Artikel I-35: Gedelegeerde verordeningen

I-34
Artikel I-35
I-36
  • 1. 
    Bij Europese wet of kaderwet kan aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen gedelegeerde Europese verordeningen vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-wezenlijke onderdelen van een Europese wet of kaderwet.

    De Europese wet of kaderwet omschrijft uitdrukkelijk de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de bevoegdheidsdelegatie. Essentiële beleidsonderdelen worden uitsluitend bij wet of kaderwet geregeld en kunnen derhalve niet het voorwerp zijn van bevoegdheidsdelegatie.

  • 2. 
    De Europese wet of kaderwet bepaalt uitdrukkelijk onder welke voorwaarden de delegatie wordt toegepast. Deze voorwaarden kunnen de volgende zijn:
    • a) 
      het Europees Parlement of de Raad kan besluiten tot intrekking van de delegatie;
    • b) 
      de gedelegeerde Europese verordening kan pas in werking treden indien het Europees Parlement of de Raad binnen de bij de Europese wet of kaderwet gestelde termijn geen bezwaar heeft aangetekend.

    Voor de toepassing van het bepaalde onder a) en b) besluit het Europees Parlement met meerderheid van de stemmen van zijn leden en besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen i.

Verklaring voor de slotakte betreffende artikel I-35 [De "Lamfalussy-procedure"]

De Conferentie i neemt nota van het voornemen van de Commissie om, zoals zij tot op heden voortdurend heeft gedaan, door de lidstaten aangewezen deskundigen te raadplegen bij de voorbereiding van haar voorstellen voor gedelegeerde Europese verordeningen op het gebied van financiële diensten.

 

1.

Ontwikkeling artikel

2003
  • 1. 
    Bij Europese wet en Europese kaderwet kan aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen gedelegeerde verordeningen uit te vaardigen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-wezenlijke onderdelen van de wet of de kaderwet.

    De wet en de kaderwet omschrijven uitdrukkelijk de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de delegatie. Essentiële beleidsonderdelen kunnen niet het voorwerp uitmaken van delegatie. Deze worden uitsluitend bij wet of bij kaderwet geregeld.

  • 2. 
    De wet of de kaderwet bepaalt uitdrukkelijk onder welke voorwaarden de delegatie wordt toegepast, te weten één of meer van de volgende mogelijkheden:
    • het Europees Parlement en de Raad kunnen besluiten tot intrekking van de delegatie;
    • de gedelegeerde verordening treedt pas in werking indien het Europees Parlement of de Raad geen bezwaar heeft aangetekend binnen de bij de wet of de kaderwet gestelde termijn;
    • de bepalingen van de gedelegeerde verordening vervallen na een bij de wet of de kaderwet vastgestelde termijn. Hun geldigheid kan, op voorstel van de Commissie, bij besluit van het Europees Parlement en de Raad worden verlengd.

    Voor de toepassing van het bepaalde in de vorige alinea besluit het Europees Parlement met meerderheid van stemmen van zijn leden en besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

2.

Toelichting

In dit artikel zijn de aanbevelingen verwerkt van werkgroep IX over gedelegeerde besluiten. De definitie voorziet in het volgende:

  • Het is steeds de wetgever die (door middel van een wet of een kaderwet) per geval besluit of er gedelegeerd zal worden.
  • Het is tevens de wetgever die per geval de strekking van de delegatie en de doelstellingen en de inhoud bepaalt.
  • Essentiële beleidsonderdelen moeten verplicht worden geregeld in het wetgevingsbesluit. Zij kunnen in geen geval het voorwerp van het gedelegeerde besluit uitmaken.
  • De voorwaarden voor het toezicht worden per geval vastgesteld door de wetgever op basis van een limitatieve opsomming in artikel 27.
2003
  • 1. 
    Bij Europese wet en Europese kaderwet kan aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen gedelegeerde verordeningen uit te vaardigen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-wezenlijke onderdelen van de wet of de kaderwet.

    De wet en de kaderwet omschrijven uitdrukkelijk de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de delegatie. Essentiële beleidsonderdelen kunnen niet het voorwerp uitmaken van delegatie. Deze worden uitsluitend bij wet of bij kaderwet geregeld.

  • 2. 
    De wet of de kaderwet bepaalt uitdrukkelijk onder welke voorwaarden de delegatie wordt toegepast. Deze voorwaarden kunnen uit de volgende mogelijkheden bestaan:
    • het Europees Parlement of de Raad kan besluiten tot intrekking van de delegatie;
    • de gedelegeerde verordening treedt pas in werking indien het Europees Parlement of de Raad geen bezwaar heeft aangetekend binnen de bij de wet of de kaderwet gestelde termijn;

    Voor de toepassing van het bepaalde in de vorige alinea besluit het Europees Parlement met meerderheid van stemmen van zijn leden en besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen i.

2003
  • 1. 
    Bij Europese wet of kaderwet kan aan de Europese Commissie de bevoegdheid worden overgedragen gedelegeerde verordeningen uit te vaardigen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-wezenlijke onderdelen van de Europese wet of kaderwet.

    De Europese wet of kaderwet omschrijft uitdrukkelijk de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de delegatie. Essentiële beleidsonderdelen kunnen niet het voorwerp zijn van delegatie. Deze worden uitsluitend bij Europese wet of kaderwet geregeld.

  • 2. 
    De Europese wet of kaderwet bepaalt uitdrukkelijk onder welke voorwaarden de delegatie wordt toegepast. Deze voorwaarden kunnen uit de volgende mogelijkheden bestaan:
    • het Europees Parlement of de Raad van Ministers kan besluiten tot intrekking van de delegatie;
    • de gedelegeerde verordening treedt pas in werking indien het Europees Parlement of de Raad van Ministers geen bezwaar heeft aangetekend binnen de bij de Europese wet of kaderwet gestelde termijn;

    Voor de toepassing van het bepaalde in de vorige alinea besluit het Europees Parlement met meerderheid van stemmen van zijn leden en besluit de Raad van Ministers met gekwalificeerde meerderheid van stemmen i.

2003
  • 1. 
    Bij Europese wet of kaderwet kan aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen gedelegeerde Europese verordeningen vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-wezenlijke onderdelen van een Europese wet of kaderwet.

    De Europese wet of kaderwet omschrijft uitdrukkelijk de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de bevoegdheidsdelegatie. Essentiële beleidsonderdelen worden uitsluitend bij wet of kaderwet geregeld en kunnen derhalve niet het voorwerp zijn van bevoegdheidsdelegatie.

  • 2. 
    De Europese wet of kaderwet bepaalt uitdrukkelijk onder welke voorwaarden de delegatie wordt toegepast. Deze voorwaarden kunnen de volgende zijn:
    • a) 
      het Europees Parlement of de Raad kan besluiten tot intrekking van de delegatie;
    • b) 
      de gedelegeerde Europese verordening kan pas in werking treden indien het Europees Parlement of de Raad binnen de bij de Europese wet of kaderwet gestelde termijn geen bezwaar heeft aangetekend.

    Voor de toepassing van het bepaalde onder a) en b) besluit het Europees Parlement met meerderheid van de stemmen van zijn leden en besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen i.

Verklaring voor de slotakte betreffende artikel I-35 [De "Lamfalussy-procedure"]

De Conferentie i neemt nota van het voornemen van de Commissie om, zoals zij tot op heden voortdurend heeft gedaan, door de lidstaten aangewezen deskundigen te raadplegen bij de voorbereiding van haar voorstellen voor gedelegeerde Europese verordeningen op het gebied van financiële diensten.

2004
  • 1. 
    In de Europese wetten en kaderwetten kan aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen gedelegeerde Europese verordeningen vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-wezenlijke onderdelen van de wet of kaderwet.

    In de Europese wetten en kaderwetten worden uitdrukkelijk de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de bevoegdheidsdelegatie afgebakend. Wezenlijke onderdelen van een gebied worden uitsluitend bij Europese wet of kaderwet geregeld en kunnen derhalve niet het voorwerp zijn van bevoegdheidsdelegatie.

  • 2. 
    In de Europese wetten en kaderwetten worden de voorwaarden waaraan de delegatie is onderworpen, uitdrukkelijk vastgesteld. Dit kunnen de volgende voorwaarden zijn:
    • a) 
      het Europees Parlement of de Raad kan besluiten de delegatie in te trekken;
    • b) 
      de gedelegeerde Europese verordening kan pas in werking treden indien het Europees Parlement of de Raad binnen de in de Europese wet of kaderwet gestelde termijn geen bezwaar heeft aangetekend.

    Voor de toepassing van het bepaalde onder a) en b) besluit het Europees Parlement bij meerderheid van zijn leden en besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.