Toelichting bij COM(2002)446 - Resultaten van de meerjarige oriëntatieprogramma's voor de vissersvloten aan het einde van 2001

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
52002DC0446

Jaarlijks Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de resultaten van de meerjarige oriëntatieprogramma's voor de vissersvloten aan het einde van 2001 /* COM/2002/0446 def. */


Inhoudsopgave

1.

JAARLIJKS VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT over de resultaten van de meerjarige oriëntatieprogramma's voor de vissersvloten aan het einde van 2001


Samenvatting



Deze mededeling betreft het verslag aan de Raad en het Europees Parlement over de bij de uitvoering van de vierde meerjarige oriëntatieprogramma's (MOP IV) voor de vissersvloten geboekte vooruitgang. Dit verslag wordt overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad jaarlijks opgesteld.

Deze jaarverslagen moeten zorgen voor een transparante uitvoering van de MOP's, waarin voor de vlootcapaciteit en de visserij-inspanningen doelstellingen worden vastgesteld die in de periode 1.1.1997/31.12.2001 geleidelijk moeten worden gerealiseerd. Het verslag van dit jaar behandelt de per eind 2001 geboekte vooruitgang.

Het verslag, dat is gebaseerd op de gegevens van het communautair register van de ten tijde van de opstelling van het verslag operationele vloot en op de verslagen van de nationale autoriteiten aan de Commissie, vat de ontwikkeling van de tonnage- en vermogenscijfers van de vloten samen in het licht van de einddoelstellingen van MOP IV. Het is bijgevolg op feiten gebaseerd.

In de voorbije vijf jaren van MOP IV is de communautaire vloot ingekrompen met 38.078 GT en 460.042 kW, hetgeen overeenkomt met een inkrimping van de vlootcapaciteit met ongeveer 1,9%, respectievelijk 5,9%. Dankzij de goede resultaten van de vorige Meerjarige Oriëntatieprogramma's had de communautaire vloot op 31 december 2001 meer gerealiseerd dan de doelstellingen, namelijk uitgedrukt in tonnage en motorvermogen respectievelijk 16% en 12% meer dan de einddoelstellingen van MOP IV.

De mate waarin de doelstellingen van het MOP zijn bereikt, varieert echter sterk per lidstaat, zoals blijkt uit de tabellen op blz. 7 en 8.

Wanneer de resultaten uitgedrukt in GT, die in verband met de hermeting van de vloot nog onzeker zijn (zie blz.

4), buiten beschouwing worden gelaten, luiden de resultaten met betrekking tot de capaciteit uitgedrukt in vermogen als volgt:

* Alle landen behalve Nederland hebben hun algemene doelstelling eind 2001 bereikt.

* Alleen België, Denemarken, Spanje, Portugal en Finland hebben voor alle segmenten van hun vloot de gestelde doelen gerealiseerd.


Inleiding



Voor elke lidstaat van de Gemeenschap is een meerjarig oriëntatieprogramma (MOP) uitgewerkt waarin de doelstellingen voor de inkrimping van de vissersvloot zijn vastgesteld om de visserij-inspanning in overeenstemming te brengen met de beschikbare visbestanden. De MOP's van de vierde generatie (MOP IV) zijn in december 1997 i goedgekeurd met doelstellingen voor de periode 1997-2001. Deze periode is bij beschikking van de Raad i tot eind 2002 verlengd.

Overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad i betreffende het nieuwe financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij moeten de lidstaten jaarlijks vóór 1 mei bij de Commissie een verslag indienen over de situatie van hun vloot aan het einde van het voorgaande jaar in het licht van hun respectieve MOP's. Op basis van deze verslagen moet de Commissie dan uiterlijk drie maanden na deze termijn van 1 mei haar eigen verslag bij de Raad en het Europees Parlement indienen.

Dit verslag is het vierde verslag over de resultaten van de vierde serie programma's voor de vissersvloot (MOP IV) i.

2.

Meting van capaciteit en visserij-inspanning


In het kader van het MOP is de capaciteit van een vaartuig gedefinieerd als de tonnage in brutoton (GT) en het voortstuwingsvermogen in kW. De visserij-inspanning is gedefinieerd als het product van de capaciteit maal het aantal op zee doorgebrachte dagen. Er zijn dus twee maatstaven voor de bepaling van inspanning, één in GT-dagen en één in kW-dagen.

3.

Hermeting van de tonnage


De tonnagedoelstellingen van MOP III (1992-1996) waren uitgedrukt in brutoregisterton (BRT), hoewel in vrijwel alle lidstaten voor de capaciteitsmeting diverse tonnage-eenheden werden gebruikt: sommige vaartuigen werden gemeten in BRT, andere in GT en nog andere in nationale tonnage-eenheden.

Om de tonnagemetingen te harmoniseren, zijn Verordening (EG) nr. 3259/94 van de Raad i en Beschikking 95/84/EG van de Commissie i vastgesteld. Daarin is bepaald dat de tonnage van alle vissersvaartuigen in brutoton (GT) moet worden uitgedrukt, waarbij voor vaartuigen van minder dan 15 m de bepaling van GT is vereenvoudigd en verder formules zijn vastgesteld om, in afwachting van volledige hermeting, de GT-tonnage van vaartuigen met een lengte tussen 15 en 24 m te ramen.

Zoals met de lidstaten was overeengekomen, zijn bij de vaststelling van MOP IV de tonnagedoelstellingen in GT-eenheden omgerekend. Op het ogenblik van de vaststelling hadden sommige lidstaten echter weinig vorderingen gemaakt met het hermeten van hun vloot, zodat de doelstellingen - hoewel nominaal in GT-eenheden uitgedrukt - nog steeds uit een mix van GT, GT-ramingen, BRT en nationale eenheden bestonden.

De lidstaten hebben tot eind 2003 de tijd om de hermeting van hun vloot in GT te voltooien. Naarmate deze hermeting vordert, komen in het vlootregister werkelijke waarden in de plaats van de GT-ramingen. Dit heeft onvermijdelijk negatieve gevolgen voor de vergelijkbaarheid van de situaties en van de doelstellingen inzake tonnage. Strikt genomen zouden de tonnagedoelstellingen opnieuw moeten worden berekend telkens als er een vaartuig wordt hermeten. Om praktische redenen evenwel, worden de doelstellingen slechts periodiek herzien. In de tussentijd blijft de toetsing van de vlootsituatie aan de tonnagedoelstellingen onbetrouwbaar.

4.

Cumulatieve visserij-inspanningsdoelstellingen


Voor de lidstaten die ervoor hebben gekozen om de doelstellingen te verwezenlijken door een aanpassing van de activiteit in plaats van de capaciteit, zijn in dit verslag de cumulatieve visserij-inspanningsdoelstellingen opgenomen. In de MOP-beschikkingen zoals ze in het Publicatieblad zijn gepubliceerd, staan slechts de doelstellingen voor visserij-inspanning bij het begin en aan het einde van de periode vermeld. Aan de hand van deze cijfers worden de cumulatieve doelstellingen berekend, en wel als volgt: uitgaande van het feit dat de cumulatieve visserij-inspanningsdoelstellingen dezelfde zijn ongeacht of de vermindering gebeurt via de capaciteit, dan wel via de activiteit, is een kromme getekend van de continue capaciteitsvermindering in de periode 1.1.1996-31.12.2001 die nodig is om elk van de alleen in capaciteit uitgedrukte tussentijdse doelstellingen te bereiken. Het gebied onder deze kromme is dan vermenigvuldigd met het uitgangsniveau van de activiteit om aldus te komen tot de cumulatieve visserij-inspanning in dezelfde periode.

5.

Vlootregister


De uitvoering van de meerjarige oriëntatieprogramma's wordt gemonitord aan de hand van de mededelingen die voor het communautaire gegevensbestand inzake vissersvaartuigen ("het vlootregister") worden gedaan. Het bestand bevat gegevens over de fysieke kenmerken van bijna alle van de ongeveer 100 000 zeevisserijvaartuigen van de Europese vloten, en ook informatie over het MOP-segment waartoe elk vaartuig behoort en het vistuig waarmee het is uitgerust. Het is de bedoeling dat het de gegevens over de vloot levert voor alle aspecten van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

In de voorgaande verslagen over de resultaten van het MOP werden soms grote verschillen geconstateerd tussen de gegevens van het vlootregister en de door de lidstaten in hun jaarlijkse nationale verslagen verstrekte gegevens. Een van de redenen voor deze verschillen was dat de door de lidstaten meegedeelde gegevens werden gecontroleerd op fouten voordat de gegevens in de database werden opgenomen. Een geweigerd of verdacht gegeven werd voor correctie of controle aan de lidstaat teruggezonden. Met deze procedure wilde men de betrouwbaarheid van het vlootregister verbeteren, maar in de praktijk leidde dit er vaak toe dat gegevens in de nationale registers en die in het vlootregister van de Gemeenschap niet met elkaar overeenstemden.

De procedure is thans gewijzigd. De lidstaten hebben via de internetapplicatie FRONT (Fleet Register on the Net) voortaan rechtstreeks toegang tot hun eigen gegevens in het communautaire vlootregister. Dit betekent dat de nationale autoriteiten onmiddellijk correcties kunnen aanbrengen zodra de gegevens in het communautaire register beginnen af te wijken van die in de nationale database. In het licht hiervan is voor de in dit verslag gebezigde capaciteitscijfers gebruikgemaakt van de informatie in het communautaire vlootregister, met uitzondering van de gegevens betreffende Ierland en Nederland. Deze twee landen hebben de gegevens voor dit verslag apart verstrekt, aangezien de situatie met betrekking tot hun vloten door technische problemen bij de nationale diensten in de loop van 2001 niet naar behoren in onze gegevensbank kon worden bijgehouden.

Desondanks vertoont het vlootregister nog steeds een aantal tekortkomingen. De belangrijkste daarvan betreft het feit dat er voor sommige vaartuigen geen geschikte MOP-segmentcode bestaat. In de hierna volgende tabellen zijn deze vaartuigen onder de vermelding 'Nergens ondergebracht' opgenomen. De diensten van de Commissie werken samen met de betrokken lidstaten aan een oplossing.

6.

Globale resultaten


In de tabel 'Totale Gemeenschapsvloot, uitgesplitst naar lidstaat' wordt voor de criteria tonnage en vermogen de procentuele variatie tussen 1 januari 1997 en 31 december 2001 gegeven. Er zij evenwel op gewezen dat dit percentage, wat de tonnage betreft, lager kan zijn dan het werkelijke verschil, wegens de voortgang van de hermeting van vaartuigen in GT-eenheden tijdens de verslagperiode.

De * na de tonnage (GT*) betekent dat de daarna vermelde totaalcijfers bestaan uit een mix van GT- en brt-waarden. Voor het verkrijgen van het totaalcijfer worden in eerste instantie de GT-waarden genomen, ongeacht of deze het resultaat zijn van meting of van schatting. Wanneer geen GT-waarde beschikbaar is, wordt de brt-waarde gebruikt.

7.

a) Realisatie van de capaciteitsdoelstellingen


In de onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de hele communautaire vloot sinds het begin van MOP IV samengevat. Met arcering worden de lidstaten aangegeven die aan het eind van 2001 hun doelstellingen nog niet hadden bereikt.

Sinds 1 januari 1997 is de vloot ingekrompen met ongeveer 5,9% in motorvermogen. In tonnage bedraagt deze inkrimping volgens de tabel 1,9%, maar deze waarde blijft onzeker zolang de hermeting van de vloot niet is voltooid.

De communautaire vloot zit qua capaciteit reeds onder de doelstellingen die zijn vastgesteld voor 31 december 2001 i.


8.

Totale Gemeenschapsvloot, uitgesplitst naar lidstaat


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

De landen waarvan delen in de tabel zijn gearceerd, hebben hun doelstellingen niet bereikt. Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben hun doelstellingen wel bereikt als rekening wordt gehouden met het effect van de nog niet voltooide hermeting van de vloot.

(*) In de gegevens betreffende de situatie in Frankrijk op 1 januari 1997 zijn de vaartuigen met thuishaven in de Franse overzeese departementen (die circa 17000 GT en 100 000 kW uitmaken) niet opgenomen, aangezien daarover geen exacte gegevens bestaan.

9.

b) Realisatie van de inspanningsdoelstellingen


Zes lidstaten hebben besloten hun MOP IV-doelstellingen te realiseren door beheer van zowel activiteit als capaciteit van een of meer segmenten van hun vloot. Daartoe moesten de lidstaten een of meer visserijtakken in elk van de betrokken segmenten definiëren. Vervolgens zijn voor elk van deze visserijtakken visserij-inspanningsdoelstellingen vastgesteld. De volledige visserij-inspanning die door vaartuigen in het segment wordt uitgeoefend, moet volgens die definitie worden verdeeld; er mag in een segment geen visserij-inspanning zijn die niet is toegerekend aan een van de gedefinieerde visserijtakken.

Anders dan van de capaciteit, kan van de visserij-inspanning geen 'momentopname' worden gemaakt. Dit betekent dat de inspanningsdoelstellingen cumulatief zijn voor de looptijd van het programma. In de onderstaande tabel is de inspanning in elk van de visserijtakken vanaf 1 januari 1997 tot 31 december 2001 vergeleken met de cumulatieve inspanningsdoelstellingen voor eind 2000. In de laatste twee kolommen van deze tabel wordt aangegeven in hoeverre de doelstellingen zijn bereikt. Waar de doelstellingen zijn overschreden, zijn de waarden vetgedrukt.

10.

Overzicht van de realisatie van de capaciteitsdoelstellingen per segment


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


11.

Realisatie van de inspanningsdoelstellingen


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

12.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)


Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd.


13.

Resultaten per lidstaat


In de volgende tabellen en grafieken worden de resultaten van het MOP IV per eind 2001 voor elk van de lidstaten samengevat.

In de tabel onder a), 'Situatie van de vloot', wordt de situatie van de vloot volgens het vlootregister per eind 2001 vergeleken met de tussentijdse capaciteitsdoelstellingen voor die datum.

De twee grafieken onder b), 'Ontwikkeling van de vloot', laten zien hoe de totale vlootcapaciteit van elke lidstaat zich sinds de start van het MOP IV heeft ontwikkeld.

In de tabel onder c) 'Visserij-inspanning' is de visserij-inspanning per segment vermeld. De gegevens in deze tabel zijn die welke door de lidstaten zijn verstrekt in hun nationale verslagen. Wanneer binnen segmenten visserijtakken zijn vastgesteld (de gearceerde regels F1, F2, enz.), zijn de doelstellingen voor het segment uitgedrukt in visserij-inspanning volgens de MOP IV-beschikking, zodat activiteitsbeperkingen tot het bereiken van de doelstellingen bijdragen.

Tenslotte zijn in de tabel onder d), 'Cumulatieve visserij-inspanning', de cumulatieve tussentijdse visserij-inspanningsdoelstellingen vermeld voor elk van de segmenten en visserijtakken waarvoor de doelstellingen in visserij-inspanning zijn vastgesteld. In de grafieken die op deze tabel volgen wordt de door de lidstaten opgegeven cumulatieve visserij-inspanning (witte kolommen staafdiagram) vergeleken met de cumulatieve tussentijdse inspanningsdoelstellingen van MOP IV (gearceerde kolommen staafdiagram).


14.

BELGIË


a) Situatie van de vloot

België

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

15.

b) Ontwikkeling van de vloot


Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in GT* t.o.v. doelstellingen

16.

België


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

17.

Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in kW t.o.v. doelstellingen


België

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


18.

c) Visserij-inspanning


Er zijn geen gegevens verstrekt over de visserij-inspanning. België voldoet niet aan de voorschriften van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2091/98 van de Commissie i.


19.

DUITSLAND


a) Situatie van de vloot

Duitsland

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

20.

b) Ontwikkeling van de vloot


Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in GT* t.o.v. doelstellingen

21.

Duitsland


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

22.

Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in kW t.o.v. doelstellingen


Duitsland

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


23.

c) Visserij-inspanning


Duitsland heeft voor twee vlootsegmenten - boomkorvaartuigen in de Noordzee (4C4) en pelagische trawlers (4C6) - regelingen ingesteld om de visserij-inspanning te beheersen. Deze beheersregelingen bestaan uit de toewijzing van een aantal zeedagen per vaartuig voor boomkorvaartuigen en een beperking van de totale inspanning voor pelagische trawlers.

24.

Duitsland


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

25.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)



d) Cumulatieve visserij-inspanning van de vlootsegmenten ten aanzien waarvan een visserij-inspanningsregeling geldt

Duitsland

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

26.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)


Duitsland - 4C4 Boomkorvaartuigen

GT-dagen (x 1000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

27.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


28.

Duitsland - 4C6 Pelagische trawlers


GT-dagen (x 1000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

29.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

30.

DENEMARKEN


a) Situatie van de vloot

Denemarken

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

31.

b) Ontwikkeling van de vloot


Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in GT* t.o.v. doelstellingen

32.

Denemarken


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

33.

Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in kW t.o.v. doelstellingen


Denemarken

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


34.

c) Visserij-inspanning


Denemarken

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

35.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)



SPANJE

a) Situatie van de vloot

Spanje

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

36.

b) Ontwikkeling van de vloot


Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in GT* t.o.v. doelstellingen

37.

Spanje


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

38.

Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in kW t.o.v. doelstellingen


Spanje

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


39.

c) Visserij-inspanning


Spanje

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

40.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)



FINLAND

a) Situatie van de vloot

Finland

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

41.

b) Ontwikkeling van de vloot


Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in GT* t.o.v. doelstellingen

42.

Finland


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

43.

Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in kW t.o.v. doelstellingen


Finland

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


44.

c) Visserij-inspanning


Finland

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

45.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)



FRANKRIJK

a) Situatie van de vloot

Frankrijk

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

De overcapaciteit in tonnage die nu blijkens het vlootregister in de segmenten 4F2 (Trawlers 0-30 m), 4F9 (Ringzegen, Middellandse Zee) en 4FB (Ringzegen, internationale wateren) bestaat, zal waarschijnlijk verdwijnen nadat de resultaten van hermeting in de doelstellingen verdisconteerd zijn.

46.

b) Ontwikkeling van de vloot


Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in GT* t.o.v. doelstellingen

47.

Frankrijk


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

48.

Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in kW t.o.v. doelstellingen


Frankrijk

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

49.

c) Visserij-inspanning


Frankrijk

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

50.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)



d) Cumulatieve visserij-inspanning van de vlootsegmenten ten aanzien waarvan een visserij-inspanningsregeling geldt

Frankrijk

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

51.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)



Frankrijk - 4F3 Trawlers > 30 meter

52.

GT-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

53.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


Frankrijk - 4F6 Pelagische trawlers > 50 meter

54.

GT-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

55.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


56.

Frankrijk - 4F8 Middellandse Zee trawlers


GT-dagen (x 1000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

57.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


58.

Frankrijk - 4F9 Middellandse Zee ringzegens: Visserijtak F1: tonijn


GT-dagen (x 1000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

59.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

60.

Frankrijk - 4F9 Middellandse Zee ringzegens: Visserijtak F2: kleine pelagische visserij


GT-dagen (x 1000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

61.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

62.

VERENIGD KONINKRIJK


a) Situatie van de vloot

Verenigd Koninkrijk

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

De overcapaciteit in tonnage die nu blijkens het vlootregister bestaat, zal waarschijnlijk verdwijnen nadat de resultaten van hermeting in de doelstellingen verdisconteerd zijn.


63.

b) Ontwikkeling van de vloot


Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in GT* t.o.v. doelstellingen

64.

Verenigd Koninkrijk


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


65.

Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in kW t.o.v. doelstellingen


Verenigd Koninkrijk

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

66.

c) Visserij-inspanning


Verenigd Koninkrijk

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

67.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)



d) Cumulatieve visserij-inspanning van de vlootsegmenten ten aanzien waarvan een visserij-inspanningsregeling geldt

Verenigd Koninkrijk

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

68.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)


Verenigd Koninkrijk - 4N2 Pelagische visserij: visserijtak F1. Noordzeeharing

GT-dagen (x 1000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

69.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


70.

Verenigd Koninkrijk - 4N2 Pelagische visserij: visserijtak F2. Westelijke pelagische soorten


GT-dagen (x 1000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

71.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

72.

Verenigd Koninkrijk - 4N2 Pelagische visserij: visserijtak F3. Atlantisch-Scandinavische haring


GT-dagen (x 1000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

73.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


NB: Een voetnoot bij de tabel met de doelstellingen van de MOP-beschikking stelt dat de doelstellingen voor deze visserijtak voor herziening in het licht van de ontwikkeling van de visserij vatbaar zijn. .

74.

Verenigd Koninkrijk - 4N2 Pelagische visserij: visserijtak F4 - Blauwe marlijn


GT-dagen (x 1000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

75.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


NB: Een voetnoot bij de tabel met de doelstellingen van de MOP-beschikking stelt dat de doelstellingen voor deze visserijtak voor herziening in het licht van de ontwikkeling van de visserij vatbaar zijn. .

76.

Verenigd Koninkrijk - 4N3 Boomkorvaartuigen: visserijtak F1 - Platvis IV


GT-dagen (x 1000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

77.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

78.

Verenigd Koninkrijk - 4N3 Boomkorvaartuigen: visserijtak F2. Platvis VII, VI


GT-dagen (x 1000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

79.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


80.

Verenigd Koninkrijk - 4N4 Demersale trawl, ringzegen, nephropstrawl


GT-dagen (x 1000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

81.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


82.

Verenigd Koninkrijk - 4N8 Verre zeevisserij


GT-dagen (x 1000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

83.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

84.

GRIEKENLAND


a) Situatie van de vloot

Griekenland

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

85.

b) Ontwikkeling van de vloot


Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in GT* t.o.v. doelstellingen

86.

Griekenland


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

87.

Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in kW t.o.v. doelstellingen


Griekenland

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


88.

c) Visserij-inspanning


Griekenland

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

89.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)



IERLAND

a) Situatie van de vloot

In 2001 heeft Ierland geen gegevens over de vloot meegedeeld volgens de procedures van Verordening (EG) nr. 2090/98 van de Commissie i. Onderstaande tabel is gebaseerd op de gegevens die Ierland heeft meegedeeld overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2792/99 van de Raad i.

90.

Ierland


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

91.

b) Ontwikkeling van de vloot


Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in GT* t.o.v. doelstellingen

92.

Ierland (De gegevens zijn ontleend aan het vlootregister)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

93.

Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in kW t.o.v. doelstellingen


Ierland (De gegevens zijn ontleend aan het vlootregister)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


94.

c) Visserij-inspanning


Ierland

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

95.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)


d) Cumulatieve visserij-inspanning van de vlootsegmenten ten aanzien waarvan een visserij-inspanningsregeling geldt

Ierland

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

96.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)



Ierland - 4G2 Pelagische trawl

GT-dagen (x 1000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

97.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


98.

Ierland - 4G3 Boomkor


GT-dagen (x 1000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

99.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

100.

ITALIË


a) Situatie van de vloot

Italië

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.


101.

b) Ontwikkeling van de vloot


Ontwikkeling vlootcapaciteit in GT* t.o.v. doelstellingen

102.

Italië


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


103.

Ontwikkeling vlootcapaciteit in kW t.o.v. doelstellingen


Italië

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

104.

c) Visserij-inspanning


Italië

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

105.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)


Er bestaan aanzienlijke verschillen, zowel in GT-dagen als in kW-dagen, tussen de meegedeelde visserij-inspanningen in 2001 en die in de voorafgaande periode (1997-1999). Deze resultaten moeten later worden toegelicht.


106.

NEDERLAND


a) Situatie van de vloot

In 2001 heeft Nederland niet regelmatig gegevens over de vloot meegedeeld volgens de procedures van Verordening (EG) nr. 2090/98 van de Commissie i. Onderstaande tabel is gebaseerd op de gegevens die Nederland heeft meegedeeld overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2792/99 van de Raad i.

107.

Nederland


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

In december 1999 heeft Nederland verzocht om toestemming voor verruiming van de visserij-inspanning voor segment 4J2 (Pelagische trawlers) in de West-Afrikaanse wateren. Dit verzoek was gebaseerd op artikel 8 van Beschikking 97/413/EG van de Raad i en betrof een capaciteit van 41.000 kW en 45.000 GT, wat overeenkomt met het verschil tussen de situatie van de vloot en de doelstellingen van MOP IV.

Op basis van een advies van het Wetenschappelijk comité heeft de Commissie in november 2000 een uitbreiding met 15.000 kW en 15.000 GT voorgesteld. Dit voorstel is door de Nederlandse autoriteiten afgewezen. Vervolgens heeft Nederland verzocht het verzoek opnieuw in overweging te nemen op basis van aan de Commissie te verstrekken wetenschappelijke gegevens. Deze gegevens zijn in november 2001 aan de Commissie verstrekt en worden nog diepgaand onderzocht.

108.

b) Ontwikkeling van de vloot


Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in GT* t.o.v. doelstellingen

109.

Nederland (De gegevens zijn ontleend aan het vlootregister)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


110.

Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in kW t.o.v. doelstellingen


Nederland (De gegevens zijn ontleend aan het vlootregister)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

111.

c) Visserij-inspanning


Nederland

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

112.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)


d) Cumulatieve visserij-inspanning van de vlootsegmenten ten aanzien waarvan een visserij-inspanningsregeling geldt

Nederland

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

113.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)


Nederland - 4J2 Pelagische trawlers

GT-dagen (x 1000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

114.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Nederland - 4J3 Kotters > 221 kW

115.

GT-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

116.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


Nederland - 4J4 Eurokotters <= 221 kW

117.

GT-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

118.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

119.

PORTUGAL


a) Situatie van de vloot

Portugal

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


120.

b) Ontwikkeling van de vloot


Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in GT* t.o.v. doelstellingen

121.

Portugal


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


122.

Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in kW t.o.v. doelstellingen


Portugal

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

123.

c) Visserij-inspanning


Portugal

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

124.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)



ZWEDEN

a) Situatie van de vloot

Zweden

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vetgedrukte gecursiveerde cijfers wijzen erop dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd. Er zij op gewezen dat de tonnagedoelstellingen niet zijn herzien om met het effect van hermetingen in GT-eenheden rekening te houden, zodat vergelijkingen van de situatie met de doelstellingen onzeker zijn.

125.

b) Ontwikkeling van de vloot


Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in GT* t.o.v. doelstellingen

126.

Zweden


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

127.

Ontwikkeling totale vlootcapaciteit in kW t.o.v. doelstellingen


Zweden

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>


128.

c) Visserij-inspanning


Zweden

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

129.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)



d) Cumulatieve visserij-inspanning van de vlootsegmenten ten aanzien waarvan een visserij-inspanningsregeling geldt

Zweden

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

130.

Eenheden (x 1000 GT-dagen, resp. 1000 kW-dagen)


Zweden - 4M4 Bodemtrawlers

GT-dagen (x 1000)

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

131.

// kW-dagen (x 1000)


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

132.

Conclusie


In de eerste vijf jaren van MOP IV is de communautaire vloot ingekrompen met 38.078 GT en 460.042 kW, hetgeen overeenkomt met een inkrimping van de vlootcapaciteit met ongeveer 1,9 %, respectievelijk 5,9%. De verlaging van de tonnage is conservatief geraamd met het oog op de lopende hermeting van de vloot. Op 31 december 2001 was de communautaire vloot al verder ingekrompen dan beoogd, namelijk uitgedrukt in tonnage en motorvermogen respectievelijk 16% en 12% meer dan de einddoelstellingen van MOP IV.

Veel lidstaten hebben nog niet in alle segmenten hun doelstellingen niet bereikt. In sommige segmenten is de capaciteit zelfs in weerwil van de doelstellingen aanzienlijk toegenomen.

Het doel van dit verslag is niet alleen informatie verschaffen, maar ook de lidstaten en de Commissie in staat stellen maatregelen te nemen om de situatie waar nodig te corrigeren en indien nodig steunregelingen in te trekken of inbreukprocedures in te leiden.