Omtzigt: constitutionele toetsting staat voorop, instelling Hof niet - Hoofdinhoud
DEN HAAG (PDC i) - Het invoeren van constitutionele toetsing staat centraal in zijn initiatiefnota over dat onderwerp. Of toetsing centraal (in een Hof) of gespreid (door rechters) moet plaatsvinden, is daaraan ondergeschikt. Dat schrijft Pieter Omtzigt i in antwoord op vragen vanuit de Tweede Kamercommissie BZK over zijn nota.
Omtzigt pleit wel voor een Hof, omdat hij dat de beste waarborg vindt voor heldere, eenduidige uitspraken. Centraal moet versterking van de positie van de burgers staan. Het gaat om toetsing van wetten aan traditionele grondrechten en organisatorisch-institutionele bepalingen. Hij bepleit geen toetsing aan sociale grondrechten.
Een grotere rol van de Raad van State en van de Tweede Kamer zelf bij vroegtijdige beoordeling van de grondwettelijkheid van wetsvoorstellen ziet Omtzigt als een goed middel om ongrondwettelijkheid te voorkomen. Hij bepleitte eerder al instelling van een afzonderlijke Tweede Kamercommissie met die taak.
Omtzigt is niet bevreesd voor politisering van de rechterlijke macht. Hij denkt dat de staatsmachten juist in beter evenwicht met elkaar komen. De wetgever blijft de primaire bron van het recht en de rechter toetst.
Bron: kamerstuk 36.344, nr. 4