Mathieu Segers Lezing door Frans Timmermans - Hoofdinhoud
Op maandag 10 februari 2025 spreekt GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans de eerste Mathieu Segers Lezing uit in Nieuwspoort in Den Haag. Over een Europa dat zijn eigen toekomst in handen neemt. Lees de spreektekst terug of bekijk de verkorte versie.
-
-Inleiding
Lieve dierbaren van Mathieu, vrienden, Europeanen, landgenoten, we zijn hier vanavond om professor Mathieu Segers te eren, om zijn gedachtengoed en zijn manier van denken te belichten en om te doen wat hij altijd heeft gedaan: nadenken over de opdracht die Europese erflaters ons hebben gegeven, dat wil zeggen het blijven bouwen aan duurzame vrede een voorspoed voor iedereen op ons continent.
Het is voor mij een grote eer te zijn uitgenodigd de eerste Mathieu Segers lezing uit te spreken. De eerste in een ongetwijfeld lange reeks van ongetwijfeld stijgende kwaliteit.
Mathieu’s gezin, zijn familie, zijn vrienden en alle andere betrokkenen, die op zo’n waardige en mooie manier vorm weten te geven aan de ambitie zijn denken levend te houden en zijn ideeën onder een breed publiek onder de aandacht te blijven brengen, geven daarmee ook aan hoe groot de blijvende waarde is van dat gedachtengoed.
Ik wil beginnen in Berlijn, altijd weer Berlijn. In mijn geboortejaar, 1961, werd de Muur gebouwd. In het geboortejaar van onze zoon Marc, 1989, weer afgebroken. Onze zoon Max werd geboren in 2004, toen voormalige Warschaupact landen toetraden tot de EU. Geen politieke ontwikkeling in mijn leven is belangrijker dan de heling van het verdeelde Europa.
Berlijn is de stad waar alle fasen van de Europese geschiedenis sinds 1871 tot op de dag van vandaag letterlijk in beeld zijn, van de Siegessäule, symbool van Pruisische militaire triomfen, gedecoreerd met op de Fransen veroverde kanonnen, tot de protesten in de voorbije weken van grote groepen mensen tegen extreem rechts aan de voet van het Brandenburger Tor.
Hier is de geschiedenis die Mathieu Segers zo fascineerde zichtbaar, hoorbaar, voelbaar, aanraakbaar.
Dit is ook de stad die de zoektocht verbeeldt naar het juiste pad op weg naar een ongewisse toekomst. Waarbij de vraag centraal staat of Europa trouw weet te blijven aan de idealen en principes van de grondleggers van de Europese integratie of terugvalt op de idealen en reflexen die tussen 1871 en 1945 de relaties tussen Europese naties bepaalden.
Krijgt de succesvolle formule van de gedeelde lotsbestemming als invulling van verlicht eigenbelang een nieuwe, dringend noodzakelijke impuls? Of blijkt de verleiding van nostalgisch nationalisme als antwoord op de vele uitdagingen te groot?
Wordt dit het tijdperk van bruggenbouwers of van muurmetselaars? Is de grootste van de Europese politieke verworvenheden: de acceptatie dat recht voor macht gaat, nog steeds levensvatbaar? En als dat niet zo zou zijn, wat betekent dat dan voor de toekomst van Europa?
Over deze vragen wil ik mij nu buigen, waarbij ik een nuchtere blik zal werpen op wat er in de afgelopen 35 jaar is gebeurd, vanuit de overtuiging dat het ons kan helpen niet alleen de status quo beter te zien, maar ook beter voorbereid te zijn op de vele uitdagingen die ons nog te wachten staan.
Ik vraag u deze gedachtenexercitie ook te zien als eerbetoon aan een man die ik heb leren kennen toen hij een jonge, enthousiaste, originele, eclectische speurder was naar de vele sedimenten die de voedingsbodem vormden voor ons Europa. Een man die uitgroeide tot een alom bewonderde denker, schrijver, leraar, mentor, vriend, adviseur en inspirator. Bij mijn beste weten in het Nederlands taalgebied de enige kenner van Europa vermetel en zelfverzekerd genoeg om de Europese integratie als Gesamtkunstwerk te beschouwen: Mathieu Segers.
Bij het lezen van zijn boeken en het luisteren naar zijn podcasts, heb ik mij regelmatig afgevraagd waarom Mathieu en ik vaak van dezelfde schrijvers houden.
Wij komen beide uit het grensgebied tussen de zogeheten Latijnse en Germaanse wereld. Daarom houden we ook van schrijvers die verschillende culturen in zich verenigen en die in- en uit die culturen kunnen stappen, van Curzio Malaparte tot Joseph Roth, van Günther Grass tot Czeslaw Milosz, van Franz Kafka tot Elif Shafak.
Één van Mathieu’s favoriete werken was Het schaarse licht van Nino Haratischwili, Georgische immigrant in Duitsland. Ze schrijft in het Duits prachtig de Werdegang van de generatie die de pan-Europese Wende als kind meemaakte en nu terugkijkt op de verworvenheden en bezorgd is over de nieuwe uitdagingen. Een prachtig boek dat ik u - samen met Mathieu zou ik willen zeggen - van harte wil aanraden.
-
-Verdeeldheid en verlamming
Beste aanwezigen, het kost mij geen enkele moeite het gevoel van euforie op te roepen dat mij en vele andere jonge diplomaten in z’n greep had toen de Berlijnse Muur viel. De Koude Oorlog werd gewonnen zonder - aanvankelijk althans - een schot te lossen.
Francis Fukuyama voorspelde zelfs een einde van de geschiedenis, waarmee hij bedoelde dat ideologische tegenstellingen overwonnen waren en de wereld zou convergeren naar verschillende gradaties van door markteconomieën aangedreven rechtsstatelijkheid.
In feite de Pax Americana, maar dat kon de Amerikaan Fukuyama natuurlijk niet zo omschrijven.
Lang werd in de Verenigde Staten, maar ook in Duitsland de illusie gekoesterd dat ook Rusland het einde van de Europese deling zou aangrijpen op dezelfde wijze als de andere landen van het voormalige Warschaupact. Met Rusland als democratische rechtsstaat met een goed functionerende markteconomie.
Het was onverantwoord wensdenken, gebaseerd op een tekortschietende kennis van de Russische geschiedenis, cultuur, maatschappij en economie. Een meer realistische kijk op wat Rusland is en hoe het zich sinds de val van de Muur heeft ontwikkeld, zou het Westen veel beter hebben voorbereid op de huidige confrontatie met Poetin, die veel meer ideologische trekken vertoont dan we zelfs nu nog bereid zijn in te zien.
China vond de periode van de Pax Americana wel prettig, voor politieke aanpassingen en consolidatie binnenslands en economische expansie buiten de grenzen van het land en het continent.
Ondertussen werd stap voor stap in de wijde wereld en in de internationale structuren een positie opgebouwd die voorheen het exclusieve domein van de VS was en die de VS bezig was stap voor stap te verspelen. China bleef in het eigen bed liggen, tot het sterk genoeg was om het wereldtoneel op te gaan als een van de (twee) onontkoombare hoofdrolspelers.
Het einde van de Koude Oorlog bracht een nieuwe orde die wereldwijd tot zeer grote welvaartsgroei leidde. Maar deze werd zo ongelijk verdeeld, zette arbeid zo ver op achterstand van kapitaal, dat in de meeste Westerse democratieën er een afrekening volgde met de gevestigde orde, waartoe ook te vaak de democratische rechtsstaat zelf gerekend werd.
De opeenvolgende financiële crisis, de pandemie en de meest ingrijpende industriële revolutie in de menselijke geschiedenis, met de maatschappelijk diep ingrijpende explosieve opkomst van sociale media als meest duidelijke exponent, hebben dit proces versneld en versterkt.
Er is geen mondiaal leiderschap.
De uitdaging zijn in toenemende mate wereldomvattend en internationaal, leiderschap in toenemende mate nationalistisch. Hoe hiermee om te gaan is een van de belangrijkste vragen van deze tijd.
Je kunt ervoor kiezen bestaande internationale instrumenten te hervormen, zodat ze passen bij de huidige tijd. Denk daarbij met name aan de VN en andere organisaties die de wereld van 1945 en niet van 2025 reflecteren. Het mondiale zuiden heeft daarin nauwelijks positie en omgekeerd proberen grote spelers als China en India zich nog steeds te hullen in de mantel van machteloos ‘ontwikkelingsland’ om zo met uitgestreken gezicht kampioen te zijn van het Zuiden zonder zelf verantwoordelijkheid te nemen of verantwoording af te leggen.
De wereld heeft tegelijkertijd behoefte aan hele nieuwe internationale instrumenten, bijvoorbeeld voor de aanpak van de klimaatcrisis of de mobilisering van financiën voor adaptatie en energietransitie.
Uiteindelijk is de keuze binair: of de wereld bezorgt zichzelf de juiste instrumenten voor vreedzame conflictbeslechting, of we gaan weer ouderwets oorlog voeren. Net als zo vaak eerder in onze geschiedenis, leiden tektonische verschuivingen tot aardbevingen, tot botsingen, tot nieuwe verhoudingen.
Dat gebeurt, of we het nu willen of niet. Hoe het gebeurt? Daar hebben we wel invloed op.
De VS en China zoeken de confrontatie op met elkaar en zien een nieuwe bipolaire wereldorde; de rest van de wereld wil goede relaties met zowel de VS als China (in wisselende balansen).
Ideologische overwegingen spelen daarbij niet of nauwelijks een rol. Europa zal zich tot die werkelijkheid moeten verhouden. Ik zie daarbij zowel kansen als bedreigingen, daar kom ik zo op terug.
Tech moguls hebben monopolistische platforms die meer macht en geld hebben dan middelgrote landen. Zij leggen noch politieke, noch democratische verantwoording af en voelen zich het meest comfortabel in een autocratische omgeving die hun soevereiniteit niet aantast en ze de kans geeft onbeperkt hun eigen belangen te dienen. In dat opzicht verschillen ze niet van de bankiers, spoormagnaten en olieboeren uit het Amerika van eind negentiende eeuw, noch van de kolen- en staalboeren van Duitsland in de eerste helft van de vorige eeuw. In de praktijk waren extreemrechtse autocraten en de grootste economische actoren een kleine honderd jaar geleden even innig met elkaar verbonden als nu.
In de VS overwon uiteindelijk indertijd de rechtsstaat, in Duitsland ging deze, mede door de oligarchen, verloren. Oligarchen die ook de mede-wegbereiders waren van het totalitaire Rusland van vandaag.
Terwijl de nieuwste vormen van ongebreidelde economische en financiële macht de smaak te pakken hebben van politieke macht die zij liefst ook ongebreideld zouden zien, staan de dragende instituties van de democratische rechtsstaat er wankel bij.
Waarom? Omdat ze veel vertrouwen bij grote delen van de bevolking zijn kwijt geraakt.
Strijdbaarheid is nu geboden, waar verlamming om zich heen lijkt te grijpen.
-
-Existentiële strijd
Het tweelingzusje van rechteloosheid is straffeloosheid, zoals we sinds 2014 in Oekraïne zien, in het Midden-Oosten en in andere delen van de wereld. Het recht dat werd toegepast of waarnaar werd gehint, was zeker niet altijd rechtvaardig, maar kon soms wel houvast bieden of wie zwakker stond enige bescherming bieden.
Dit lijkt steeds minder het geval. President Trump zoekt niet eens meer naar een rechtvaardiging voor zijn claim op Groenland, Panama of Gaza. Hij gebruikt het adagium van de sterke man, of de pestkop, zoals u wilt: “Why? Because I can.”
Hoe dan ook, de wereld verandert sneller dan onze verbeeldingskracht aan kan, dus is de neiging sterk te vluchten in nostalgie, ook in de internationale politiek.
De Nederlandse reactie op de huidige Zeitenwende roept bij mij soms herinneringen op aan die van 1989. Als jong ambtenaar op BZ was ik getuige van de kabinetsformatie voor Lubbers III. De discussies gingen alleen over binnenlandse onderwerpen, de koopkracht voorop, ook bij de presentatie van het kabinet Lubbers-Kok, dagen voordat de Muur viel.
Hoe bewonderd en gevierd Lubbers ook was, de Zeitenwende schatte hij totaal verkeerd in, zoals ook bleek toen hij zich voor het karretje van Thatcher liet spannen door twijfel te uiten over de Duitse hereniging.
Vandaag hebben we evenzeer moeite door de bomen het bos te zien, vragen binnenlandse uitdagingen en misstanden haast onze volledige aandacht, en zien we de EU nog te weinig als onze ‘soevereiniteitsversterker”.
Ondertussen heeft globalisering de wereld sinds de val van de Muur in termen van armoedebestrijding en verheffing ontzettend veel gebracht. Europa zou dit als een kans moeten zien, en veel meer moeten investeren in partnerschappen in het mondiale zuiden. Zeker nu Trump daar een vacuüm laat ontstaan, doet de EU er verstandig aan ook in het gat te springen en dat niet alleen aan China over te laten. In dat kader is de bezuiniging op ontwikkelingssamenwerking buitengewoon onverstandig en in strijd met het Nederlands belang.
Mijn conclusie uit het voorafgaande is dat de wereld sinds de Cuba crisis van meer dan zestig jaar geleden niet zo onveilig is geweest als vandaag. Op vele plekken in de wereld moet recht wijken voor macht. Nu zelfs de VS gekozen heeft voor macht boven recht is wegduiken of schuilen tot het weer overwaait geen optie.
Zeker niet voor de EU die, hoe ongemakkelijk die waarheid voor velen ook lijkt te zijn, de pax Americana altijd als fundament heeft gebruikt en ook vandaag nog bitter nodig zal hebben.
Wat voor mij vaststaat is dat als ‘macht gaat voor recht’ het dominante ordeningsprincipe wordt in de internationale verhoudingen, de EU zal verkruimelen.
Het wezenskenmerk van de Europese integratie is dat de macht buigt voor het recht. Het recht stelt grenzen aan de macht, zodat ook wie klein is, zwakker staat, armer is of een minderheid vormt, kan rekenen op bescherming.
Als recht buigt voor macht, wordt wie machteloos is ook rechteloos en zijn we terug in een Hobbesiaanse wereld. Landen zullen niet verdwijnen. Maar hun onderlinge verhoudingen zullen weer geheel machtsverhoudingen worden, waarbij kleinere landen veel aan invloed zullen verliezen.
De EU zal dit niet overleven.
De strijd om ervoor te zorgen dat recht voor macht gaat, is dus voor de EU een existentiële strijd.
-
-Naar een Europese defensie-industrie
Ik kan mij voorstellen dat u na deze ontnuchterende opsomming toe bent aan bemoedigende woorden. En ja, er is genoeg reden voor zorg. Maar er is geen enkele aanleiding voor wanhoop. Escapisme is een luxe die we ons niet kunnen permitteren, al vallen we vaak voor de verleiding.
Vooral rond de klimaatcrisis hebben we de afgelopen tien jaar alle vormen van escapisme en uiteindelijk fatalisme voorbij zien komen. Beginnend met “er is helemaal geen klimaatcrisis”, via “het is er wel, maar het komt echt niet door menselijk gedrag”, via “het komt wel door menselijk gedrag, maar is alleen maar kwestie van beetje aanpassen, dijkje hier en daar”, tot nu “ja, er is een klimaatcrisis, maar het is nu toch te laat er nog iets aan te doen, dus laten we ons ergens anders druk over maken”.
Ook in veiligheidspolitiek opzicht is de klimaatcrisis de moeder aller crisissen. Als we in de komende jaren kunnen laten zien dat de internationale gemeenschap in staat is een reeks van crises het hoofd te bieden, op te lossen, dan wel echt aan te pakken, dan zal het geloof groeien dat ook de ergste crisis kan worden ingedamd. Hierin schuilt een essentiële rol voor de EU, zowel intern als internationaal. Wat is hier voor nodig?
“Vrijheid die het volk leidt” van Eugène Delacroix is één van de meest iconische schilderijen uit de Europese geschiedenis. De Franse natie als geheel, de drie standen en de verschillende generaties prominent om Marianne met ontbloot bovenlijf en Frygische muts, geleid door vrijheid naar de toekomst.
Hier vallen de twee kanten van vrijheid, zoals uitgewerkt door Isaiah Berlin, één van de inspiratiebronnen van Mathieu die ook figureert in zijn laatste boek, perfect samen: negatieve vrijheid, de bescherming van onvervreemdbare burgerrechten en positieve vrijheid, de ruimte om emancipatie mogelijk te maken. Liberté, égalité, fraternité.
Dat zijn precies de twee vrijheden die nu in Georgië geclaimd worden door de moedige mensen die nog steeds dagelijks de straat opgaan om te protesteren tegen de greep die imperialistisch Rusland heeft op hun vrijheid, hun toekomst. En zoals die toen nieuwe Franse driekleur in 1830 symbool stond voor vrijheid, zo staat die blauwe vlag met gouden sterren dat vandaag voor Georgiërs, Oekraïners en andere Europeanen voor wie vrijheid geen zekerheid is.
De twee beelden die ik heb uitgekozen zijn iconisch, ook omdat het Europa van de Verlichting draait om de twee vrijheden van Berlin en dat de EU deze twee vrijheden als opdracht nog steeds in zich draagt.
Één van de dragende gedachten van het neoliberalisme is de valse veronderstelling dat positieve vrijheid geen actie behoeft anders dan het ruim baan geven aan negatieve vrijheid.
Plat gezegd: liberté, mits ruim baan gegeven, leidt vanzelf tot égalité en fraternité. Terwijl de pijnlijke ervaring van de afgelopen anderhalve eeuw toch is dat zonder solidariteit en zonder gelijkheid voor de wet, vrijheid geen enkele kans van slagen heeft.
Vanaf de eerste discussies over de gezamenlijke toekomst van de Europese naties, nog tijdens de oorlog en niet zelden door mensen die vastgezet waren door fascisten en nazi’s, was duidelijk dat alleen een radicale keuze voor een gedeelde lotsbestemming de kans bood te breken met oorlog als instrument van conflictbeslechting tussen Europese naties.
Wantrouwen en ongelijkheid werden als bedreigingen voor de vrede gezien. Wantrouwen kon worden weggenomen, stap voor stap, door gezamenlijk beheer van de ingrediënten van de oorlogsindustrie, kolen en staal. Ongelijkheid kon worden aangepakt door via handelsbeleid en landbouwbeleid de groei te stimuleren en de armoede en Verelendung op het platteland en van de industrie arbeiders te bestrijden.
Europa kon dit doen onder de paraplu van de pax Americana, waarvan de NAVO de materiële uitingsvorm was en is. Zowel de EU als de NAVO hebben hun eigen rol te spelen als het gaat om onze veiligheid. Beide zijn essentieel voor onze veiligheid, maar zijn alleen effectief als ze zich concentreren op de taken die zij met de hun ter beschikking staande instrumenten het beste uit kunnen voeren.
Vanuit Europees perspectief is kiezen voor de een óók kiezen voor de ander. De één kan nooit de ander vervangen. Europese NAVO partners zullen een groter aandeel moeten nemen in hun eigen veiligheid.
Dat vraagt om veel intensievere samenwerking, waarbij de toegevoegde waarde van de EU op militair-industrieel vlak ligt.
Dat vereist het opbouwen van een moderne Europese defensie industrie die top materieel tegen aanvaardbare prijzen kan leveren.
Het vereist het creëren van synergie tussen civiele en militaire innovaties die ervoor zorgen dat Europa blijft aanhaken in de huidige diepe industriële transformatie.
Dat raakt overigens ook aan de weerbaarderheid van Oekraïne. Want hoe weerbaarder Oekrainë hoe rechtvaardiger straks de vrede.
Hoe rechtvaardiger de vrede, hoe kleiner de Russische dreiging voor heel Europa.
Hoe kleiner de Russische dreiging, hoe effectiever (en goedkoper) de versterkte Europese defensie.
Meer uitgeven voor Oekraïne nu is dus een investering in onze veiligheid. Laten we de moed opbrengen om te zeggen: Ja, we moeten naar een Europese defensie-industrie toe, waarbij we gezamenlijk fors investeren in defensie.
Daarom pleit ik ervoor dat Europa zich inkoopt in een aantal grote bedrijven om fragmentatie tegen te gaan en ervoor te zorgen dat wapenfabrikanten niet de winnaars worden van de oorlog. Dat financieren we met gezamenlijke Europese leningen.
-
-Economische weerbaarheid
Veiligheid gaat niet alleen over militaire weerbaarheid, het raakt ook aan onze economische weerbaarheid. En die weerbaarheid, ons vermogen de vele stormen te doorstaan zonder door de knieën te gaan voor de apostelen van onvrijheid die autoritair bestuur willen verkopen als herwonnen vrijheid, wordt groter naar mate het aantal burgers groter wordt dat meegroeit in welvaart en welzijn.
De realiteit is dat Europa economisch en technologisch achterblijft.
Als we niks doen worden we meer en meer de speelbal van China de Verenigde Staten en straks ook India en andere opkomende landen en kunnen we er niet voor zorgen dat iedereen de vruchten plukt van onze welvaart.
We staan dus voor een ongekende opgave dat tij te keren. Willen we dat onze Europese industrieën vooroplopen, dan is het voeren van Europese industriepolitiek noodzakelijk. Dan moeten we duidelijk gecoördineerde keuzes maken.
Die eensgezindheid is van levensbelang willen we innovatief blijven, willen we voldoende in staat zijn om te zorgen voor banen, hoogwaardige banen, en willen we concurrentie met de giganten in het oosten en westen aan te kunnen.
Europa zal op de eerste plaats fors moeten investeren.
Mijn voorstel is dat de Europese Unie het advies van Mario Draghi ter harte neemt en grotendeels uitvoert. Het lijkt enorm: 150 miljard aan jaarlijkse investeringen. Maar het is nodig en het is politiek noodzakelijk ons die orde van grootte eigen te maken en er naar te handelen. Bovendien levert het ons op lange termijn juist heel veel op.
Europa is daarbij wel volstrekt kansloos als we de prijs van energie niet naar beneden weten te krijgen en als we niet onze energiesoevereiniteit tot stand weten te brengen.
De enige grondstof die we zelf in overvloed hebben is zon en wind. Fossiel is eindig, nucleair zal op Europese schaal nodig blijven, maar maakt ons, vanwege de noodzakelijke grondstoffen, nog steeds afhankelijk van derden, dus die afhankelijkheid moet zo klein mogelijk blijven.
Europa heeft een echte energie-unie nodig die ons helpt de transitie te versnellen, de elektrificatie te vergemakkelijken en de industrie perspectief te bieden. Hierdoor kan de energierekening voor Nederlanders en European sneller omlaag.
Op het vlak van duurzame energie kunnen we ons nog steeds meten met de koplopers in de wereld. Maar op dit moment maken andere delen van de wereld veel meer vaart. Het mag ons na de eerste generatie zonnepanelen en de opkomst van de smartphone niet nog eens gebeuren dat we een leidende positie verspelen omdat we te langzaam zijn.
Omdat we te zelfgenoegzaam of te laf zijn.
Ik zie een Europa voor me waarin dankzij windmolens de Noordzee dé energie hub van Noord-Europa is.
Ik verbeeld me een Europa waarin we - naast de productie van warmtepompen, next generation zonnepanelen en windturbines - werken aan onze eigen batterijproductie en ons toeleggen op onze eigen uitstootvrije auto-industrie - een industrie die de belofte in zich draagt van groene banen voor de toekomst.
Ik stel me een Europa voor waarin we werken aan de beste kwaliteit groen staal, zoals Tata bij IJmuiden en Thyssen-Krupp in Duisburg.
Investeren in chemiebedrijven waar waterstof wordt aangevoerd, zoals in Rotterdam, Geleen en andere delen van het Europese industriële hartland.
Ik zie investeringen voor in de productie van warmtepompen voor me bij ons in Apeldoorn, waarmee we voor goede banen en fijne duurzame woningen zorgen voor een heleboel mensen. Ook zijn forse investeringen nodig in high tech bedrijven zoals ASML in Eindhoven omdat technologisch leiderschap essentieel is voor een weerbare economie.
Wat van ons gevraagd wordt is de snelste industriële transformatie uit de moderne Europese geschiedenis.
De schaal van deze transformatie vergt een niveau van investeringen die de wereld niet eerder heeft gezien en die door de grootste spelers, de VS en China voorop, nu wordt geleverd, maar niet door Europa.
Daarom is een kapitaalunie nu dringend nodig.
Daarom zijn eurobonds nu dringend nodig.
Hoe grotere de schaal, hoe breder de risico’s gedekt, hoe eenduidiger de regels, hoe goedkoper het kapitaal en hoe aantrekkelijker Europa wordt voor venture capital.
Laten we onze zegeningen tellen. Europa is in vergelijking met andere continenten klein. Maar we hebben hier werkelijk alle middelen om onze toekomst in eigen hand te nemen.
Op voorwaarde dat we moedige Europese keuzes maken waar ook wij in Nederland de vruchten van zullen plukken.
Want wie dat enorme Europese potentieel in 27 machteloze deelbelangen van elkaar scheidt, die heeft het nakijken.
Het nationalisme van Wilders en zijn vrienden van de nationalistische internationale maakt van onze soevereiniteit. Want soevereiniteit is een lege huls zonder handelingsperspectief dat de kans biedt de werkelijkheid naar je hand te zetten.
Europese integratie tilt nationale soevereiniteit naar het niveau waarbij Europese landen gezamenlijk de handelingsbekwaamheid herwinnen die zij ieder voor zich al lang zijn kwijtgeraakt. Berusten in dat verlies, betekent berusten in machteloosheid en vluchten in valse nostalgie naar een verleden dat nooit heeft bestaan.
-
-Macht begrenzen door recht
De tweede termijn van president Trump heeft onze uitdaging niet kleiner gemaakt. De methodes die hij in de eerste weken van zijn tweede mandaat hanteert, zijn in strijd met het fundament waarop de pax Americana en bijgevolg grote delen van de internationale orde zijn gebouwd.
Hij zoekt ruzie met een buurland waarover JFK nog zei: “aardrijkskunde heeft ons tot buren gemaakt, geschiedenis tot vrienden, handel tot partners en noodzaak tot bondgenoten”. Hierin is helemaal niets veranderd anders dan de houding van de huidige Amerikaanse president die zich kennelijk alleen maar door “Why? Because I can.” laat leiden.
Wie ruzie maakt met bondgenoten, van Canada tot Denemarken en Duitsland, geeft meer ruimte aan tegenstanders als Rusland en China. Wie denkt dat hij land van een ander kan afpakken, simpelweg omdat hij de macht heeft dat te doen en niet eens een plausibele reden verzint om het te doen, geeft alle ruimte aan Poetin en Xi om hetzelfde te doen.
Trump provoceert bewust, het is zijn business model. Elke dag een provocatie, elke dag in het nieuws. Het is zaak niet teveel in zijn theater te spelen. We staan sterk genoeg, mits we eensgezind zijn.
Europese landen hebben als het om handel gaat verschillende belangen en nemen dus verschillende houdingen aan bij de dreigingen van Trump.
Maar je mag van de EU lidstaten verwachten dat zij, bij alle verschillen, weten dat verdeeldheid iedereen, groot en klein, kwetsbaar maakt voor Trumps dreigingen.
Terwijl ik uit eigen ervaring weet uit het eerste mandaat van Trump, dat een eensgezind Europa sterk genoeg is om een voor beide zijden van de Atlantische oceaan goede deal te sluiten.
Wie macht altijd voor recht laat gaan, is gedoemd zich altijd aan macht vast te blijven klampen, voorbij de grenzen van de grondwettelijke orde en electorale cycli. En dus rust op de bondgenoten de dure plicht aan te tonen dat macht begrensd door recht duurzame macht is, en dus veel meer in het belang van het land als geheel.
Het is cruciaal dat Europa één lijn trekt, zodat Trump weet waar hij mee te maken heeft.
Sinds november vragen we aan de Nederlandse regering om een plan, maar we krijgen niks.
En dat is funest. Nederland is compleet stuurloos op een moment dat stuurloosheid het slechtste is wat we ons kunnen permitteren in een tijd dat de golven zo hoog en de wind zo hard - mede omdat er in het kabinet zowel realisten als verstokte Trumpbewonderaars zitten die diametraal tegenover elkaar staan.
Het is evident dat een eensgezind Europa te sterk is voor Trump. Tegelijkertijd is de pijnlijke vaststelling dat alleen de instituties in de VS de mogelijkheid hebben de koers van Trump te corrigeren.
De EU zal zich dus op die instituties moeten richten, om zo een casus op te bouwen die Trump de kans geeft zichzelf tot meesterlijke dealmaker uit te roepen. Want vroeg of laat zal ook in de Amerikaanse administratie het besef groeien dat deze methode Trump nationaal en internationaal meer kapot maakt dan de Amerikaanse belangen lief is.
De pijn zal eerst en vooral in de economie voel- en zichtbaar worden, hetgeen de EU ook een opening biedt om te laten zien hoe het koesteren van gezamenlijke belangen kan helpen schade te voorkomen, innovatie te stimuleren en groei veilig te stellen.
Dit kan echter alleen lukken als de gehele economie en de gehele industrie hier onderdeel van uitmaakt.
Als de Amerikanen zich geheel overleveren aan die paar mannen die op de eerste rij zaten bij de inauguratie van Trump, wordt het heel moeilijk. Bedrijven die voor hun business model geen rechtstatelijke begrenzing kunnen verdragen, mogen in de EU nooit vrij spel krijgen. Ongebreidelde macht, of deze nu van een overheid of van bedrijven komt, is in een rechtsstaat nooit aanvaardbaar.
In de EU zullen de tech bedrijven ook aan passende regels moeten worden onderworpen die de rechtsstaat en de belangen van onze burgers beschermen. Als bedrijven te groot zijn om nog effectief aan het recht, inclusief het mededingingsrecht onderworpen te kunnen worden, zullen ze, net als in het verleden, moeten worden opgeknipt. En de EU heeft daartoe de middelen.
De vraag is alleen of dat vroeg genoeg is om de schade te herstellen en niet te laat komt voor de Europese veiligheid.
Maar we kunnen dat alles voorkomen, sterker nog, we kunnen ons geloof in vooruitgang herwinnen, als Europa zich opricht en bewijst volwaardig op eigen benen te kunnen en ook te willen staan.
Laat me tot slot terugvallen op het werk van Mathieu. In “Reis naar het continent” schrijft hij dat Nederland enerzijds zonder problemen de economie liet versmelten met de Duitse en anderzijds zichzelf is blijven zien, om Frits Bolkestein te citeren, als een land in het midden van de Atlantische oceaan.
Om historische en culturele redenen heeft Nederland zich nooit helemaal kunnen verzoenen met de verregaande gevolgen van de Europese lotsverbondenheid die door omstandigheden ons als het ware is opgedrongen.
Liever bleven we afzijdig, neutraal, ongebonden. Maar zeer zelden werd ons dat gegund, in haast vijfhonderd jaar geschiedenis.
De huidige omstandigheden ontnemen ons de luxe van een dubbelzinnige positie of het wedden op twee paarden. Onze bekentenis tot verdergaande Europese integratie is nodig om onze burgers mee te nemen naar een toekomst die de grootste kans biedt op de borging en versterking van vrede, veiligheid en welvaart.
Mathieu Segers verkondigde deze boodschap glashelder en onverschrokken, ook toen hij toenmalig premier Rutte uitvoerig aansprak op diens tweeslachtigheid in de EU. Mark Rutte’s respect voor hem, nam er alleen maar door toe.
Als geen ander verstond Mathieu de kunst van het op even heldere als respectvolle manier met iemand van mening verschillen. Een kunst die onontbeerlijk is voor de politiek in een democratische rechtsstaat. Een kunst die ons teveel is ontglipt de laatste jaren. Een kunst die het verdient om in ere te worden hersteld. Laten we een voorbeeld nemen aan Mathieu Segers.
Dank u wel.