Sociaal Protocol (procedure) (PRT) - Hoofdinhoud
De Europese Commissie i is verplicht om bij voorstellen op sociaal gebied de sociale partners bij de besluitvorming te betrekken. De rol van de sociale partners kan daarbij verder gaan dan alleen advisering: lidstaten i kunnen besluiten om de uitwerking van bepaalde wet- en regelgeving in handen te leggen van de sociale partners. Hierin verschilt het sociaal protocol met andere procedures voor het vaststellen van afgeleide wetgeving i. Het sociaal protocol is echter alleen mogelijk bij een beperkt aantal onderdelen van het sociaal beleid.
In het kort verloopt de procedure als volgt: de regelgeving wordt, afhankelijk van het onderwerp, vastgesteld volgens de gewone wetgevingsprocedure i of één van de bijzondere wetgevingsprocedures i. De sociale partners wordt gedurende die procedure om advies gevraagd. De sociale partners kunnen dan aangeven of zij de uitwerking van de regelgeving op zich willen nemen. Ook een lidstaat kan de sociale partners belasten met de uitwerking van de regelgeving. In overleg met de Europese Commissie kunnen lidstaten dat vervolgens afzonderlijk regelen.
Inhoudsopgave
Stap 1: vaststellen van regelgeving
Voorstellen over de volgende onderwerpen worden genomen op basis van de gewone wetgevingsprocedure i:
-
-het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van werknemers
-
-het vaststellen van arbeidsvoorwaarden
-
-de informatievoorziening voor en het raadplegen van werknemers
-
-de integratie van kansarmen op de arbeidsmarkt
-
-de gelijkheid tussen mannen en vrouwen op het werk en de arbeidsmarkt
-
-het bestrijden van sociale uitsluiting
-
-de modernisering van stelsels voor sociale bescherming
Het Economisch en Sociaal Comité i (ECSC), het Comité van de Regio's i (CoR) en de sociale partners worden geraadpleegd.
Voor voorstellen op de volgende terreinen geldt een bijzondere wetgevingsprocedure i:
-
-sociale zekerheid
-
-ontslagbescherming
-
-het recht op collectieve belangenbehartiging door werkgevers en werknemers
-
-de voorwaarden waarop mensen uit landen buiten de EU aan het werk mogen.
De Raad van Ministers i besluit met eenparigheid van stemmen i, na raadpleging van het Europees Parlement i, het ECSC, het CoR en de sociale partners.
Op bijna alle genoemde terreinen is de EU alleen bevoegd om regelgeving aan te nemen die of de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de lidstaten bevordert, of beperkte minimumvoorschriften vaststelt. Voor het bestrijden van sociale uitsluiting en de modernisering van stelsels voor sociale bescherming geldt dat de EU alleen voorstellen voor verbetering van de samenwerking tussen de lidstaten mag doen.
Stap 2: mogelijke overdracht van bevoegdheden aan sociale partners
Sociale partners kunnen op twee manieren bij de uitwerking van de voorgestelde wet-en regelgeving worden betrokken:
-
1.iedere lidstaat bepaalt of ze de regelgeving door de sociale partners wil laten uitwerken. Uitwerking is dan een nationale kwestie.
-
2.de sociale partners zelf geven in hun advies aan dat zij de uitwerking van de regelgeving op zich willen nemen. Dit doen zij op Europees niveau.
Stap 3: uitwerking door sociale partners
In het eerste geval wordt een overeenkomst opgesteld tussen de betreffende lidstaat en de sociale partners aldaar. De lidstaat ziet toe op de uitwerking van de maatregelen door de sociale partners.
In het tweede geval, wanneer het op Europees niveau is afgesproken, wordt er een overeenkomst opgesteld die via de Commissie aan de Raad wordt voorgelegd. De Raad neemt dan een besluit met dezelfde stemwijze waarop er in stap 1 over het onderwerp besloten is. Het Europees Parlement wordt over het besluit geïnformeerd.
Deze procedure wordt alleen gebruikt voor hierboven genoemde onderwerpen. Op alle andere terreinen waar sociale partners een rol spelen, gaat hun betrokkenheid niet verder dan het mogen geven van advies.
Er zijn geen noemenswaardige verschillen in de opzet van het sociaal protocol van voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon i en de huidige procedure.
Het sociaal protocol vindt zijn basis in het Verdrag betreffende de Europese Unie i en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie i:
-
-verplichte raadpleging sociale partners: derde deel VwEU titel X art. 154 i
-
-beperking aantal onderwerpen: derde deel VwEU titel X art. 153 i lid 1