Achtergrond: de motie, een steeds botter wapen

woensdag 22 januari 2025, 17:00

DEN HAAG (PDC i) - CDA-leider Henri Bontenbal i vindt dat de motie een te bot instrument is geworden en hij stelt voor de indiening ervan te beperken.

Het aantal in de Tweede Kamer ingediende moties is in de loop der tijd enorm toegenomen, van 1000 per jaar rond 2000 naar ruim 5000 in 2022.

Concreet stelt Bontenbal voor:

  • 1. 
    Per jaar dient een fractie maximaal het volgende aantal moties in: 150 verhoogd met één motie per lid van de fractie (het fractiemaximum);
  • 2. 
    Een fractie dient maximaal 2 moties in tijdens de beraadslaging over een onderwerp (het debatmaximum).

1.

Oorsprong moties

Al in 1849 werd in de Tweede Kamer een motie ingediend, toen nog aangeduid als motie van orde. De motie ging aanvankelijk namelijk deels over de orde, bijvoorbeeld door vast te stellen dat er nu wel lang genoeg over het onderwerp was gesproken en dat er een conclusie moest worden getrokken.

De vorm van de (huidige) motie vindt daar ook haar oorsprong: 'gehoord de beraadslagingen', 'overwegende dat', 'verzoekt het kabinet of stelt vast' en 'gaat over tot de orde van de dag'. Dat laatste betrof vooral interpellaties i, die de gewone Kameragenda onderbraken.

Pas in 1966 werd de term 'motie van orde' formeel vervangen door 'motie'.

2.

Wat zijn moties?

In moties worden politieke conclusies getrokken na een gehouden parlementair debat. Dat kan een oordeel zijn, bijvoorbeeld dat er niet langer vertrouwen in een minister is. Maar er kan ook iets worden gevraagd: meer geld, een andere beleidskeuze, een onderzoek, extra inspanningen, meer aandacht etc.

Het gaat, behalve bij moties van afkeuring of wantrouwen i, om een oordeel en niet om een dwingend besluit. Het is aan het kabinet (de minister of de staatssecretaris) of en zo ja, hoe de motie wordt uitgevoerd. Als een Kamermeerderheid het daarmee niet eens is, kan daarover een oordeel worden uitgesproken.

Bedacht moet worden dat veel moties feitelijk concept-moties zijn. Pas als er een meerderheid is, kan echt van een motie worden gesproken. Verworpen moties hebben in die zin geen betekenis. De betekenis van aangenomen moties is groter, maar toch ook niet meer dan dat er rekening moet worden gehouden met dat oordeel.

Ontwikkeling

Moties kunnen bij alle plenaire debatten worden ingediend. Bij wetgeving ligt het aantal echter lager dan bijvoorbeeld bij begrotings­behandelingen. Dat laatste is bij een uitstek een moment om wensen naar voren te brengen en daarover de Kamer een uitspraak te laten doen.

Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw waren ook beleidsnota's en notities vaak reden om moties in te dienen. De Kamer kon zo enigszins meesturen met nieuw beleid.

De toename van het aantal mondelinge overleggen (tegenwoordig commissiedebatten geheten) bevorderde de toename van het aantal moties nog veel meer. Na zo'n commissiedebat kunnen Kamerleden in een (plenair) tweeminuten­debat i moties indienen. En dat gebeurt volop.

3.

Waarom zijn er zoveel moties?

Dat laatste is dan ook een belangrijke reden voor de toename van het aantal. Tegenwoordig lijken na ieder debat deelnemers hun 'punten' te willen vastleggen. Een aangenomen motie wordt gezien als 'scoren', juist ook voor de eigen achterban.

Een deel van de moties is feitelijk overbodig, omdat er brede steun is en/of omdat de bewindspersoon iets toch al had toegezegd. Een motie wordt vaak gebruikt om conclusies of toezeggingen vast te leggen, hoewel dat strikt genomen helemaal niet nodig is.

Doordat er zo veel moties zijn - waaronder overbodige - neemt de betekenis ervan af. Een motie is eigenlijk pas echt van betekenis als een Kamermeerderheid een bewindspersoon min-of-meer tot iets dwingt, bijvoorbeeld aanpassing van het beleid.

Betekenis kan er verder zijn als de coalitiefracties niet allemaal hetzelfde stemmen, maar ook dan is het belang van de motie bepalend. Verdeeld stemmen over een ondergeschikt punt, is niet zo erg en komt ook geregeld voor.

4.

Beperking?

Veel huidige Kamerleden erkennen dat het middel 'bot' is geworden. Over de vraag hoe dat te veranderen wordt verschillend beoordeeld. Los nog van de vraag of dat wel is toegestaan.

Het stellen van het grens aan het aantal (per fractie) zal tot minder moties leiden. Vraag is evenwel of daarmee de rechten van Kamerleden niet worden beperkt. Anderzijds kent de Tweede Kamer ook spreektijd­beperking en is reglementering mogelijk wenselijk voor het beter functioneren van het gehele parlement.

Bij een maximum is er uiteraard discussie mogelijk over om hoeveel het dan precies gaat.

Probleem kan zijn dat een fractie het maximum op zeker moment heeft bereikt en er daarna een (belangrijk) debat is, waar indiening van een motie toch wel wenselijk is. Dat is dan wel een ernstige beperking.

Sommigen zullen stellen dat het vooral moet gaan om zelfbeperking. Maar vraag is of fracties die in de praktijk kunnen 'opbrengen'.