landen.
In aanvulling op de bepalingen van de EU zijn de lidstaten sancties overeengekomen die op nationaal niveau kunnen worden toegepast ten aanzien van de rechtsgebieden op de lijst. Het gaat daarbij om maatregelen zoals scherper toezicht en strengere controles, bronheffingen, specifieke documentatievoorschriften en antimisbruikbepalingen. De Commissie verzoekt de lidstaten met aandrang hun inspanningen op te voeren om zo snel mogelijk krachtige, bindende en gecoördineerde defensieve maatregelen overeen te komen om het effect van de EU-lijst nog groter te maken.
Hoe kan een land door de EU van de lijst worden geschrapt?
Een land wordt van de lijst verwijderd zodra het de punten van zorg van de EU heeft aangepakt en zijn belastingstelsel volledig in overeenstemming heeft gebracht met de vereiste criteria voor goed bestuur. De Groep gedragscode is belast met het bijwerken van de EU-lijst en draagt aan de Raad landen voor die in aanmerking komen voor schrapping uit de lijst.
Is de EU-lijst in overeenstemming met de internationale agenda voor goed bestuur in belastingzaken?
Ja, de EU-lijst biedt krachtige ondersteuning aan de internationale agenda inzake goed bestuur in belastingzaken. De criteria voor opname op de EU-lijst weerspiegelen internationaal overeengekomen normen en landen werden aangemoedigd deze normen na te komen om te voorkomen dat zij op de lijst zouden worden geplaatst. De EU heeft in het kader van de monitoring ook rekening gehouden met de beoordeling door de OESO van de transparantienormen en belastingstelsels van de landen. De Commissie en de lidstaten onderhielden nauwe en regelmatige contacten met de OESO tijdens de opstelling van de lijst, om te waarborgen dat de werkzaamheden op EU- en op internationaal niveau op dit gebied complementair bleven.
De EU-agenda en de internationale agenda voor goed bestuur versterken elkaar. Zo heeft de OESO recentelijk het criterium voor "nultarief"-rechtsgebieden, dat eerst werd ontwikkeld met het oog op de opstelling van de EU-lijst, opgenomen in de internationale normen inzake goed bestuur in belastingzaken. Dit zal ervoor zorgen dat landen zonder of met een zeer lage vennootschapsbelasting geen ondernemingen in de kaart spelen die hun winsten zonder economische substantie naar offshore-rechtsgebieden willen verschuiven.
Zal de exercitie in de toekomst tot meer landen worden uitgebreid?
Ja. In 2018 kwamen de lidstaten overeen de reikwijdte van de screening en monitoring voor de EU-lijst uit te breiden. Ze besloten te beginnen met de G20-landen die nog niet werden bestreken, namelijk Rusland, Mexico en Argentinië. Deze landen zullen in 2019 worden gescreend om na te gaan of hun belastingstelsel tekortkomingen vertoont. Indien dat het geval is, zullen zij worden verzocht zich ertoe te verbinden de tekortkomingen te verhelpen. Vanaf 2020 komen andere landen aan bod.
Meer informatie is te vinden in het persbericht.
MEMO/19/1629
Contactpersoon voor de pers:
Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail |