Zonder Klimaatwet halen we de doelstellingen niet - Hoofdinhoud
Het is heel goed dat journalisten politieke partijen kritisch volgen op hun plannen voor de aanpak van klimaatverandering. Op de PVV na hebben alle partijen staan applaudisseren bij het akkoord van Parijs dat vorig jaar werd gesloten. Alle landen hebben in Parijs afgesproken dat de opwarming van de aarde niet meer dan 2 graden Celsius mag zijn en dat gestreefd wordt naar 1,5 graden. Het komt nu aan op concrete maatregelen.
De Volkskrant (29 november) schrijft dat geen enkel verkiezingsprogramma deze doelstellingen haalt. Voor het programma van GroenLinks is dat onjuist en voorbarig. Ten eerste is het onjuist, omdat GroenLinks in het programma scherpe reductiedoelstellingen voor CO2 heeft opgenomen. De uitstoot van broeikasgassen gaat met 25% omlaag in 2020, 55% in 2030 en 95% in 2050. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft voor Nederland uitgerekend dat de reductie in 2030 47% moet zijn voor onze bijdrage aan het realiseren van de 1,5 graden-doelstelling. Het PBL gaat ervan uit dat er dan ook een bijdrage wordt geleverd via negatieve CO2-uitstoot. Dat wil zeggen dat CO2 wordt opgevangen of via bosaanplant uit de lucht wordt gehaald. GroenLinks is niet principieel tegen CO2-opvang in sectoren waar alternatieven ontbreken, maar vindt dat de belangrijkste strategie moet zijn de CO2-uitstoot radicaal te verlagen. Vandaar dat onze doelstelling van min 55% een stuk hoger is dan de min 47% die het PBL adviseert.
Dan de realisatie. Dat is nog veel belangrijker. De tragiek van klimaatbeleid is namelijk dat er wel mooie afspraken over doelstellingen worden gemaakt, maar dat landen zich er nooit aan houden. Vooral Nederland staat bekend als een hopeloze achterblijver. Het gaat daarom niet alleen om de doelstellingen die partijen in bun programma opnemen, maar om de maatregelen die ze bereid zijn te nemen. De meeste partijen hebben in concrete maatregelen een financiële en milieutechnische vertaling van hun programma gemaakt. Die maatregelen worden door het Centraal Planbureau en het PBL op dit moment doorgerekend. Dat krijgt iedereen te zien wat de economische, maar ook de klimaatconsequenties zijn van de voorstellen. GroenLinks heeft een uitgebreid pakket maatregelen opgestuurd naar de planbureaus en ik ga er blindelings vanuit dat in februari, wanneer de rapportage van de planbureaus publiek wordt, zal blijken dat GroenLinks de doelstellingen haalt. Van andere partijen, zoals de VVD, ben ik daar niet zo zeker van, want het noodzakelijke pakket maatregelen op het terrein van CO2-beprijzing, vergroening van het belastingstelsel, mobiliteit en investeringen in duurzame energie is omvangrijk en vergaand. In ieder geval is de conclusie van de Volkskrant dat de doelstellingen niet gehaald worden, voorbarig.
Ten slotte over de klimaatwet. De Volkskrant heeft gelijk met de kritische houding. Eerst zien, dan geloven. Precies om de reden van het voortdurend uitstellen van maatregelen om de afgesproken klimaatdoelstellingen te halen heeft Jesse Klaver met Diederik Samsom een klimaatwet ingediend. Die garandeert dat het kabinet ieder jaar opnieuw moet verantwoorden of doelstellingen gehaald worden. Zo niet, dan moet er extra beleid komen. De klimaatwet geeft zo zekerheid aan burgers en bedrijven die willen investeren in energiebesparing of duurzame energie. Het maakt een einde aan het wispelturige beleid van de overheid en het garandeert dat Nederland eindelijk op een pad komt naar een groene en klimaatneutrale economie.
Op dit moment gaat de wetenschappelijke discussie over de vraag of na 2030 het pad van vermindering van CO2-uitstoot niet versneld moet worden om in de buurt te komen van de doelstelling van maximaal 1,5 graden opwarming van de aarde. De doelstelling van een reductie van 55% in 2030 is daarvoor ambitieus en adequaat, maar moet de doelstelling van minus 95% niet naar voren worden gehaald, bijvoorbeeld naar 2040? Met andere woorden, moeten we niet in 2050, maar al in 2040 naar een klimaatneutrale samenleving? Die vraag is terecht. Dat betekent dat na 2030 er een versnelling van het beleid moet komen om dat te realiseren. Politieke partijen hebben in hun verkiezingsprogramma’s daar nog geen maatregelen voor opgenomen. Ook het PBL rekent nog geen maatregelen door die effect hebben na 2030. Wel zegt het PBL dat na 2030 het beleid verder aangescherpt moet worden.
In de Klimaatwet hebben Klaver en Samsom deze mogelijk noodzakelijke versnelling voorzien. Als de wet wordt aangenomen is het kabinet verplicht om iedere vijf jaar een klimaatplan te maken dat gebruik maakt van de laatste wetenschappelijke inzichten. Dan gaan automatisch de doelstellingen omhoog en wordt het kabinet verplicht aanvullende maatregelen te nemen. Daarom deze conclusie: als politieke partijen het eens zijn met de afspraken in Parijs, dan kan het niet anders dan dat ze de Klimaatwet van Klaver en Samsom steunen.
Een ingekorte versie van deze bijdrage verscheen vandaag in De Volkskrant.