Artikel 2: Mandaat - Hoofdinhoud
Voor de vervulling van haar taak moet de Gemeenschap onder de in dit Verdrag bepaalde voorwaarden:
-
a)het onderzoek ontwikkelen en zorgen voor de verspreiding van technische kennis,
-
b)uniforme veiligheidsnormen vaststellen voor de gezondheidsbescherming van de bevolking en de werknemers en ervoor waken dat deze worden toegepast,
-
c)de investeringen vergemakkelijken en, met name door aanmoediging van het initiatief van de ondernemingen, zorgen voor de verwezenlijking van de fundamentele installaties die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van de kernenergie in de Gemeenschap,
-
d)waken voor een regelmatige en billijke erts- en splijtstofvoorziening van alle gebruikers in de Gemeenschap,
-
e)door passende controle waarborgen, dat de kernmaterialen niet voor andere doeleinden worden aangewend dan waarvoor zij bestemd zijn,
-
f)het eigendomsrecht uitoefenen dat haar wordt toegekend op de bijzondere splijtstoffen,
-
g)zorgen voor ruime afzetmogelijkheden en voor de beschikking over de beste technische middelen door het instellen van een gemeenschappelijke markt voor speciale goederen en uitrusting, door het vrije kapitaalverkeer voor investeringen op het gebied van de kernenergie en door vrije werkgelegenheid voor specialisten binnen de Gemeenschap.
-
h)met andere landen en met internationale organisaties alle betrekkingen tot stand brengen, welke de vooruitgang in het vreedzame gebruik van de kernenergie kunnen bevorderen.
Dit artikel bevat de opsomming der wegen welvoor het bereiken van de doeleinden van de Gemeenschap toeten worden ingeslagen.
Zoals reeds in de inleiding werd vermeldĀ i, is het onderzoek zeer kostbaar. In verband hiermede zal de ontwikkeling van onderzoek en de verspreiding van de kennis, genoemd onder a, een der belangrijkste taken van de Gemeenschap zijn. Hierdoor wordt het immers voor de Lid-Staten te zamen mogelijk een veel ruimer terrein van onderzoek en kennis te bestrijken dan waartoe ieder afzonderlijk in staat is.
De uniforme veiligheidsnormen onder b voor de gezondheidsbescherming zijn nodig, omdat radioactieve stoffen door het water en de lucht over grote afstanden verspreid kunnen worden. Iedere Lid-Staat heelt belang bij hetgeen in zijn buurlanden geschiedt.
De bevordering der investeringen en vooral de verwezenlijking van de fundamentele installaties, genoemd onder c, sluiten aan bij het gestelde onder a.
Het zou een zeer zware, zo niet onmogelijke taak voor ieder der Lid-Staten afzonderlijk zijn om een volledige industrie op het gebied van de kernenergie te ontwikkelen.
De voorziening met ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen is in het bijzonder van belang, omdat een vrije wereldmarkt in deze materialen ontbreekt.
De producentenlanden stellen steeds bijzondere voorwaarden bij levering. Om West-Europa een zekere onafhankelijkheid bij de voorziening en een sterke onderhandelingspositie tegenover derde landen te verschaffen, is onderlinge samenwerking nuttig. Voorts kan de Gemeenschap door een belangrijke rol bij de voorziening te spelen zijn taak op het gebied van de gezondheidsbescherming en de veiligheidscontrole vergemakkelijken. Dit punt hangt dus nauw samen met hetgeen onder e en f wordt vermeld. Het hiergenoemde eigendomsrecht op bijzondere splijtstoffen is ingesteld, omdat het gevaar voor misbruik bij deze stoffen het grootst is en de producentenlanden juist hier de zwaarste eisen stellen bij levering. Hieraan kan worden toegevoegd, dat ook in de Verenigde Staten alleen de overheid deze stoffen in eigendom kan hebben. Het bedrijfsleven kan ze slechts pachten.
De onder g voorziene ruime afzetmogelijkheden en het ter beschikking stellen van de technische middelen vormen een sluitstuk op de bevordering van onderzoek, investeringen en de verspreiding van kennis. De voordelen hiervan kunnen immers niet volledig tot hun recht komen, indien het verkeer van de betrokken produkten en specialisten zou worden beperkt. De samenwerking met derde landen en internationale organisaties wordt met name genoemd, omdat niet naar afzondering wordt gestreefd, doch integendeel een ruime uitwisseling ook met derden de verwezenlijking van de doeleinden van de Gemeenschap slechts kan bevorderen. De onderwerpen van dit artikel worden nader uitgewerkt in de tweede titel.