Artikel I-24: De gekwalificeerde meerderheid van stemmen - Hoofdinhoud
-
1.Onder gekwalificeerde meerderheid van stemmen in de Europese Raad en in de Raad van Ministers wordt verstaan, de meerderheid van de lidstaten welke tevens ten minste drievijfde van de bevolking van de Unie vertegenwoordigt.
-
2.Indien de Grondwet niet vereist dat de Europese Raad of de Raad van Ministers op basis van een voorstel van de Europese Commissie besluit, of indien de Europese Raad of de Raad van Ministers niet besluit op initiatief van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie, bestaat de vereiste gekwalificeerde meerderheid uit tweederde van de lidstaten, welke ten minste drievijfde van de bevolking van de Unie vertegenwoordigt.
-
3.De bepalingen van de leden 1 en 2 worden op 1 november 2009 van kracht, nadat overeenkomstig artikel I-19 i de verkiezingen voor het Europees Parlement hebben plaatsgevonden.
-
4.Met betrekking tot de gevallen waarin volgens Deel III Europese wetten en Europese kaderwetten door de Raad van Ministers volgens een bijzondere wetgevingsprocedure worden vastgesteld, kan de Europese Raad op eigen initiatief, en met eenparigheid van stemmen, na een termijn van behandeling van ten minste zes maanden bij Europees besluit bepalen dat de Europese wetten of kaderwetten volgens de gewone wetgevingsprocedure kunnen worden vastgesteld. De Europese Raad besluit na raadpleging van het Europees Parlement en na melding aan de nationale parlementen.
Met betrekking tot de gebieden waarop volgens Deel III de Raad van Ministers met eenparigheid van stemmen besluit, kan de Europese Raad op eigen initiatief, en met eenparigheid van stemmen, bij Europees besluit bepalen dat de Raad van Ministers met gekwalificeerde meerderheid kan besluiten. Ieder initiatief van de Europese Raad op grond van deze alinea wordt ten minste vier maanden voordat een beslissing wordt genomen, aan de nationale parlementen toegezonden.
-
5.In de Europese Raad nemen de voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie niet deel aan de stemming.
-
1.De Raad besluit met gewone meerderheid, dat wil zeggen met de meerderheid van de uitgebrachte gewogen stemmen, waarbij de onthoudingen niet worden meegerekend.
-
2.In de uitdrukkelijk in het Verdrag voorziene gevallen besluit de Raad
-
a)hetzij met volstrekte meerderheid, dat wil zeggen met de meerderheid van de gewogen stemmen, waarbij onthoudingen niet worden meegerekend, en met ten minste de helft van de vertegenwoordigingen,
-
b)hetzij met gekwalificeerde meerderheid, dat wil zeggen met de meerderheid van 2/3 van de gewogen stemmen, waarbij onthoudingen niet worden meegerekend, en de meerderheid van de vertegenwoordigingen. Bij de stemming in tweede lezing over de begroting is de gekwalificeerde meerderheid de meerderheid van 3/5 van de gewogen stemmen, waarbij onthoudingen niet worden meegerekend, en de meerderheid van de vertegenwoordigingen,
-
c)hetzij met eenparigheid van stemmen van de vertegenwoordigingen, waarbij onthoudingen niet worden meegerekend.
-
-
3.Gedurende een overgangsperiode van tien jaar wordt de stemming uitgesteld om het vraagstuk opnieuw te bestuderen, indien een vertegenwoordiging zich beroept op een vitaal nationaal belang dat door het te nemen besluit wordt geraakt en dat als zodanig door de Commissie is erkend. De redenen voor dit verzoek om uitstel moeten worden gepubliceerd.
Besluiten van de Raad worden met een dubbele meerderheid genomen, te weten een meerderheid van de lid-staten en een meerderheid van de bevolking.
Onder eenvoudige meerderheid wordt verstaan een meerderheid van de lid-staten, die tevens een meerderheid van de bevolking van de Unie vertegenwoordigd.
Onder gekwalificeerde meerderheid wordt verstaan een meerderheid van twee derde van de lidstaten, die tevens twee derde van de bevolking van de Unie vertegenwoordigt.
Een overgekwalificeerde meerderheid is niet bereikt wanneer ten minste een vierde van de lidstaten die ten minste een achtste van de bevolking van de Unie vertegenwoordigen, tegen het betrokken voorstel is.
-
1.Wanneer de Europese Raad of de Raad van ministers met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, wordt onder gekwalificeerde meerderheid verstaan, de meerderheid die wordt gevormd door de lidstaten die ten minste drie vijfden van de bevolking van de Unie vertegenwoordigen.
-
2.In de Europese Raad nemen de voorzitter en de voorzitter van de Commissie niet deel aan de stemming.
-
1.Wanneer de Europese Raad of de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, wordt onder gekwalificeerde meerderheid verstaan, de meerderheid van de lidstaten welke tevens ten minste drievijfde van de bevolking van de Unie vertegenwoordigt.
-
2.In de Europese Raad nemen de voorzitter en de voorzitter van de Commissie niet deel aan de stemming.
-
1.Onder gekwalificeerde meerderheid van stemmen in de Europese Raad en in de Raad van Ministers wordt verstaan, de meerderheid van de lidstaten welke tevens ten minste drievijfde van de bevolking van de Unie vertegenwoordigt.
-
2.Indien de Grondwet niet vereist dat de Europese Raad of de Raad van Ministers op basis van een voorstel van de Europese Commissie besluit, of indien de Europese Raad of de Raad van Ministers niet besluit op initiatief van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie, bestaat de vereiste gekwalificeerde meerderheid uit tweederde van de lidstaten, welke ten minste drievijfde van de bevolking van de Unie vertegenwoordigt.
-
3.De bepalingen van de leden 1 en 2 worden op 1 november 2009 van kracht, nadat overeenkomstig artikel I-19 i de verkiezingen voor het Europees Parlement hebben plaatsgevonden.
-
4.Met betrekking tot de gevallen waarin volgens Deel III Europese wetten en Europese kaderwetten door de Raad van Ministers volgens een bijzondere wetgevingsprocedure worden vastgesteld, kan de Europese Raad op eigen initiatief, en met eenparigheid van stemmen, na een termijn van behandeling van ten minste zes maanden bij Europees besluit bepalen dat de Europese wetten of kaderwetten volgens de gewone wetgevingsprocedure kunnen worden vastgesteld. De Europese Raad besluit na raadpleging van het Europees Parlement en na melding aan de nationale parlementen.
Met betrekking tot de gebieden waarop volgens Deel III de Raad van Ministers met eenparigheid van stemmen besluit, kan de Europese Raad op eigen initiatief, en met eenparigheid van stemmen, bij Europees besluit bepalen dat de Raad van Ministers met gekwalificeerde meerderheid kan besluiten. Ieder initiatief van de Europese Raad op grond van deze alinea wordt ten minste vier maanden voordat een beslissing wordt genomen, aan de nationale parlementen toegezonden.
-
5.In de Europese Raad nemen de voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie niet deel aan de stemming.
-
1.Onder gekwalificeerde meerderheid wordt verstaan ten minste 55% van de leden van de Raad die ten minste 15 in aantal zijn en lidstaten vertegenwoordigen waarvan de bevolking ten minste 65% uitmaakt van de bevolking van de Unie.
Een blokkerende minderheid moet ten minste vier leden van de Raad omvatten, bij ontstentenis waarvan de gekwalificeerde meerderheid wordt geacht te zijn bereikt.
-
2.In afwijking van lid 1 wordt, wanneer de Raad niet besluit op basis van een voorstel van de Commissie of van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie, onder gekwalificeerde meerderheid verstaan 72% van de leden van de Raad die lidstaten vertegenwoordigen waarvan de bevolking ten minste 65% uitmaakt van de bevolking van de Unie. [*]
Gevallen waarin slechts sommige leden van de Raad stemrecht hebben:
In gevallen waarin slechts sommige leden van de Raad stemrecht hebben (bv. nauwere samenwerking of eurozone), zullen de bepalingen van de grondwet die specifiek de gekwalificeerde meerderheid in dergelijke gevallen definiëren, worden aangepast.
Die aanpassing zal bestaan in het invoegen in deze bepalingen van de in artikel I-24, leden 1 en 2, genoemde percentages, zodat ze slechts van toepassing zijn op leden van de Raad die stemrecht hebben en op de bevolking van de lidstaten die zij vertegenwoordigen. Wat de aanpassing van het cijfer in de tweede alinea van lid 1 betreft, zal het aantal leden van de Raad het minimumaantal zijn dat op grond van het bevolkingscriterium een blokkerende minderheid kan vormen, plus één.
Verklaring voor de Slotakte
De Conferentie verklaart dat het Europese besluit betreffende de uitvoering van artikel I-24 door de Raad zal worden aangenomen op de dag waarop het Verdrag tot instelling van een grondwet voor Europa in werking treedt.
Noot [*] bij lid 2
Voorbeelden van gevallen waarin de Raad zonder voorstel van de Commissie besluit:
-
-JBZ-aangelegenheden, wanneer de Raad op initiatief van de lidstaten besluit,
-
-aangelegenheden op het gebied van het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid, wanneer de Raad op eigen initiatief besluit,
-
-bij het economisch en monetair beleid, wanneer de Raad op aanbeveling van de Commissie of van de Europese Centrale Bank besluit,
-
-wanneer een lidstaat wordt geschorst of zich terugtrekt,
-
-bij diverse benoemingen.
Verwante Protocollen en Verklaringen
Noot PDC bij dit artikel
Dit artikel is, naarmate de onderhandelingen vorderden, op vele punten gewijzigd. Bovenstaande versie is vastgelegd tijdens de afsluitende Europese Raad van 17-18 juni 2004 (document CIG 85/04). Ter volledigheid is hieronder weergegeven:
-
-de overwegingen die het Italiaanse voorzitterschap in december 2003 heeft gegeven voor de voortzetting van de onderhandelingen, na afloop van het ministerieel conclaaf van 28 november 2003 i
-
-de artikelversie met de wijzigingen die de IGC heeft ingevoerd ten opzichte van de Conventie-tekst, vóór de afsluitende Europese Raad van 17-18 juni.
Overwegingen van het Italiaanse voorzitterschap
Het voorzitterschap i vestigt de aandacht erop, dat een zeer groot aantal delegaties positief blijft staan tegenover de tekst van de Conventie i over de definitie van stemming met gekwalificeerde meerderheid; in deze tekst wordt immers de algehele doelstelling geëerbiedigd dat er eenvoudige, doelmatige en transparante besluitvormingsprocedures moeten komen. Dit neemt niet weg dat het voorzitterschap wel beseft dat het voorstel van de Conventie in zijn huidige vorm voor enkele delegaties niet aanvaardbaar is. Het voorzitterschap beraadt zich nog over de manier waarop aan de welomschreven bezwaren van bepaalde delegaties tegemoet kan worden gekomen, zonder dat daardoor de voordelen van het voorstel van de Conventie verloren gaan en rekening houdende met het evenwicht van het institutionele kader als geheel.
Wat het toepassingsgebied van de stemming met gekwalificeerde meerderheid betreft, is een aantal delegaties voorstander van uitbreiding van de stemming met gekwalificeerde meerderheid tot andere terreinen. Daarentegen moet volgens andere delegaties eenparigheid van stemmen de regel blijven op een aantal gevoelige terreinen. Deze uiteenlopende standpunten in aanmerking genomen, vormt naar het oordeel van het voorzitterschap de tekst van de Conventie over het geheel genomen een evenwichtig compromis. Over dit vraagstuk zullen de delegaties zich echter moeten beraden in de context van een definitief akkoord over alle nog openstaande kwesties.
Artikelversie vóór de afsluitende Europese Raad van 17-18 juni
-
1.Onder gekwalificeerde meerderheid van stemmen in de Europese Raad en in de Raad van Ministers wordt verstaan een de meerderheid van de leden van de Raad, welke meerderheid lidstaten vertegenwoordigt waarvan de totale bevolking tevens ten minste drievijfde van de totale bevolking van de Unie vertegenwoordigt uitmaakt.
-
2.Indien de Grondwet niet vereist dat de Europese Raad of de Raad van Ministers niet op basis van een voorstel van de Europese Commissie besluit, of indien de Europese Raad of de Raad van Ministers niet besluit, noch op initiatief van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie, wordt onder de vereiste gekwalificeerde meerderheid verstaan, een meerderheid van uit tweederde van de leden van de Raad, welke meerderheid lidstaten vertegenwoordigt waarvan de totale bevolking ten minste drievijfde van de totale bevolking van de Unie vertegenwoordigt uitmaakt.
2bis. De leden 1 en 2 zijn ook van toepassing op de Europese Raad wanneer deze met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit.
-
3.De bepalingen van de leden 1, en 2, en 2bis worden op 1 november 2009 van kracht, nadat overeenkomstig artikel I-19 de verkiezingen voor het Europees Parlement hebben plaatsgevonden. [**]
-
5.In de Europese Raad nemen de voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie niet deel aan de stemming.
Voetnoot [**] bij lid 3
De Groep juridische deskundigen van de IGC was van oordeel dat alle, momenteel over de hele grondwet verspreide, overgangsbepalingen beter in één "protocol betreffende de overgangsbepalingen" i kunnen worden gebundeld (zie bij wijze van voorbeeld de tekst van de juridische adviseur op blz. 33 van Addendum 1 bij dit document).
In verband met de overbrenging van deze overgangsbepaling naar het protocol betreffende de overgangsbepalingen die door alle andere delegaties is goedgekeurd, rijzen echter voor de Spaanse en de Poolse delegatie i vragen in verband met politieke opportuniteit. De groep vindt dat deze overbrenging moet plaatsvinden voorzover deze vragen worden opgelost.
Voetnoot PDC bij het ontbrekend lid 4
De Groep juridische deskundigen van de IGC heeft de eerste paragraaf van lid 4 overgeheveld naar artikel I-33 i, lid 4. De tweede paragraaf van dit verdwenen lid was ondergebracht bij artikel I-22 lid 4, maar is vervolgens door het Italiaanse voorzitterschap geschrapt (document CIG 60/03 ADD 1).
-
1.Onder gekwalificeerde meerderheid van stemmen wordt verstaan ten minste 55% van de leden van de Raad die ten minste vijftien in aantal zijn en lidstaten vertegenwoordigen waarvan de bevolking ten minste 65% uitmaakt van de bevolking van de Unie.
Een blokkerende minderheid moet ten minste uit vier leden van de Raad bestaan; in het andere geval wordt de gekwalificeerde meerderheid van stemmen geacht te zijn verkregen.
-
2.In afwijking van lid 1 wordt, wanneer de Raad niet besluit op voorstel van de Commissie of van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie, onder gekwalificeerde meerderheid van stemmen verstaan tenminste 72% van de leden van de Raad die lidstaten vertegenwoordigen waarvan de bevolking ten minste 65% uitmaakt van de bevolking van de Unie.
-
3.De leden 1 en 2 zijn van toepassing op de Europese Raad wanneer deze met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit.
-
4.In de Europese Raad nemen de voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie niet deel aan de stemming.