Wet Open Overheid leidt niet tot sneller openbaar maken van documenten - Hoofdinhoud
DEN HAAG (PDC i) - De Wet Open Overheid, waarin geregeld wordt hoe en welke overheidsdocumenten openbaar gemaakt moeten worden, leidt bepaald niet tot snellere inzage. Volgens de wet moet binnen 42 dagen een verzoek tot openbaarmaking behandeld zijn. De gemiddelde termijn is onder de nieuwe regels in de praktijk bijna vier keer zo lang: 162 dagen. Deze termijn is nog langer dan onder de Wet Openbaarheid van Bestuur (161 dagen). Dit constateren de Open State Foundation en het Instituut Maatschappelijke Innovatie in een onderzoek.
De overheid overschrijdt de wettelijke termijnen steeds vaker. In 2016 overschreven ministeries in 61 procent van de gevallen de termijn. In 2019 was dat opgelopen tot 71 procent en nu zelfs 84 procent.
Het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap komt als enige ministerie enigszins in de buurt van de wettelijke termijn. Ook zij overschrijden de wettelijke termijn gemiddeld echter met bijna een maand. Het ministerie van Financiën reageert het traagst: gemiddeld duurt de beantwoording van een verzoek 211 dagen.
Een ander belangrijk nieuw aspect van de WOO is de actieve openbaarmaking van overheidsstukken, waarmee overheidsorganisaties verplicht zijn zelf stukken openbaar te maken. Hiermee zouden ook veel inzageverzoeken kunnen worden voorkomen. Ook deze komt volgens het rapport nog nauwelijks van de grond. Dit wordt vooral veroorzaakt door vertraging in de oplevering van het publicatieplatform PLOOI.
Bron: Open State Foundation