Besluitvormingsprocedures in de Europese Unie - Hoofdinhoud
De Europese Unie i kent verschillende procedures om besluiten te nemen. Naast de gewone wetgevingsprocedure gelden er voor een aantal onderwerpen bijzondere wetgevingsprocedures. Daarnaast zijn er een aantal aparte procedures voor het vaststellen van afgeleide regelgeving.
Inhoudsopgave
-
De gewone wetgevingsprocedure (COD)
Deze procedure is de wetgevingsprocedure die standaard van toepassing is op alle besluitvorming in de Europese Unie, tenzij in de verdragen specifiek staat dat er een andere, bijzondere wetgevingsprocedure i geldt. De procedure stond vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon i eind 2009 bekend als de medebeslissingsprocedure. Kern van de procedure is dat zowel de Raad van Ministers i als het Europees Parlement i een beslissende stem hebben in het wetgevingsproces, én dat allebei de instellingen de mogelijkheid hebben om een voorstel aan te passen.
De bijzondere wetgevingsprocedure is een verzamelterm voor een groot aantal besluitvormingsprocedures in de Europese Unie. Wat al deze procedures gemeen hebben is dat ze een uitzondering zijn op de gewone wetgevingsprocedure.
Per bijzondere wetgevingsprocedure wordt aangegeven welke rol de verschillende Europese instellingen hebben in de besluitvorming; wie voorstellen mogen doen, wie er over mogen meebeslissen, en hoe er over voorstellen gestemd wordt.
In de Europese verdragen i staat voor welke beleidsterreinen een bijzondere wetgevingsprocedure geldt.
De term 'bijzondere wetgevingsprocedure' is geïntroduceerd bij de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon i op 1 december 2009.
Overzicht bijzondere wetgevingsprocedures
-
akkoordprocedure (ACC)
Deze procedure is één van de bijzondere wetgevingsprocedures i die in de Europese Unie gebruikt worden. De akkoordprocedure wordt gebruikt bij het sluiten van veel internationale overeenkomsten i. De akkoordprocedure slaat op de rol die de wetgevende instellingen van de EU, het Europees Parlement i en de Raad van Ministers i, spelen; die keuren een overeenkomst goed of af, maar hebben verder geen invloed op hoe een overeenkomst er uiteindelijk uit komt te zien.
-
begrotingsprocedure (BUD)
Deze procedure is één van de bijzondere wetgevingsprocedures i die in de Europese Unie gebruikt worden. De begrotingsprocedure wordt gebruikt voor het vaststellen van de jaarlijkse begroting van de Europese Unie. Voor het vaststellen van het meerjarig financieel kader wordt de instemmingsprocedure i gebruikt. En ook voor het verlenen van kwijting over de begroting geldt een andere procedure i.
-
instemmingsprocedure (AVC, APP)
Deze procedure is één van de bijzondere wetgevingsprocedures i die in de Europese Unie gebruikt worden. De instemmingsprocedure wordt bij enkele belangrijke besluiten gebruikt, en voor een aantal zaken waar de lidstaten meer controle over willen houden. Het woord instemming slaat op de rol van het Europees Parlement i. Dat moet een voorstel goed- of afkeuren, maar mag geen wijzigingen aanbrengen.
-
kwijtingsprocedure (DEC)
Deze procedure is één van de bijzondere wetgevingsprocedures i die in de Europese Unie gebruikt worden. De kwijtingsprocedure wordt gebruikt om goedkeuring te verlenen aan de kwijting van de begroting.
-
open coördinatiemethode (OMC)
Deze procedure is één van de bijzondere besluitvormingsprocedures i die in de Europese Unie gebruikt worden. De open coördinatiemethode (OCM) wordt gebruikt voor onderwerpen waar de lidstaten nog helemaal zelf over beslissen, maar wel hun beleid op elkaar willen afstemmen. Besluiten op basis van de open coördinatiemethode leiden dan ook niet tot bindende besluiten; de lidstaten kunnen niet aan de afspraken gehouden worden. De procedure is niet in de Europese verdragen i opgenomen.
-
procedures voor het wijzigen van de Europese verdragen (meerdere)
De Europese verdragen i kunnen middels drie verschillende procedures gewijzigd worden. Deze procedures worden zelden gebruikt, maar zijn van groot belang voor het functioneren van de Europese Unie en de manier waarop er in de Europese Unie besluiten worden genomen.
De verschillende procedures voor het wijzigen van de Europese verdragen zijn:
-
procedure zonder deelname Europees Parlement (ADO)
Deze procedure is één van de bijzondere wetgevingsprocedures i die in de Europese Unie gebruikt worden. De procedure zonder deelname van het Europees Parlement i wordt gebruikt voor enkele economisch heel belangrijke kwesties. Het belangrijkste kenmerk van de procedure is dat het Europees Parlement geen enkele rol speelt in de besluitvorming.
-
raadplegingsprocedure (CNS)
Deze procedure is één van de bijzondere wetgevingsprocedures i die in de Europese Unie gebruikt worden. De raadplegingsprocedure wordt vooral gebruikt voor politiek gevoelige zaken waar de verantwoordelijkheid voor beleid vooral bij de lidstaten i zelf ligt, en waar de lidstaten het bij Europese besluitvorming unaniem eens over moeten zijn.
-
Regelgevingsprocedure met toetsing (PRAC)
Deze procedure bestond van 2006 tot 2009 voor quasi-wetgevende maatregelen. Ze kan niet meer worden gebruikt voor nieuwe wetgeving, maar is voorlopig nog van toepassing voor ruim 300 bestaande wetsteksten tot die formeel gewijzigd zijn.
De samenwerkingsprocedure (SYN) i wordt sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon niet langer gebruikt.
Wat al deze besluitvormingsprocedures gemeen hebben is dat ze alleen gebruikt worden voor wetgeving op basis van eerder genomen besluiten. Per procedure wordt aangegeven welke rol de verschillende Europese instellingen hebben in de besluitvorming; wie voorstellen mogen doen, wie er over mogen meebeslissen, en hoe er over voorstellen gestemd wordt.
In de Europese verdragen en nadere afspraken tussen de Europese instellingen staat voor welke soorten besluiten één van deze wetgevingsprocedure geldt.
Overzicht procedures voor afgeleide wetgeving
-
interinstitutionele niet-wetgevende procedures (meerdere) (NLE)
Veel regelgeving in de Europese Unie is algemeen van aard en moet nog verder worden uitgewerkt. Dat wordt gedaan via afgeleide regelgeving. Hoe deze afgeleide regelgeving wordt vastgesteld, is afhankelijk van één van de drie procedures die daarvoor van toepassing zijn. Bij het vaststellen van afgeleide regelgeving moet de Europese Unie binnen de kaders blijven die in de algemene, primaire wetgeving zijn vastgesteld. Desalniettemin kan het nog steeds om belangrijke besluiten gaan.
De verschillende niet-wetgevende procedures zijn:
-
sociaal protocol (PRT)
De Europese Commissie i is verplicht om bij voorstellen op sociaal gebied de sociale partners bij de besluitvorming te betrekken. De rol van de sociale partners kan daarbij verder gaan dan alleen advisering: lidstaten i kunnen besluiten om de uitwerking van bepaalde wet- en regelgeving in handen te leggen van de sociale partners. Hierin verschilt het sociaal protocol met andere procedures voor het vaststellen van afgeleide wetgeving i. Het sociaal protocol is echter alleen mogelijk bij een beperkt aantal onderdelen van het sociaal beleid.
Nauwere samenwerking
In gevallen waar groepen lidstaten verder willen gaan dan de huidige samenwerking voorzien de verdragen van een mogelijkheid daartoe. Nauwere samenwerking kent een eigen procedure, waaronder toetsing van de wens tot nauwer samenwerken aan bepaalde voorwaarden.
Niet houden aan rechtsstatelijke beginselen
Lidstaten die zich niet aan de beginselen van de rechtsstaat houden kunnen door de Commissie en andere lidstaten daar op worden aangesproken. Dat gaat via de zogeheten artikel 7-procedure, vernoemd naar het artikel 7 van het Verdrag van de Europese Unie waar de rechtsstaat wordt geborgd. Deze procedure is een variant op de instemmingsprocedure.
Toezicht op nationale begrotingen en economieën
De Commissie houdt toezicht op de economische ontwikkeling van iedere lidstaat en of ze zich houden aan de regels omtrent de begrotingsdiscipline; overheden mogen niet te veel schulden maken. Het toezicht heeft vorm gekregen in het Europees semester i. Binnen dat proces is de procedure macro-economische onevenwichtigheden ingesteld om lidstaten te berispen als ze zich niet aan de regels houden.
De Europese Commissie, de Raad van Ministers en het Europees Parlement kunnen besluiten voorafgaand of tijdens het formele besluitvormingsproces extra, informele, onderhandelingen te voeren. Deze overleggen worden in het jargon een triloog genoemd.