Europese agentschappen in Nederland - Hoofdinhoud
Momenteel zijn er drie agentschappen van de Europese Unie i gezeteld in Nederland: het Europees Geneesmiddelenbureau i (EMA), Europol i en Eurojust i. Zij zijn onderdeel van een netwerk bestaande uit meer dan veertig agentschappen die actief zijn in de Europese Unie i.
EU agentschappen bevorderen de uitvoerbaarheid van beleid door specifieke juridische, technische of wetenschappelijke ondersteuning te bieden aan Europese instellingen en nationale overheden van EU-lidstaten. Hierbij werken zij nauw samen met de Europese Commissie i en nationale regeringen, zonder direct deel uit te maken van nationale ministeries of de instellingen van de Europese Unie.
Op 9 januari 2019 verhuisde het EMA vanuit Londen naar Amsterdam. Deze verplaatsing vond plaats naar aanleiding van het besluit van het Verenigd Koninkrijk om de Europese Unie i te verlaten. Het definitieve besluit om het hoofdkantoor van het EMA in Amsterdam te vestigen, werd op 20 november 2017 gemaakt tijdens de vergadering van de Raad Algemene Zaken van de Europese Unie.
Inhoudsopgave
Werkzaamheden
Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) beoordeelt de introductie van nieuwe geneesmiddelen en houdt toezicht op de kwaliteit van bestaande medicijnen in de Europese Unie. Hierbij gaat het zowel om medicijnen voor mens als voor dier. Daarnaast kan het agentschap optreden bij risico's voor de volksgezondheid door informatie te verschaffen aan gezondheidsmedewerkers. Om deze taken te vervullen werkt het EMA nauw samen met nationale toezichthouders, medisch-wetenschappelijke instellingen en Europese zusteragentschappen zoals het Europees Centrum voor Ziektepreventie en -bestrijding i (ECDC) en de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid i (EFSA).
Het EMA is een adviserend agentschap en heeft dus als doel het voorzien van de Commissie en de nationale overheden van technisch en wetenschappelijk advies op het gebied van geneesmiddelen. Door het aanbieden van wetenschappelijke adviezen en richtsnoeren probeert zij de ontwikkeling van nieuwe, effectieve en veilige geneesmiddelen te bevorderen en via deze weg de gezondheid van Europese burgers te waarborgen.
Ontstaansgeschiedenis
Het EMA was sinds haar oprichting in 1995 gevestigd in Londen. Vanwege de brexit i moest het agentschap echter vertrekken uit Londen. Maar liefst veertig steden uit 22 Europese landen stelden zich kandidaat als de nieuwe thuishaven van het EMA. Na drie geheime stemrondes in de Europese Raad, waarin uiteindelijk zowel Milaan als Amsterdam even veel stemmen hadden ontvangen, moest loting de doorslag geven. Daaruit kwam Amsterdam als winnaar.
Aan deze overwinning ging een maandenlange lobby door premier Mark Rutte i en oud-minister Wouter Bos i vooraf. Zo beloofden zij om voor het EMA een geheel nieuw pand te bouwen aan de Zuidas van Amsterdam en garant te staan voor een snelle en gemakkelijke verhuizing. De laatste belofte werd met moeite nagekomen. Op 9 januari 2019 verhuisde het EMA namelijk naar een tijdelijk onderkomen in Amsterdam Sloterdijk in plaats van het nieuwe beoogde gebouw aan de Zuidas. Verliezend kandidaat Milaan zag in deze vertraging een reden om naar het Europees Hof van Justitie i te stappen om een nietigverklaring van de verhuizing naar Amsterdam aan te vragen, maar dit verzoek werd afgewezen.
Het nieuwe hoofdkantoor van het EMA aan de Zuidas werd officieel op 15 november 2019 opgeleverd en is sinds 20 januari volledig operationeel.
Werkzaamheden
De Europese politiedienst (Europol) heeft als doel het bevorderen van de samenwerking tussen nationale politiediensten binnen de Europese Unie om zo effectiever op te kunnen treden tegen zware en georganiseerde criminaliteit en terrorisme. Het agentschap doet dit door het verzamelen, analyseren en uitwisselen van inlichtingen over criminele activiteiten. Europol werkt hierbij ook nauw samen met niet-EU-partnerlanden en internationale organisaties. Verder beheert zij een database met uitgebreide informatie over georganiseerde misdaadnetwerken en criminelen in de Europese Unie.
Europol houdt zich bezig met zaken die een specialistische inbreng vereisen. Europol heeft echter geen operationele bevoegdheden, en kan dus geen arrestaties uitvoeren, maar kan wel 'operationeel' meewerken in gemeenschappelijke onderzoeksteams.
Ontstaansgeschiedenis
Het idee om een Europese politiedienst op te richten werd door de toenmalige Duitse bondskanselier Helmut Kohl geopperd tijdens een Europese top in Luxemburg in juni 1991. Enkele maanden later sprak de Europese Raad tijdens de Europese top van Maastricht, waar het Verdrag van Maastricht tot stand kwam, het verlangen uit om verdere politiesamenwerking te bevorderen. Met de oprichting van de Europol Drugs Unit (EDU) in 1993 werd dit tot uitvoering gebracht. De EDU werd tijdelijk gehuisvest in Straatsburg en verhuisde op 29 oktober 1993 naar haar definitieve hoofdlocatie in Den Haag.
Het besluit van de Europese Raad om de EDU onder te brengen in Den Haag werd voorafgegaan door een driestrijd tussen Rome, Straatsburg en Den Haag. Rome viel al redelijk snel af als kandidaat voor de definitieve vestiging van de EDU vanwege de instabiele politieke situatie in Italië, waardoor alleen nog Nederland en Frankrijk in de race bleven. Beide landen voerden een felle campagne waarbij Frankrijk in het bijzonder de aanval zocht op het drugsbeleid dat door de Nederlandse regering gevoerd werd. Zo bekritiseerden verschillende Franse ministers openlijk de lakse houding van Nederland in de strijd tegen drugsgebruik.
In reactie op deze klachten reisde toenmalig minister-president Ruud Lubbers speciaal af naar Parijs om het beleid van zijn regering te verdedigen en promootte de succesvolle bestrijding van de georganiseerde criminaliteit in Nederland. Wat echter uiteindelijk de doorslag gaf om de EDU naar Nederland te halen, was het financieel aantrekkelijke aanbod dat de Nederlandse overheid maakte. Zo stelde Nederland een miljoen gulden beschikbaar voor de huisvesting van de EDU en hoefde de organisatie de eerste drie jaar geen huur te betalen.
In 1999 ging de Europol Drugs Unit officieel over in Europol en werd de Europese politiedienst volledig operationeel. Het lange uitblijven van dit besluit was het gevolg van de grote onenigheid die er bestond tussen de verschillende lidstaten over de bevoegdheden van Europol. Het Verenigd Koninkrijk verzette zich stug tegen een politiedienst met operationele bevoegdheden binnen de gehele Europese Unie omdat zij vreesden dat dit een inbreuk zou zijn op de nationale soevereiniteit van lidstaten.
Werkzaamheden
Het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) heeft tot doel het bestrijden van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en terrorisme door de samenwerking van nationale gerechtelijke autoriteiten te bevorderen. Eurojust maakt het mogelijk voor nationale justitie in de Europese Unie om op informatie uit te wisselen, transnationale onderzoeken te coördineren en een EU-rechtsmiddelen (zoals aanhoudingsbevelen) toe te passen.
Eurojust is een agentschap voor operationele activiteiten en bestaat uit rechters, politieambtenaren, officieren van justitie en andere openbare aanklagers. De organisatie onderscheidt zich van de Europese Politiedienst (Europol) door zich vooral te richten op het bevorderen van samenwerking tussen de justitiële autoriteiten in de lidstaten. Europol daarentegen houdt zich voornamelijk bezig met de informatie-uitwisseling tussen nationale politiediensten.
Ontstaansgeschiedenis
De eerste discussies over de oprichting van een organisatie voor justitiële samenwerking vonden plaats in 1999 tijdens een bijeenkomst van de Europese Raad in Tampere, Finland. Een jaar later lanceerden Portugal, Frankrijk, Zweden en België een justitieel samenwerkingseenheid onder de naam Pro-Eurojust. Op 1 Maart 2001 startte de officiële werkzaamheden van Pro-Eurojust vanuit het hoofdkantoor van de Europese Raad in Brussel.
De ontwikkeling van Pro-Eurojust kwam in een versnelling terecht door de aanslagen op 11 september 2001. In een poging om terrorisme op een internationale schaal het hoofd te bieden, werd Pro-Eurojust op 28 februari 2002 formeel omgedoopt tot Eurojust.
Op 29 april 2003 verhuisde Eurojust vanuit Brussel naar Den Haag. 14 jaar later verhuisde Eurojust naar een nieuw gebouw, dat speciaal voor de snel ontwikkelende organisatie van Den Haag was gebouwd.
Voordelen
Het aantrekken van een Europees Agentschap heeft verschillende voordelen. Op economisch vlak zorgt het huisvesten van een agentschap onderverdeeld voor directe en indirecte inkomsten. Directe inkomsten zijn vooral de opbrengsten die de Nederlandse overheid haalt uit de huur en andere directe kosten die de drie agentschappen moeten betalen voor hun gebouwen. De indirecte inkomsten bestaan uit de opbrengsten die voortkomen uit de toenemende economische activiteit rondom de vestigingsplaats van het agentschap. Zo volgden bijvoorbeeld verschillende farmaceutische bedrijven het voorbeeld van het EMA om naar Amsterdam te verhuizen. Deze bedrijven en organisaties zitten graag dicht in de buurt van de instelling die betrokken is bij de informatieverstrekking of regelgeving binnen een bepaald beleidsterrein.
Los van de grote bedrijven en organisaties, creëert een Europees Agentschap ook extra werkgelegenheid in andere, niet direct verbonden sectoren. Hierbij valt te denken aan beveiliging, catering en schoonmaak, maar ook de hotel- en horecabranche. Zo ontvangt het hoofdkantoor van het EMA jaarlijks zo'n 36.000 gasten. Volgens berekeningen van ING zouden deze bezoekers gezamenlijk 4 miljoen euro aan hotelovernachtingen uitgeven per jaar.
Prestige en aanzien vormen ook een belangrijke reden voor EU-lidstaten om Europese Agentschappen aan te trekken. Door een agentschap te huisvesten, laat Nederland zien op een bepaald onderwerp een belangrijke rol te willen vervullen binnen de Europese Unie. Andersom draagt de aanwezigheid van een agentschap ook bij aan de Europese uitstraling van Nederland.
Nadelen
Er zijn aanzienlijke kosten verbonden aan het ontvangen van een agentschappen. Veel van deze kosten worden al gemaakt voordat het agentschap überhaupt operationeel is geworden op de (nieuwe) locatie. Gedurende de campagne om een agentschap binnen te halen, doen overheden verschillende financiële toezeggingen om de positie van hun kandidaatschap te versterken, zoals bijvoorbeeld het (tijdelijk) vergoeden van de huurkosten. Verder worden er ook de nodige investeringen gedaan. Vooral de aanleg van een nieuw hoofdkantoor leidt tot een hoge kostenpost voor de regering van het ontvangende land.