Parlementaire ondervragingscommissie: salafistische invloeden in Nederlandse moskeeën - Hoofdinhoud
DEN HAAG (PDC i) - Op 20 februari was het laatste verhoor in de reeks van negentien verhoren, die werd gehouden door de parlementaire ondervragingscommissie naar ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen. De commissie van negen Kamerleden onderzocht de invloed op Nederlandse moskeeën van buitenlandse financiering, met name uit 'onvrije' Golfstaten.
Tijdens de zes verhoordagen hoorde de commissie onder meer bestuursleden van moskeeën, de (oud-)burgemeesters van Den Haag en Utrecht, voorzitters van islamitische organisaties in Nederland, terreur- en integratiedeskundigen en de directeur-generaal van de AIVD.
Uit de verhoren kwam een beeld naar voren van met name jonge moslims die salafistische overtuigingen aanhangen en proberen te verspreiden in moskeeën in Nederland. De verklaring van mevrouw H. Harzi en de heer A. Laaouej waren hiervan een voorbeeld; zij vertelden over de overname van de Al Houda-moskee in Geleen door salafisten. Na dit verhoor werd bekend dat mevrouw Harzi en haar familie bedreigd werden, als gevolg van haar verklaring.
Opvallend was ook het verhoor van Suhayb Salam, de imam van de alFitrah-moskee in Utrecht. Zijn moskee is omstreden om de vermeende handhaving van salafistische denkbeelden en regels. Het verhoor verliep moeizaam, onder meer doordat Salam ontkende in het bezit te zijn van documenten die de commissie heeft opgevraagd. De rechtbank Den Haag heeft vervolgens de stichting bevolen deze documenten alsnog over te dragen aan de commissie, waarna alFitrah een hoger beroep heeft aangespannen.
Een van de problemen waar de Kamercommissie mee te maken zal krijgen in het opstellen van aanbevelingen, is het feit dat buitenlandse financiering niet illegaal is. Bovendien wordt het verbieden van deze financiering gezien als ongrondwettelijk, aangezien het in strijd is met de vrijheid van godsdienst. Daarom heeft de Kamercommissie zich gericht op 'ongewenste' beïnvloeding en financiering van moskeeën, maar wat hieronder valt blijft onduidelijk. Eind april wil de commissie haar eindverslag aanbieden aan de voorzitter van de Tweede Kamer.
Bron: NRC Handelsblad, website Tweede Kamer